Inloggen
2/5
vrijdag 31 januari 2025

Brief 1 Francois

31 januari 2025, in een trein naar Amsterdam, huis (?)

Lieve Giel,

Wat leuk om je brief te ontvangen! Ik voel alsof ik je reeds een redelijk beetje ken, zelfs al heb ik maar één briefje van je gelezen. Hebben wij misschien reeds voorbij elkaar gelopen in de straten van onze stad, Amsterdam, om elkaar geen erkenning te geven, naast al die anderen? Maar nu hebben wij de volle aandacht van elkaar. Wat een voorrecht! 
Ik hoop dat je mijn gekrabbel in het Nederlands kunt ontcijferen. Bij voorbaat pardon voor het onrecht wat ik doe aan je taal in deze brief (behalve de vervorming van dezelfde taal die mijn voorvaderen aangericht hebben). Ik vind het wel heel fijn om deze klus aan te pakken en misschien op een dag wel de taal volledig machtig te zijn. Ik vind het een genot om te zien hoe het Afrikaans verschilt. Zelfs al heb ik niet een “gunsteling” woord, ik ben verzot op de taal en ik vind dat de letterlijke beschrijvingen van alledaagse dingen de taal ongelooflijk kleurrijk maken. Kijk bijvoorbeeld of je deze kunt begrijpen: “Stel jou voor jou ma skep jou padkos in ’n bakkie en die bakkie ry weg!”.

Ik heb niet een normale manier om mezelf voor te stellen, maar ik heb wel een manier om het niet te doen. Ik vind het heel saai om mezelf als mijn functietitel voor te stellen of om anderen ernaar te vragen. Veel beter om te horen wat je leuk vindt of welke dromen en gedachten je hebt. Wat zijn jouw dromen, Giel? Droom je van je gezicht op een aanplakbord of wil je alleen een plekje hebben om wortel te schieten? Of geloof je misschien dat je beide kunt hebben?

Waarom jezelf met Amsterdam verbinden, vroeg je mij. Niet een vraag met een eenvoudig antwoord! Een antwoord is dat ik, net zoals jij, eens dacht dat ik niet hoorde tussen de mensen van mijn thuisland en dus een andere plek moest vinden. Maar als je mij nu vraagt of ik heimwee heb, zal ik zonder aarzeling ja zeggen. En niet alleen naar de bergen, bossen, velden, rivieren en de oceanen, maar ook naar de mensen die zo anders denken dan ik.
Je zegt tegen mij dat je je wortelen geschoten hebt in Amsterdam door je betrokkenheid in de maatschappij. Ik zelf ben ook begonnen wortel te schieten – mijn eerste baan, mijn nieuwe collega’s, een schrijversgroepje, sporten, en ja deze – maar ik vermoed dat jij een sterke penwortel hebt geschoten en ik alleen een bijwortel, want ik hoor de roep van mijn moederland al luider en kan die niet voor altijd negeren en zal dus weleens mijzelf moeten ontwortelen. Ik wil ook een sterke penwortel schieten, maar hoe vaak kan een plant overgeplant worden voordat de stress hem overkomt?
Misschien is dat echter een foute denkwijze. Ben ik een plant of ben ik een vogel? Een zwaluw die na maanden in de lucht een landingsplek zoekt en in Amsterdam terechtkwam, maar die wel weer eens aan de vlerk moet. Hier stopt de vergelijking echter. Ik ben niet een boom en ik ben geen vogel. Ik ben Francois, vrij man. Ik woon in Amsterdam. Een plek met vele nieuwe connecties, waar ik diepe banden smeed op een deken in het Vondelpark, waar ik op mijn rug lig in de zomerzon in Erasmuspark nadat ik mezelf in de gracht afgekoeld heb en waar ik mezelf kan vinden tussendoor. Deze verbindingen, met de stad en haar mensen, wil ik niet verbreken, zelf al woon ik niet voor altijd in haar boezem.
Dit is een klein deel van mijn verhaal, maar ik ben een beetje meer omslachtig dan jij! Ik weet nog niet hoe ik de verjaardag van Amsterdam zal vieren, misschien kun jij mij inspireren met jouw plannen. Welke herinneringen zal jij altijd met jou meedragen, en naar welke plekken ontsnap je als de stad te druk raakt? Heeft de liefde die je naar Amsterdam lonkte je al gevonden?

Ik ben benieuwd om nog een hoofdstuk van jouw verhaal te lezen!

Liefs en aangenaam,
Francois