Beginnen met lieve
Lieve Simone,
Wat een goed begin. Om te beginnen met die aanhef. Dat stemde meteen vrolijk en liet mij nadenken over wat ik gepast zou vinden. Ze hadden allemaal gekund wat mij betreft. Door jouw eerste brief heb ik je al een beetje leren kennen, dus ik durf het aan om te beginnen met lieve Simone.
Wat leuk om zomaar een brief te krijgen van iemand die ik niet ken. Of nou ja niet helemaal zomaar, want we hebben ons allebei aangemeld voor Schrijven naar de toekomst. De toekomst. Die is voor mij altijd lastig te grijpen. Ik weet nooit zo goed wat dat precies is. Behalve dat ik denk dat het iets is waarover je kan dagdromen, waar je gedeeltelijk invloed op kan hebben en rationeel gezien: datgene dat nog moet plaatsvinden. Maar toch werd ik getriggerd door een advertentie in ANWB's De Kampioen over dit schrijfproject. Wist je trouwens dat De Kampioen het grootste publiekstijdschrift is van Nederland? Ik ben er lid van, omdat we een auto hebben en geregeld pech. Maar dat terzijde. Wat bijzonder dat ik jou via dit project mag ontmoeten. En wat heb je een mooie eerste brief geschreven. Zoveel waarop ik meteen wilde reageren. Omdat ik nog meer vragen had, of omdat ik het juist een feest van herkenning vond, of omdat ik antwoord wilde geven op je vragen, of dacht: ik ben ook jarig in april! Mijn vriend is iemand van een tweeling en heeft ook een eigen zaak. Of: ik weet hoe het voelt om migraine te hebben, of hoe het is om mensen met dementie te ondersteunen, of iemand in je gezin te hebben met een allergie. Misschien gaan we het nog over deze raakvlakken hebben, maar voor nu denk ik dat je vast ook benieuwd bent naar wie ik ben.
Of heb ik de puzzel nu toch verkeerd gelegd?
Om te beginnen ben ik Mirjam. Mijn achternaam verraadt het al: ik kom inderdaad uit Friesland. Althans, daar ben ik geboren en opgegroeid. Inmiddels woon ik met mijn prille gezin in Zwolle. Daartussen woonde ik in Den Haag, Australië, Groningen, Haarlem (vier maanden) en Amsterdam. Degene met mijn achternaam die jij noemt in je brief ken ik niet. En ik moest even nadenken over de puzzel dat zij, de schoonmoeder van je zus, jonger is dan je zus. Heb ik het dan goed dat je zus een hele jonge man heeft? Of heb ik de puzzel nu toch verkeerd gelegd? Mijn vader draagt die achternaam en is bijna zeventig. Hij heeft ook een groot deel van zijn leven in Lemmer gewoond. Ik heb hem gevraagd of hij haar kent, maar het roept geen herinnering bij hem op. In ieder geval is zij geen directe familie. Mijn vader zegt dat er waarschijnlijk drie naamtakken zijn en dat ze mogelijk uit de tak komt waarin haar vader een achterachterneef is van mijn pake, de vader van mijn papa. Deze tak is vermoedelijk gesplitst in 1700 en volgens mijn vader een afstammeling van Franzis Meindert X. Mijn vader is erg geïnteresseerd in de (familie)geschiedenis. Hij heeft nog wel herinneringen aan een tragische gebeurtenis ergens in de jaren '60 of '70 waarbij de boerderij van een familie in Lemmer met vee en al is afgebrand. Papa denkt dat dit de boerderij van de familie van de schoonmoeder van je zus is. Ken jij dit verhaal ook? Dat moet veel impact hebben gehad.
Ooit een plek waar we met zijn allen het leven vierden en hutje mutje vrolijk op elkaar stonden tijdens grootse concerten en evenementen
En dan het hier en nu: vandaag heb ik mijn tweede coronatest gedaan. De eerste was in oktober 2020 en vandaag moest ik er opnieuw aan geloven. Heb je het al eens ondervonden? Ik vind het een erg surrealistische en onprettige gebeurtenis. Het oplopen van een verkoudheid was tot een jaar geleden iets alledaags waar je vrij weinig mee moest, behalve goed voor jezelf blijven zorgen en zakdoeken kopen. In deze tijd is dat wel anders. Na weken lockdown gaat mijn zoon sinds drie weken voor het eerst naar de opvang. We konden de klok er op gelijk zetten dat hij daar zijn eerste verkoudheid zou oplopen. Zo geschiedde. En wij ontkwamen er thuis ook niet aan. Volgens de regels vroeg ik een coronatest aan en kon ik meteen terecht. Op de fiets naar de IJsselhallen. Ooit een plek waar we met zijn allen het leven vierden en hutje mutje vrolijk op elkaar stonden tijdens grootse concerten en evenementen. Nu een plek waar mensen op anderhalve meter afstand van elkaar rondlopen in beschermende kleding, mondkapjes dragen en waar wattenstaafjes veel te diep in neusholtes verdwijnen. Het contrast kon niet groter. Gelukkig was de uitslag negatief en hebben we hier thuis de reguliere verkoudheid van voor maart 2020 te pakken. Het huidige bestaan biedt ruimte genoeg om het rustig uit te zieken.
En hoe is het om al zo lang moeder te zijn?
Ik werk nu bijna een jaar vanuit huis. Met een onderbreking van vier maanden. Want in juni 2020 werd onze zoon geboren. Wat een gebeurtenis. En ik weet niet beter dan hoe het is om moeder te worden en te zijn in tijden van corona. De 'rust', het kleine bestaan en de traagheid van deze periode zijn een zegen bij het wennen aan zo'n grote verandering in het leven. De 'rust' zet ik tussen aanhalingstekens omdat het leven in deze coronaperiode ergens ook heel onrustig is, want je moet over veel nieuwe dingen nadenken, zoals afstand houden van mensen die je het liefst dichtbij je hebt. Daarnaast zijn de aanhalingstekens ook van toepassing op het prille moederschap en het leven met een kersverse baby, want dat brengt best wat reuring met zich mee. Herken je dat ook van 21 jaar geleden? Toen je voor het eerst moeder werd? Heb je nog veel herinneringen aan het voor het eerst moeder worden? En hoe is het om al zo lang moeder te zijn? En om moeder te zijn van een tweeling? Dat lijkt mij een heel mooie gebeurtenis. Ik wen ondertussen wat aan dit nieuwe, en gedeeltelijk tijdelijke, bestaan. Zowel het moeder zijn als het leven en werken in deze bizarre tijd. Ik werk als communicatieadviseur in Overijssel. Wij bieden ondersteuning aan mensen met een psychische kwetsbaarheid. Mensen die moeite hebben met het alledaagse bestaan. En deze tijd draagt daar meestal niet aan bij. Ik zit als communicatieadviseur in ons coronacrisisteam en ondersteun de organisatie bij het vertalen van de landelijke maatregelen naar onze organisatie. Inmiddels heb ik vanuit mijn rol al 59 corona-updates verstuurd. Ik hoop dat we de honderd niet gaan halen en dit jaar het coronacrisisteam weer kunnen opheffen.
Uit jouw brief maak ik op dat jij ook op sommige vlakken moet meebewegen in deze rare tijd. Ik snap goed dat je voorzichtig bent met het oog op je medemens. En verdrietig om te horen dat je twee mensen uit je nabije omgeving hebt verloren door dit virus.
Inmiddels is mijn eerste brief aan jou ook best al lang en dan heb ik zoveel nog niet gevraagd of verteld. Dat komt vast nog. Ik kijk in ieder geval uit naar je ps: de verhalen over je hond. Dan zal ik in een volgende brief eens vertellen over onze rode kater Fred. Voor nu een fijne avond, een mooi weekend en een goede week!
Liefs,
Mirjam