Ik begin nu pas echt uit de, ik noem het maar verdoving, te komen
Hoi Olga,
Goed voor je dat je weer aan het werk bent! (Ik neem trouwens de aanwijzingen over ‘het schrijven naar de toekomst’ uit het mailtje van Marilien van 5 juni in mijn brief mee.) Wat voor klus ben je aan het doen? Is dit werk dat een relatie met ‘over zeven jaar’ kan hebben?
Ik snap voor een deel dat je de coronatijd nu al denkt te gaan missen. Volgens mij zitten we er echt nog middenin en is het eind nog lang niet in zicht. Ik denk ook dat economisch (en ik denk voor alles en iedereen) het ergste nog komen. Ik denk eerder dat je de periode van de relatieve rust die de stilstand door de coronacrisis bracht, bedoelt te gaan missen. Ik begin nu pas echt uit de, ik noem het maar verdoving, te komen.
Ik ben weinig in ‘jouw buurtje’ in Oost geweest toen ik in Amsterdam woonde, was het daar zo druk qua toeristen en AirBnB? Maar je hebt dus wel een uitgebreid netwerk aan vrienden en bekenden in je buurt? Ik vond dat altijd maar lastig bij ons in de buurt in Oud West, er woonden zo veel mensen en er was zoveel verloop dat we bijvoorbeeld de laatste jaren onze buren niet eens kenden.
Ik ga starten als vrijwilliger bij het Pieter Vermeulen Museum...
Even mijn stukje voor de toekomst, die er qua werk natuurlijk vrij hopeloos uit ziet. Ik durf er eigenlijk niet eens aan te beginnen om te gaan solliciteren bij een baas, lijkt me zo zonde van de tijd. Maar er is in ieder geval een plan en een actie:
Ik ga starten als vrijwilliger bij het Pieter Vermeulen Museum, tijdelijk gevestigd in Driehuis, een museum op het gebied van natuureducatie met veel aandacht voor schoolleerlingen. Het museum gaat verhuizen naar IJmuiden. Het idee is hiermee te starten een nieuw netwerk te bouwen in het ‘natuur’wereldje hier in de buurt, te leren rondleidingen of presentaties te geven, dat soort dingen.
Het moestuinieren (eindelijk weer, mijn ouders hadden vroeger een moestuin, en ik vond het als jochie erg leuk om mee te helpen) is natuurlijk ook voor de eigen keuken, maar mijn idee van mijn mooie tuin is vooral dat ik allerlei natuurlijke processen weer van dichtbij kan zien, jaar in jaar uit kan meemaken. Zelfvoorzienendheid is een vak apart, waar ik wellicht nog in ga groeien, maar dat is zeer complex en vergt een hoeveelheid kennis die ik nog moet opbouwen. Met de teruglopende biodiversiteit en een veranderend klimaat in het algemeen wil ik allereerst graag een klein steentje bijdragen door de tuin aantrekkelijk te houden voor insecten, vogels en andere dieren en er veel van te kunnen leren om dat weer over te kunnen dragen op kinderen. Dit pad, iets met natuureducatie voor jong of oud over de Kennemerduinen en omstreken, hoop ik in ieder geval de komende zeven jaren te verkennen en te zien welke rol me in ‘dat wereldje’ het best gaat liggen. (En wie weet is daar ooit nog een verdienmodel dan wel freelance (schrijf/redactie)werk uit te halen 😉 )
Maar dan…ik word een van de jongste (!) medewerkers bij dat museum. En dat komt dan nu toch wel aan als een schokje. Want, en ik kan het nu bevestigen: op een gegeven moment is je geest voor je gevoel nog steeds een stuk jonger dan je lichaam. (Ik voel me dus nog lang niet rijp voor Omroep Max, zullen we maar zeggen. En ik hoop dat ik op vrijwilligersdagen niet al te veel over ouderdomkwaaltjes hoef te babbelen 😉 ).
Ook uit onze briefwisseling tot nu toe merk ik trouwens het generatieverschil vrij duidelijk. Aan de manier waarop je schrijft maak ik op dat ik voor jou bij ‘de ouderen’ behoor.
...dag en nacht waren relatieve begrippen, evenals gewerkte uren..
Ik moet zeggen, ik heb op grond van de twee brieven die je me hebt geschreven slechts een vaag, oppervlakkig beeld van je. Je tweede brief bijvoorbeeld lijkt vrij snel geschreven, je lijkt me vol in het drukke, snelle en daardoor wellicht dus hier en daar wat oppervlakkige leven te staan, maar je komt ook nog wel wat naïef over. Dit alles is uiteraard vooral niet bedoeld om je te beledigen, ik hoop dan ook echt dat mijn interpretatie op basis van je twee brieven (en niet meer!) fout is. Maar: ’Een goed boek’. Welk boek dan? En, ’De beste dingen zijn gratis’ als hernieuwd inzicht en ‘een fotoshoot met vrienden op de lege Wallen’? Ik zou er best meer van willen weten. Ik interpreteer het zo dat je pre-corona een behoorlijk jachtig leven hebt geleid. Kan ik me me ook helemaal voorstellen, want ik deed toen ik dertig was ook niet anders. De band waar ik in speelde ging ‘in de lift’, ik werkte overal en nergens als geluidstechnicus en dag en nacht waren relatieve begrippen, evenals gewerkte uren; de lol (en de drank en drugs) maakten alles goed.
Ik heb momenteel eigenlijk geen dertigers in mijn vriendenkring en kan dus ter vergelijk met jou slechts mijn eigen tijd als dertiger nemen. Dat was uiteraard een heel andere tijd maar in veel dingen toch ook weer hetzelfde. Wij kregen op een gegeven moment het plakkertje (en hebben dat dus nog steeds) Generatie X, de verloren generatie. Ik heb dit nooit leuk of zinnig gevonden (net zoals labels als millenials enzo), maar dat plakkertje heeft me wel altijd beïnvloed, kort gezegd, ‘ga maar wat leuks doen, het zal nooit wat met jullie worden’, werd ons verteld en stond in de kranten enzo. Onlangs toevallig een artikel hierover in de NRC -> https://www.nrc.nl/nieuws/2020/05/29/geen-pretje-die-crisisjaren-maar-de-achterstand-trekt-bij-a4001254.
Vanaf dat ik op m’n achttiende zelfstandig ging wonen heb ik, tot ik mijn huidige vriendin ontmoette, van een kleine beurs geleefd, ik ben nooit anders gewend geweest dan woonruimte te huren. De eerste jaren in Utrecht vanaf 1986 waren karig. Ik werd vrijwilliger bij Tivoli, zodat ik dan gratis naar de concerten kon. Je ‘verdiende’ met je inzet ook drankkaarten, waardoor je zelfs zonder geld een avondje uit kon ;-).
De jaren daarna vulde ik de financiële gaatjes op met uitzendwerk voor het toenmalige 008 (telefoonnummerinformatie, ook al weer zoiets pre-historisch)
Voor mij was de toenmalige crisis, na een paar jaar ploeteren (ook als freelancer) in de journalistiek, uiteindelijk de game changer. Na die paar frustrerende jaren achter een bureau berichtjes inkorten voor de Kabelkrant besloot ik dat ik alleen nog maar werk ging doen dat ik ‘écht leuk’ zou vinden (en waarvoor ik vóóral níet achter een bureau hoefde te zitten, de hoogte van het salaris was eigenlijk nauwelijks een factor, ). Met een bijstandsuitkering leerde ik als vrijwilliger bij Tivoli dat vak van geluidstechnicus en na ruim een jaar kon ik de uitkering al gedag zeggen, omdat ik het zelf bij elkaar verdiende. De jaren daarna vulde ik de financiële gaatjes op met uitzendwerk voor het toenmalige 008 (telefoonnummerinformatie, ook al weer zoiets pre-historisch). Een leuke tijd, omdat het halve kunstenaars- en muzikantenbestand van Utrecht daar een bijbaan had. Het was voor mij een zeer gezellige tijd met bergen prachtige herinneringen, maar het was financieel gezien vooral overleven en goed opletten. Als in die tijd de Corona was ingeslagen, had ik dus geen reserves gehad en zou de buikriem dus nog strakker aan gaan.
Sterker nog, mijn eerste gehaalde ’mijlpaal’ was überhaupt de veertig halen. Omdat mijn huidige vriendin toen al wel een goedbetaalde baan had en al bezig was met zoeken naar een huis, durfde ik voor het eerst na te denken over het bezitten van een huis. (Als ik haar niet had ontmoet, had ik waarschijnlijk ook nu nog geen huis kunnen/willen/hoeven kopen. In mijn/ons individuele geval is er nu dus een soort loterij gewonnen, en dat overkomt gewoon weinig mensen. Dingen gaan zoals ze gaan. Er zijn zeer veel gebieden in het leven waar pech of geluk een rol spelen en ieder krijgt z’n portie 'van alles wat', denk ik altijd maar.)
Als Generatie X hebben we, denk ik, eind ’80, begin ’90 wel het geluk gehad dat de economische groei na de crisis en de tijdgeest in maatschappij ruimte gaf om ons te kunnen ontplooien. Veel tijd ging er ook voor mij zitten in bijvoorbeeld de legalisering en verbouwing van het Labrehuis aan de Plompetorengracht tot woongroepenhuis (zonder geitewollensokken!), midden jaren ’90. Ik heb er twee jaar als kraker en nog ruim vijftien jaar legaal gewoond. Het pand bestaat nog steeds en draait volgens mij nog steeds volgens dezelfde filosofie. Voor mijn oude dag zie ik me, hopelijk nog steeds met mijn huidige vriendin (trouwen is zo ouderwets ;-)), weer op die manier wonen. We hebben al eens nagedacht over een complex aan container-woningen, waar je gezamelijk en toch apart als groep oude vandaagjes nog lang zelfstandig kan blijven wonen. Allerlei voorzieningen kun je op deze manier delen en er is altijd aanspraak.
Volgens mij is ‘het lesje van het virus’ dat ons te grootschalige systeem van leven (economisch, agrarisch, industrieel, recreatief en meer van dat soort begrippen) zeer efficiënt, maar daarmee ook zeer kwetsbaar is geworden. Als scholen later op de dag beginnen en dus ook vroeg in de avond eindigen, kunnen scholieren niet naar hun sportclubs, maar ook niet naar het bijbaantje als vakkenvuller in de supermarkt… Ik zou het prima vinden om de prioriteiten-volgorde: gezondheid eerst, dan de economie en dan de rest (klimaat, kunst, sport, hobby’s) veel meer door elkaar heen te laten lopen. Per situatie kan de prioriteit andere zwaartepunten krijgen.
Al je eten bij die ene supermarkt in de buurt moeten halen, lijkt me treurig
Het gaat denk ik ook niet om ‘winkelshit’ zoals je schrijft, het gaat eerder om nadenken wat en waar je iets koopt. Dankzij het internet verdwijnt de filterende laag winkels die slechts een deel van het totale aanbod verkopen, maar wel een keuze op basis van het feit dat zo’n winkel veel wil verkopen en weinig boze klanten wil. De winkel maakt dus een selectie op kwaliteit versus prijs en vaak zat hij bij je om de hoek, of je ging ‘een dagje naar de stad’. Bij het internetwinkelen ben je ‘on your own’, busjes rijden heen en weer. Al je eten bij die ene supermarkt in de buurt moeten halen, lijkt me treurig.
In adoptie van kinderen hebben mijn vriendin en ik ons ooit ook wel eens verdiept, maar wij bleken toen al te oud om het echt goed te kunnen doen. Met de verhalen die de laatste jaren verschijnen over allerlei misstanden in de adoptiewereld weet ik niet of ik me daar op dit moment nog aan zou wagen.
Je ‘geklaag’ over de huizenprijzen komt op mij trouwens een beetje over als een cliché uit de krant, een korte termijn ongemak, want waarom zou je anno nu een huis willen kopen in Amsterdam, behalve als belegging? Een belegging zou ik alleen doen als ik teveel geld zou hebben. Ik ga er vanuit dat (en anders hoop ik dat voor je) dat je een goede band met je ouders hebt, want (een deel van) die (over)waarde van dat huis zal waarschijnlijk het jouwe worden. Alleen krijg je daar ook nog gratis een portie te beoefenen geduld bij en moet je het zelf verdienen.
Het komt me voor dat voor jou deze coronacrisis vooral als een tijdelijke rem op je carrière voelt, met natuurlijk dat harde verlies in zicht van die nieuwe baan. Maar ik denk ook dat je het liefst weer ‘zoals vroeger’ de draad op wil pakken. Zie je mogelijkheden je carrière inderdaad zoals het ging voort te zetten of uit te breiden? Waar wil je uiteindelijk naar toe? Heb je een plan B?
Nou, ik hoop dat je niet al te verontwaardigd bent geraakt en ik ben dan ook benieuwd naar je antwoord.
Groeten!
Marc