Hoi Roos, hoe gaat het met je?
Beste Roos, Lieve Roos, Hoi Roos,
Hoe begin je een brief aan iemand die je niet kent? ‘Beste Roos’ voelt nu al te formeel voor wat we samen gaan doen de komende tijd, en ‘Lieve Roos’ is misschien een beetje te amicaal voor ons eerste contact. Voor nu volsta ik dus maar even met een korte en krachtige groet.
Hoi!!!
Nu we de komende tijd als penvriendinnen aan elkaar gekoppeld zijn (ik krijg meteen een associatie met het meidenblaadje de Penny) kunnen we natuurlijk altijd nog overgaan tot ‘Lieve Roos’, want lieve en Roos klinken van nature als twee woorden die wel bij elkaar zouden moeten horen. Afijn.
Hoi Roos, hoe gaat het met je?
'Hé, gaat het goed?!' Durf dan nog maar eens nee te zeggen
Een vaak gestelde vraag: 'Hoi, hoe gaat het?' En: 'Hé, hoe is het?' De twee woorden ‘met’ en ‘jou’, oftewel: 'Hoe gaat het met jou?' Zijn in de laatste jaren al ergens in ons vocabulaire verloren gegaan. Het is een vraag en een groet ineen en niet eens echt een vraag, meer een semi-beleefde en ongeïnteresseerde dagelijkse omgangsvorm. Vaak ben ik net zoals vele anderen niet echt geïnteresseerd in het antwoord, of neem ik daar niet echt de tijd voor. De 'Hé hoe is het?' wordt meestal zo’n beetje achteloos in het luchtledige geroepen, met een daarbij passende ferme hoofdknik. Soms vragen we niet eens meer hoe het gaat en gaan we er gemakshalve maar even vanuit dat het wel goed gaat en zeggen we: 'Hé, gaat het goed?!'
Durf dan nog maar eens nee te zeggen.
Deze uit de hand gelopen groet heeft in deze coronatijd wat mij betreft zijn oude vorm weer een beetje teruggekregen. Ik ben namelijk nu meer dan ooit echt benieuwd naar wat het antwoord is. In de afgelopen weken heb ik de vraag vaker met aandacht gesteld en ik heb niet eerder zoveel eerlijk(er) antwoord gekregen.
Misschien vraag ik nu ook vaker aan de ander hoe het gaat, in de hoop iets van mijn eigen gevoelens in de ander weerspiegeld te zien. Ik krijg nu een enorm scala aan gevoelens en emoties voorgeschoteld, van moedeloos tot hoopvol, van angstig tot dankbaar, en van: 'Ik moet zoveel ballen in de lucht houden', tot: 'Ik ben blij dat ik in deze tijd ineens tijd heb voor wat echt belangrijk in het leven is.'
Het lijkt erop dat we in tijden van corona en in tijden van collectieve onzekerheid er met elkaar niet omheen kunnen om oog te hebben voor de gevoelens van de ander en uit te reiken naar elkaar. Dat zowel ik als die ander er niet omheen kan om iets van zichzelf te laten zien. Iets menselijks en iets van onvermogen. Dat we ons moedig voorwaarts door de weken voortploeteren, waarin we soms hoopvol zijn en soms gewoon een beetje sip zijn.
Roos, ik ben benieuwd hoe jij deze tijd ervaart? Ik heb begrepen dat we een aantal overeenkomsten hebben. We zijn ergens rond de 40, samenwonend en moeder van twee kids. Meer weet ik nog niet. Heb je net zoals ik gestruggeld met thuisonderwijs, je eigen werk, schema's, allerhande thuistips in coronatijden, jezelf en die ander? Hoe reageer jij in tijden van onvoorspelbaarheid? Wat zijn jouw eerste neigingen wanneer de dingen anders lopen dan verwacht en gehoopt? Ik ben nieuwsgierig.
Ik ging meteen in de regelmodus, in de hoe-is-het-met-iedereen modus, app/bel/uitreikmodus, grappige-filmpjes-rondstuur modus
Ikzelf kwam meteen terecht in de krochten van mijn eigen controledrift. Meteen na de bekendmaking van de intelligente lockdown (bestaat er zoiets als een domme lockdown, vraag ik me dan af, maar ja, dat terzijde) ging ik aan de slag met schema's en schoolplanningen, want stel je nu eens voor dat ik niet meteen het antwoord had op hoe we dit met elkaar moesten doen? Ik ging meteen in de regelmodus, in de hoe-is-het-met-iedereen modus, app/bel/uitreikmodus, grappige-filmpjes-rondstuur modus, zoomborrel modus, werkinitiatief modus, filmpjes-monteer modus (want tja, deze bijzondere thuisperiode moest dan ook voor later vastgelegd, wel-zo-leuk modus). Oftewel: we-gaan-dit-varkentje-wel-even-wassen modus en kijk-mij-dit-eens-fixen... Ik kan dit.
Deze in eerste instantie ogenschijnlijk proactieve modus hield ik denk ik twee weken vol om daarna overvallen te worden door een gevoel van algehele sipheid, gevoelens van beknelling en een gevoel van totale uitzichtloosheid. Snel geïrriteerd door alles en iedereen, lekker in de weerstand, omdat ik niet snapte hoe anderen zich al zen en mediterend (ogenschijnlijk denk ik dan) en zonder verzet meteen al in de overgavestand gingen. De dankbaarheidsemoji's op Insta maakte mij eerder woedend in plaats van dankbaar. Beetje gechargeerd natuurlijk, maar even voor het beeld. Laten we het erop houden dat ik in tijden van onzekerheid een beetje moeite heb met mezelf overgeven aan het onbekende. Accepteren en loslaten behoren in eerste instantie niet echt tot mijn kernkwaliteiten.
Week nummer drie en vier stonden dus vooral in het teken van verzet. Het niet willen, het eruit weg willen, het balen van de geringe maakbaarheid van het leven. Tegelijkertijd waren het ook de weken dat ik op zoek ging naar wat wel nog mogelijk was en er zodoende een paar nieuwe woorden bijkwamen in onze anderhalvemetermaatschappij. Social distance borrels bijvoorbeeld. Hier in onze buurt werd er wat afstand-social-gedistance-borreld. Met de buren (overwegend ouders met kinderen in dezelfde leeftijdscategorie) soms wat aan de vroege kant. Neem een woensdagmiddag om tien over drie en er werd al besloten een fles wijn (of twee, of drie) open te trekken. Om zo gezamenlijk de algehele malaise met humor en een roesje te doorstaan.
Het was magisch en prachtig om Amsterdam weer eens echt te zien
Ook ontdekte ik mijn mooie stad weer met haar lege straten. Elke week maakte ik met een andere vriendin een andere stadswandeling. Over de wallen, de grachten in de binnenstad en de mooie pleinen. Plekken waar je eigenlijk nooit meer uit vrije wil komt. Het was magisch en prachtig om Amsterdam weer eens echt te zien. Ontdaan van alle drukte en in al haar glorie.
En wandelen op afstand natuurlijk. Ik wil natuurlijk niet de indruk wekken dat ik me niet aan de regels gehouden heb 😉. Ik heb wel degelijk vrij snel al de grenzen opgezocht van wat mocht en in mijn interpretatie daarvan. Zo speelden de kinderen uit de buurt al snel buiten met elkaar. In die zin liet ik mij in mijn keuzes vooral voeden door nieuws waaruit bleek dat dit gewoon zou moeten kunnen. Zo ben ik dan ook wel weer.
De laatste weken hebben, zoals dat bij mij vaak gaat, in het teken gestaan van meer overgave aan hoe het is. Dat dit nou eenmaal is zoals het is. Eerst in verzet om daarna stapje voor stapje richting iets meer acceptatie te bewegen en in het besef dat ook ik maar een beperkte invloed op het leven heb. Dat ook ik kan voelen hoe relatief goed we het hebben met ons gezin, dat we - na enige opstartproblemen - het eigenlijk verdomd goed met elkaar hebben, in tegenstelling tot sommige gezinnen waarmee ik werk. Dat we in een land leven waarin mijn man met zijn eigen bedrijf zonder gedoe en snel een uitkering kan krijgen, zodat we het financieel nog redelijk redden en de hypotheek gewoon nog kunnen betalen. Dat ik blij ben met de buurt waarin we wonen, met ons huis en de vierkante meters, zodat ik mij voor werk kan terugtrekken op zolder en dat de mensen om mij heen nog gezond zijn. Ook niet onbelangrijk.
Tja, dus ook ik ben best een beetje dankbaar, haha. Niet de hele tijd natuurlijk. We moeten niet overdrijven... En dat een 21 dagen durende meditatie challenge met Oprah en Deepak daar een significante bijdrage aan levert, daar kan ook ik niet omheen. Dat weet ik natuurlijk ook wel. Het duurt gewoon altijd even.
Zonnige groeten,
Sasha