Groen maakt rustig
Lieve Marie,
Ik ga gewoon beginnen met ‘lieve’; we hebben nu al zo’n tijd geschreven, dat dat wel kan, dunkt me. Wat een mooi verschijnsel is dat, dat je nabijheid van iemand kunt ervaren, terwijl je elkaar buiten het briefpapier om niet kent. Ik denk tegenwoordig regelmatig aan je, zonder precies te weten wie je bent en hoe je eruit ziet (vooral dat laatste vind ik erg leuk). Je bent in woorden, en als ik aan je denk, denk ik vaag aan een beeld dat ik heb van Den Haag, en aan je handgeschreven velletjes briefpapier. En dat is genoeg. Dan besta je al in mijn hoofd.
Jouw laatste brief op echt briefpapier heeft me aangespoord om ook maar weer eens briefpapier aan te schaffen. Je moet het doen met een geschilderd kader van Van Gogh (toch niet de minste). Het was niet zomaar te vinden trouwens, briefpapier. Oh, ik schrijf door op de achterkant. Schoffeer ik nu het chique briefpapier?Wij hebben al een aantal jaren een tuinhuisje met tuin, net buiten de ring
Je relaas over de afdeling Groene vingers klinkt heel fijn en als iets om naar uit te zien. Groen maakt rustig. Heb je waar je woont ook de mogelijkheid om iets in de aarde te stoppen? Of misschien een balkon dat zich leent voor tuinieren op bescheiden schaal? Wij hebben al een aantal jaren een tuinhuisje met tuin, net buiten de ring. Voor die tijd wist ik eigenlijk niet of ik dat werken in de tuin echt leuk zou vinden, maar het is gebleken dat ik daar heel veel plezier aan beleef. Mijn dochter noemt het ‘de woestuin’, wat wel zo ongeveer de staat van ons lapje grond beschrijft, maar dat vind ik fijn. Het houdt eigenlijk het midden tussen een bos- en sloottuin. Veel schaduw, bomen en struiken, en aan de achterkant wat fruitboompjes op een strookje gras aan de slootkant. Het is een zalige plek.
Het is de vraag wanneer wij de pechvogels zullen zijn
Wat je schrijft over Dimitri Verhelst en je visie op de toekomst, voel ik ook zo. En dat de hel allang op aarde aanwezig is, is ook een feit. Ik vind het wel mooi dat je zegt: ‘Het is de vraag wanneer wij de pechvogels zullen zijn’, en dat je tegelijkertijd doordrongen bent van het besef dat we het zo goed hebben, hier, nu. Ik ervaar dat precies zo. Die utopie waar je het over hebt; ik hoop het, ik hoop het zo, dat we inderdaad ook nog naar zo’n verhaal toe kunnen schrijven met z’n allen. Nou ja, een deel van z’n allen dan toch. Ik vrees dat een ernstige uitdunning van de mensheid wel een voorwaarde is voor de utopische optie. We gaan het zien. Alles wat we kunnen doen, is ons overgeven aan het leven, ons eraan verbinden en vervolgens niet aflatend richting blijven zoeken.
Dat richting zoeken zal nooit ophouden. Of dat nu in het groot of in het klein is. Of het nu over de koers van de wereld, of de mensheid als geheel is, of over je eigen koers en te bewandelen levenspad gaat. Je schrijft over je twijfel of je een gezin wilt starten. Moeilijke afwegingen zijn dat. Zoals ik het zelf heb ervaren, is het wel een enorme verbinding aan het leven, en daar ben ik meer dan blij mee. Tegelijkertijd klinkt het zo gek, want het impliceert dat als je geen kinderen hebt, je die verbinding met het leven niet zou maken, wat totale onzin is. Iets anders wat zo ingewikkeld is aan zo’n ‘besluit’ (want jij merkt terecht op dat je van alles kunt kiezen of willen, maar dat zegt natuurlijk niet dat het ook zal gebeuren), is dat als het werkelijkheid wordt, het ook onomkeerbaar is. Dat vinden wij tegenwoordig nogal angstaanjagend, en ik denk dat veel jonge mensen van nu, die zijn opgegroeid met een wereld aan keuzes en het motto ‘geluk is een keuze’, het een veel moeilijkere afweging vinden dan de generaties voor ons. Maar keus of geen keus, beide scenario’s hebben zo hun voordelen. Ik denk wel dat je met zekerheid kunt zeggen dat het leven mét kinderen heel anders is dan het leven zonder.
Ik denk dat veel jonge mensen van nu, die zijn opgegroeid met een wereld aan keuzes en het motto ‘geluk is een keuze’, het een veel moeilijkere afweging vinden dan de generaties voor ons
Voor mij persoonlijk geldt dat ik heel blij ben met wat het met mij heeft gedaan, al was dat niet meteen vanaf het begin een onverdeeld genoegen. Maar misschien is dat het ook juist wat er goed en mooi aan is: dat je doorvoelt dat alles er tegelijkertijd, door elkaar heen, en dan weer parallel of juist als door een waterscheiding van elkaar gescheiden, is. Dat dualiteit, of het feit dat je de dingen zo beleeft, dat je ambiguïteit voelt, dat dat precies is wat het ook van waarde laat zijn, gelaagdheid brengt, contrast, en daarmee ook verdieping. Ik heb mezelf in ieder geval stukken beter leren kennen. Dat had ik niet willen missen.
Er zijn nog zo veel dingen waar ik met je over zou willen schrijven, dat het lijkt alsof het altijd te kort is. Ik denk regelmatig aan wat je over vriendschap schreef, en over het hervinden daarvan, wat maakte dat ik dacht: ok, misschien zijn we (mijn beste vriend van ooit en ik) elkaar even kwijt, maar we vinden elkaar wel weer, op een goeie dag.
Je vroeg ook wanneer er een tentoonstelling zou zijn van mijn werk. Ik heb echt geen idee. Het maken van werk gaat momenteel (of misschien wel altijd) zo tergend traag, dat ik niks kan zeggen over wanneer er iets toonbaars af is. Ik ben ook weer allerlei nieuws aan het leren in de drukwerkplaats, waar ik een vervulling van voel die zalig is. Meer, meer! Hopelijk kan ik steeds beter iets maken hoe ik het oorspronkelijk in gedachten had. Dat idee en het eindresultaat elkaar daadwerkelijk ontmoeten in dat wat ik maak. Maar zo ver is het nog niet. In wording, het is allemaal nog in wording.
Nou, Marie, dit is het weer voor deze keer. Ik hoop je gauw weer te lezen.
Liefs,
Machteld