Een echte Amsterdammer

Hi Livia!

Wat ontzettend leuk om van je te horen. Ik snap dat je je naam liever nog even voor je houdt. Hoewel sommige mensen zullen zeggen dat een naam 'slechts' een naam is, is het voor mij zoveel meer dan dat – zoiets persoonlijks. Ik ben zelf de eerste negen jaar van mijn leven door het leven gegaan als Lotte, maar gek genoeg heb ik me nooit helemaal kunnen identificeren met deze naam (ook omdat ik destijds sliste en het meer als 'Lotse' uit mijn mond kwam).

Lot is wie ik ben en door mij op eigen houtje anders te noemen, voelt het bijna alsof je ontkent wie ik ben

Op mijn 9e heb ik besloten dat het voortaan Lot zou zijn. Toen zijn mijn vrienden en familie (vader, moeder en twee zusjes) mij ook allemaal zo gaan noemen. Hoewel ik mij altijd voorstel als Lot, en dit ook via bijvoorbeeld (werk)email en werkchat mijn officiële naam is, komt het supervaak voor dat mensen mij hardnekkig Lotte blijven noemen, of mijn e-mails beantwoorden met: 'Beste Lotte'. Zij begrijpen zelf vaak het probleem niet zo. ('Oh haha, ja maar het is toch bijna hetzelfde?' of: 'Oh nou het komt omdat ik iemand anders ken die Lotte heet'), maar voor mij maakt het zoveel verschil. Lot is wie ik ben en door mij op eigen houtje anders te noemen, voelt het bijna alsof je ontkent wie ik ben. Dit klinkt misschien een beetje dramatisch, maar wat ik vooral bedoel te zeggen is dat namen voor mij zo dicht samenhangen met identiteit en dat het daarom ook zo belangrijk is om iemand te noemen zoals die genoemd wil worden.

Een naam bedenken voor onze dochter was hierdoor inderdaad ook best een klus. Des te meer omdat mijn partner Engels is en wij een naam wilden die in beide talen hetzelfde wordt uitgesproken. We hadden uiteindelijk een shortlist van drie namen, totdat ik tegen het einde een heel sterk gevoel kreeg dat de baby in mijn buik toch écht een Davey was (één van de drie namen). Het komt van 'Devi', het woord voor 'godin' binnen het hindoeïsme. Fun fact: een paar weken na mijn bevalling kwam ik een oud-studiegenoot van religiestudies tegen die ook net was bevallen. Haar dochter heet Thove, wat 'Godin' betekent in de Noorse mythologie. Kennelijk een tic die hoort bij ons vakgebied!

Tot 3.00 uur in de kroeg hangen en dan om 9.00 uur weer in de collegebanken – en dat meerdere keren per week – geen idee hoe ik het volhield!

Heel leuk om te lezen dat je middenin je studententijd zit. Zo fijn dat alles nu ook weer kan! Hoe is dat voor jou geweest tijdens corona? Mijn studententijd was redelijk vergelijkbaar. Ik studeerde geschiedenis (later gecombineerd met religiestudies), werkte in de horeca en was heel actief bij de studievereniging Kleio (voor geschiedenis en kunstgeschiedenis van de UvA). Mooie jaren met heel veel borrels en reizen en weinig slaap. Tot 3.00 uur in de kroeg hangen en dan om 9.00 uur weer in de collegebanken – en dat meerdere keren per week – geen idee hoe ik het volhield! Het maakte het denk ik makkelijker dat ik alles wat ik deed ook echt heel leuk vond. Is er een specifieke reden voor jou dat je geen kunstgeschiedenis bent gaan studeren, ondanks dat je dit eigenlijk het liefst zou willen?

Wat betreft water of land – ik denk dat ik meer een land-mens ben. Ik vind het heerlijk om óp het water te zitten of om op een gure dag naar het strand te gaan, maar ín het water ben ik niet graag. De onderwaterwereld beangstigt me nogal, en het water bezit een enorme kracht waar ik liever naar kijk dan mee speel. Ik vind het prachtig en intrigerend, maar ik blijf liever zelf met mijn voeten in de aarde.

Hoe rustig de natuur mij ook kan maken, uiteindelijk ben ik wel echt een stadsmens. Of eigenlijk zeg ik dat verkeerd, ik ben een echte Amsterdammer

Ik kom niet zo veel in de natuur als ik graag zou willen. Ik houd heel erg van kamperen en zou volgende zomer het liefst met een camperbusje door de Schotse bergen toeren. Maar in het dagelijks leven komt het er vaak niet echt van om de stad uit te gaan en de natuur in te trekken. Hoe rustig de natuur mij ook kan maken, uiteindelijk ben ik wel echt een stadsmens. Of eigenlijk zeg ik dat verkeerd, ik ben een echte Amsterdammer. Ik heb veel andere steden gezien en heb ook in Berlijn, Londen en Kopenhagen gewoond, en uiteindelijk kom ik telkens weer tot de conclusie dat ik me in Amsterdam gewoon echt op mijn plek voel. Ik denk doordat het heel stads, maar toch ook heel dorps/kleinschalig aanvoelt.

Ik vind het wel heel jammer dat de stad haar diversiteit en haar rauwe randje lijkt kwijt te raken. Ik ben opgegroeid in De Pijp, maar daar zou ik nu echt niet meer willen wonen. Bos en Lommer voelt nog een beetje zoals De Pijp vroeger was, dat trekt me denk ik ook zo aan onze buurt. Hoe bevalt het jou hier? Merk je grote verschillen met Zutphen? Dan doel ik met name op dingen als mentaliteit en (stads)cultuur. Ik ben zelf een paar keer in Zutphen geweest en het is natuurlijk duidelijk anders dan Amsterdam, maar ik heb geen idee hoe het is om er te wonen of op te groeien.

Ik heb zelf echter het idee dat ik niks tekort ben gekomen, zelfs niet op driehoog zonder buiten

Toen ik zwanger was, is het thema 'opgroeien in de stad' versus 'opgroeien op het platteland' veel voorbij gekomen. Mijn partner is opgegroeid in een klein dorpje in Kent, dus voor hem was het een vreemd idee om een kind te krijgen in de stad. Ik heb zelf echter het idee dat ik niks tekort ben gekomen, zelfs niet op driehoog zonder buiten. Sterker nog, ik heb het idee dat het me veel heeft gegeven. Met zoveel soorten mensen en alle mogelijkheden om je heen kun je je echt vrij ontwikkelen en ik denk dat het me ook erg open-minded heeft gemaakt. Wel zou ik het zelf fijn vinden als mijn kinderen wat makkelijker naar buiten kunnen, dus we zijn op dit moment aan het kijken of we iets verderop in Slotermeer willen gaan wonen, in een huis met een tuin.

De openmindedness waar ik het over heb, heb ik denk ik ook deels van huis uit meegekregen. Mijn moeder is katholiek opgevoed, maar heeft zich op haar 18e laten uitschrijven. Zij wilde ons echter ook de keuze meegeven, net zoals zij de keuze had gehad om niet gelovig te zijn. Dus ze heeft ons in onze jeugd vaak meegenomen naar de kerk – met Kerstmis en Pasen naar de kindermis, op vakantie vaak ergens kaarsjes aansteken, en ze heeft zelfs een paar jaar een kinderkerkkoor geleid waar wij ook in zaten. Ze is hierdoor ook goed bevriend geraakt met de pastoor van 'onze' kerk, de Vredeskerk hier in Amsterdam. Hij is recentelijk nogal in opspraak geraakt vanwege zijn openbaringen als homoseksueel die zich niet aan het celibaat hield. Misschien heb je hier iets van meegekregen. Het is jammer dat het zo is gelopen – hij was voor mij echt een inspirerend persoon die de gemeenschap aan elkaar verbond en met beide benen in de realiteit stond.

Aan de ene kant heb ik de kerk altijd ervaren als een plek van verbinding, inspiratie en zelfontplooiing, maar tegelijkertijd kan het geloof ook zo ontzettend verdelen

Het legt voor mij ook mijn eigen dubbele houding ten opzichte van het geloof bloot: aan de ene kant heb ik de kerk altijd ervaren als een plek van verbinding, inspiratie en zelfontplooiing, maar tegelijkertijd kan het geloof ook zo ontzettend verdelen. Het is precies deze wisselwerking of tweedeling die mij altijd erg intrigeert. Met mijn vader las ik vroeger overigens altijd mythologische verhalen en vanaf mijn 8ste was ik helemaal blind van de musicalfilm Jesus Christ Superstar. Er zit dus ook iets in dat verhalende wat mij heel erg boeit. Rudolph Steiner ken ik trouwens alleen vanuit het onderwijs. Wat houdt de kerk precies in?

Inmiddels doet mijn hand een beetje pijn (ik ben linkshandig en schrijven kost daardoor wat meer kracht, al doe ik het wel heel graag!) Dus ik ga er langzaam een einde aan breien. Er valt nog genoeg te zeggen, maar gelukkig hoeven we ons ook niet te beperken tot één brief.

Ik sluit af met een volgtip in de categorie koken: BOSH! Ik eet zelf veganistisch en de mannen van BOSH! Hebben superfijne gerechten. Je kunt ze online vinden, maar ze hebben ook kookboeken. Een favoriet hier in huis is het boek Speedy Bosh, met gerechten van onder de dertig minuten (al doe ik er vaak iets langer over).

Hier houd ik het bij voor nu. Ik verheug me op je volgende brief!

Liefs,

Lot

Beginnen met lieve

Lieve Simone,

Wat een goed begin. Om te beginnen met die aanhef. Dat stemde meteen vrolijk en liet mij nadenken over wat ik gepast zou vinden. Ze hadden allemaal gekund wat mij betreft. Door jouw eerste brief heb ik je al een beetje leren kennen, dus ik durf het aan om te beginnen met lieve Simone.

Wat leuk om zomaar een brief te krijgen van iemand die ik niet ken. Of nou ja niet helemaal zomaar, want we hebben ons allebei aangemeld voor Schrijven naar de toekomst. De toekomst. Die is voor mij altijd lastig te grijpen. Ik weet nooit zo goed wat dat precies is. Behalve dat ik denk dat het iets is waarover je kan dagdromen, waar je gedeeltelijk invloed op kan hebben en rationeel gezien: datgene dat nog moet plaatsvinden. Maar toch werd ik getriggerd door een advertentie in ANWB's De Kampioen over dit schrijfproject. Wist je trouwens dat De Kampioen het grootste publiekstijdschrift is van Nederland? Ik ben er lid van, omdat we een auto hebben en geregeld pech. Maar dat terzijde. Wat bijzonder dat ik jou via dit project mag ontmoeten. En wat heb je een mooie eerste brief geschreven. Zoveel waarop ik meteen wilde reageren. Omdat ik nog meer vragen had, of omdat ik het juist een feest van herkenning vond, of omdat ik antwoord wilde geven op je vragen, of dacht: ik ben ook jarig in april! Mijn vriend is iemand van een tweeling en heeft ook een eigen zaak. Of: ik weet hoe het voelt om migraine te hebben, of hoe het is om mensen met dementie te ondersteunen, of iemand in je gezin te hebben met een allergie. Misschien gaan we het nog over deze raakvlakken hebben, maar voor nu denk ik dat je vast ook benieuwd bent naar wie ik ben.

Of heb ik de puzzel nu toch verkeerd gelegd?

Om te beginnen ben ik Mirjam. Mijn achternaam verraadt het al: ik kom inderdaad uit Friesland. Althans, daar ben ik geboren en opgegroeid. Inmiddels woon ik met mijn prille gezin in Zwolle. Daartussen woonde ik in Den Haag, Australië, Groningen, Haarlem (vier maanden) en Amsterdam. Degene met mijn achternaam die jij noemt in je brief ken ik niet. En ik moest even nadenken over de puzzel dat zij, de schoonmoeder van je zus, jonger is dan je zus. Heb ik het dan goed dat je zus een hele jonge man heeft? Of heb ik de puzzel nu toch verkeerd gelegd? Mijn vader draagt die achternaam en is bijna zeventig. Hij heeft ook een groot deel van zijn leven in Lemmer gewoond. Ik heb hem gevraagd of hij haar kent, maar het roept geen herinnering bij hem op. In ieder geval is zij geen directe familie. Mijn vader zegt dat er waarschijnlijk drie naamtakken zijn en dat ze mogelijk uit de tak komt waarin haar vader een achterachterneef is van mijn pake, de vader van mijn papa. Deze tak is vermoedelijk gesplitst in 1700 en volgens mijn vader een afstammeling van Franzis Meindert X. Mijn vader is erg geïnteresseerd in de (familie)geschiedenis. Hij heeft nog wel herinneringen aan een tragische gebeurtenis ergens in de jaren '60 of '70 waarbij de boerderij van een familie in Lemmer met vee en al is afgebrand. Papa denkt dat dit de boerderij van de familie van de schoonmoeder van je zus is. Ken jij dit verhaal ook? Dat moet veel impact hebben gehad.

Ooit een plek waar we met zijn allen het leven vierden en hutje mutje vrolijk op elkaar stonden tijdens grootse concerten en evenementen

En dan het hier en nu: vandaag heb ik mijn tweede coronatest gedaan. De eerste was in oktober 2020 en vandaag moest ik er opnieuw aan geloven. Heb je het al eens ondervonden? Ik vind het een erg surrealistische en onprettige gebeurtenis. Het oplopen van een verkoudheid was tot een jaar geleden iets alledaags waar je vrij weinig mee moest, behalve goed voor jezelf blijven zorgen en zakdoeken kopen. In deze tijd is dat wel anders. Na weken lockdown gaat mijn zoon sinds drie weken voor het eerst naar de opvang. We konden de klok er op gelijk zetten dat hij daar zijn eerste verkoudheid zou oplopen. Zo geschiedde. En wij ontkwamen er thuis ook niet aan. Volgens de regels vroeg ik een coronatest aan en kon ik meteen terecht. Op de fiets naar de IJsselhallen. Ooit een plek waar we met zijn allen het leven vierden en hutje mutje vrolijk op elkaar stonden tijdens grootse concerten en evenementen. Nu een plek waar mensen op anderhalve meter afstand van elkaar rondlopen in beschermende kleding, mondkapjes dragen en waar wattenstaafjes veel te diep in neusholtes verdwijnen. Het contrast kon niet groter. Gelukkig was de uitslag negatief en hebben we hier thuis de reguliere verkoudheid van voor maart 2020 te pakken. Het huidige bestaan biedt ruimte genoeg om het rustig uit te zieken. 

En hoe is het om al zo lang moeder te zijn?

Ik werk nu bijna een jaar vanuit huis. Met een onderbreking van vier maanden. Want in juni 2020 werd onze zoon geboren. Wat een gebeurtenis. En ik weet niet beter dan hoe het is om moeder te worden en te zijn in tijden van corona. De 'rust', het kleine bestaan en de traagheid van deze periode zijn een zegen bij het wennen aan zo'n grote verandering in het leven. De 'rust' zet ik tussen aanhalingstekens omdat het leven in deze coronaperiode ergens ook heel onrustig is, want je moet over veel nieuwe dingen nadenken, zoals afstand houden van mensen die je het liefst dichtbij je hebt. Daarnaast zijn de aanhalingstekens ook van toepassing op het prille moederschap en het leven met een kersverse baby, want dat brengt best wat reuring met zich mee. Herken je dat ook van 21 jaar geleden? Toen je voor het eerst moeder werd? Heb je nog veel herinneringen aan het voor het eerst moeder worden? En hoe is het om al zo lang moeder te zijn? En om moeder te zijn van een tweeling? Dat lijkt mij een heel mooie gebeurtenis. Ik wen ondertussen wat aan dit nieuwe, en gedeeltelijk tijdelijke, bestaan. Zowel het moeder zijn als het leven en werken in deze bizarre tijd. Ik werk als communicatieadviseur in Overijssel. Wij bieden ondersteuning aan mensen met een psychische kwetsbaarheid. Mensen die moeite hebben met het alledaagse bestaan. En deze tijd draagt daar meestal niet aan bij. Ik zit als communicatieadviseur in ons coronacrisisteam en ondersteun de organisatie bij het vertalen van de landelijke maatregelen naar onze organisatie. Inmiddels heb ik vanuit mijn rol al 59 corona-updates verstuurd. Ik hoop dat we de honderd niet gaan halen en dit jaar het coronacrisisteam weer kunnen opheffen. 

Uit jouw brief maak ik op dat jij ook op sommige vlakken moet meebewegen in deze rare tijd. Ik snap goed dat je voorzichtig bent met het oog op je medemens. En verdrietig om te horen dat je twee mensen uit je nabije omgeving hebt verloren door dit virus. 

Inmiddels is mijn eerste brief aan jou ook best al lang en dan heb ik zoveel nog niet gevraagd of verteld. Dat komt vast nog. Ik kijk in ieder geval uit naar je ps: de verhalen over je hond. Dan zal ik in een volgende brief eens vertellen over onze rode kater Fred. Voor nu een fijne avond, een mooi weekend en een goede week!

Liefs,
Mirjam

De dood, zo ver weg en opeens toch zo dichtbij

Het leven is eindig.’  

Deze zin spookt nu al weken door mijn hoofd, om precies te zijn, sinds vrijdag 3 juli. Die dag was ik met mijn moeder mee naar het ziekenhuis voor de uitslag van het onderzoek. De chirurg windt er geen doekjes om: “Ik heb slecht nieuws voor u. De kanker is weliswaar niet uitgezaaid, maar er zitten te veel slechte plekjes om nog te kunnen opereren of bestralen. We kunnen u helaas niet meer beter maken...”

Mam schrikt, ze wankelt haast een beetje op haar stoel. Ze herpakt zich en zegt dat ze het al een beetje voelde aankomen. Dat ze al langer het gevoel heeft dat ze in reservetijd leeft. Toch is mijn nuchtere moeder zichtbaar van haar stuk. De arts licht verder toe: “Natuurlijk gaan we er alles aan doen om de groei te remmen, om zo lang mogelijk een goede kwaliteit van leven te behouden.”

Pfff. Ik weet niet wat ik had verwacht, maar ook ik was hier niet op voorbereid. Vorige week waren we nog zo blij dat het niet was uitgezaaid. Nu is ze opeens ‘uitbehandeld’. Wat een kutwoord! Ik krijg het nog steeds niet goed over mijn lippen.

Mijn veerkrachtige moeder, als ze geen kanker had kon ze wel 97 worden.

Natuurlijk is het leven eindig. Daar ben ik me van bewust sinds mijn oma vrij jong nog, op haar zestigste, overleed. Ik was zeven. Mijn moeder is 87, dus ik kan niet zeggen dat het niet eerlijk is. Je moet ergens aan doodgaan nietwaar. Toch komt dit onverbiddelijke nieuws hard binnen. Mijn veerkrachtige moeder, als ze geen kanker had kon ze wel 97 worden.

Twaalf jaar geleden kreeg ze voor het eerst borstkanker. Toen leek het bijna een routinezaak. Ze werd bestraald en kreeg een borstsparende operatie (hoewel de borst er van haar wel af had gemogen). De behandeling ging – zeker voor mijn zus en mij op afstand – vrijwel geruisloos voorbij.

Twee jaar geleden verliep heel anders. Enkele weken na de laatste mammacare-controle ontdekte ze zelf toch weer een gek plekje op dezelfde borst. Na allerlei onderzoeken bleek dat de kanker nu niet in één maar in twee borsten zat. Het was alsof we met z’n allen in een rollercoaster stapten.

Het ene moment twijfelden de deskundigen of ze er op deze leeftijd überhaupt nog niets aan konden doen. Bij het volgende consult stelden ze voor om beide borsten te amputeren. Uiteindelijk werd het één borst eraf, de andere borstsparend, en daarna tig keer op en neer naar het AMC voor warmtebestraling.

De geriater oordeelde dat het met de hoofden (van zowel mijn moeder als mijn vader) wel goed zat.

Of ze eerst nog wel even langs de geriater wilde om het risico op een delier te beoordelen. “Dat ga ik echt niet doen,” zei mijn moeder. “Protocol,” zei mijn vader. De geriater oordeelde dat het met de hoofden (van zowel mijn moeder als mijn vader) wel goed zat. “Ik verwacht u hier na de operatie niet meer terug te zien.”

Inmiddels is voor de derde keer borstkanker geconstateerd en zijn er alweer een paar weken verstreken sinds die fatale diagnose: “We kunnen u helaas niet meer beter maken.” Alles leek anders, terwijl er feitelijk niet       zoveel veranderd is. Ze krijgt pillen en injecties om de groei te vertragen. Een prognose kunnen ze niet geven.  De huisarts sprak over een paar maanden. De oncoloog denkt dat ze de kerst wel gaat halen, misschien zelfs die van 2021 wel.

Mijn vaders ogen gaan tegelijkertijd hard achteruit. Als het zo doorgaat is hij over een jaar praktisch blind. Voor een man voor wie de wereld zijn werkterrein was, is de groeiende afhankelijkheid die hiermee gepaard gaat een bijna ondraaglijk gelag. We dachten – hoopten – allemaal, dat mam hem zou overleven. Hij kan helaas niet meer voor zichzelf zorgen. Het kan nog steeds, zegt 'ie zelf ook. Of misschien gaan ze toch nog samen. Dat zou ik dan wel weer eerlijk vinden. Ze zijn immers ook een dag na elkaar geboren.

De dood, zo ver weg en opeens toch zo dichtbij. Ik weet niet zo goed hoe ik me ertoe moet verhouden. Begin dit jaar waren we op vakantie in Oaxaca, Mexico. Daar is de dood onderdeel van het dagelijks leven. In symbolen (doodshoofden waar je maar kijkt), cadeaus voor de overledenen te koop op iedere straathoek en zelfs feesten: de jaarlijkse Dag van de Doden.

Wij (in het westen) hebben van de dood iets zwaars gemaakt.

Na terugkomst in Nederland kijken we de Pixar-animatiefilm Coco die zich afspeelt op el Dia de Muertos. Wij (in het westen) hebben van de dood iets zwaars gemaakt. In Mexico herdenken en eren ze overleden familieleden en vrienden door met ze te feesten. Alsof ze er weer even bij zijn.

Het leven is eindig. Het gekke is dat dit opeens overal opduikt. Zoals in ‘Uit het leven van een hond’ van Sander Kollaard, dat ik net uit heb. Hoofdpersoon Henk koestert de dood als een zegen, op basis van een eenvoudige economische wet: “Waarde komt met een beperking, in duur in omvang, in aantal. Eindigheid geeft het leven waarde. Daarbij (zo denkt hij weleens in een knusse bui): is de dood niet onze trouwste metgezel? De dood is er altijd, vanaf het prilste begin, zoals onze schaduw, en hij blijft met elke stap bij ons, ademtocht na ademtocht, in voor- en tegenspoed, om ten slotte de laatste snik van onze lippen weg te nemen, en ons aldus het geschenk te geven van een eindig leven.”

‘De waarde van het leven als economische wet,’ dat klinkt dan wel weer heel zakelijk. ‘Het geschenk van een eindig leven’, dat spreekt me dan wel weer aan en ik herken het wel een beetje bij mijn ouders. “Ik heb een  mooi leven gehad”, zei mijn vader op zijn tachtigste al. Ik vind dat een geruststellende gedachte die maakt dat ik de naderende dood beter kan accepteren. Wat niet wegneemt dat ik het lastig vind hoe er mee om te gaan.

Voor mijn ouders. En wat betekent het voor mij? Deze zoektocht zal nog wel even duren.

----

Hoogste tijd om mezelf eindelijk voor te stellen. En excuus voor dit enorme relaas hierboven. Het moest eruit. Bleef maar door mijn hoofd cirkelen. Dan is het fijn om het op te schrijven, aan iemand, aan jou dus. Waarbij ik me realiseer dat het gek is dat we nog helemaal niet hebben kennisgemaakt. Bij deze.

Quarantaine in een grote-mensen-huis met een tuin, aan de rand van de Kennemerduinen, op steenworpafstand van het strand, is bepaald geen straf.

Ik ben Petra. Vijftiger. Vorig jaar nog Amsterdammer (nou ja, surrogaat dan, maar ik heb toch bijna twintig jaar in Amsterdam gewoond). Nu alweer een jaar in IJmuiden samen met mijn vriend. We hadden het niet beter kunnen timen. Quarantaine in een grote-mensen-huis met een tuin, aan de rand van de Kennemerduinen, op steenworpafstand van het strand, is bepaald geen straf.

Waarom IJmuiden, vraagt bijna iedereen. Soms nieuwsgierig, een ander vol verbazing. Wij wilden meer groen en dichterbij zee (Mijn vriend is fervent sportvisser in zout water). Ik wilde vooral ook meer tijd om te vertragen.

Corona heeft die vertraging een extra duwtje gegeven.

Ik werk als facilitator van veranderprocessen. Normaal gesproken in zaaltjes met tien tot meer dan honderd man. In de afgelopen maanden vooral online, via Zoom of Teams of Skype en diverse online communicatietools. Ik werk met name in het sociaal domein (zorg, eenzaamheid, participatie), natuur en klimaat (waterstof), ontwikkelingssamenwerking en hoger onderwijs. Aan vraagstukken met vele actoren en factoren die elkaar wederzijds beïnvloeden en constant in beweging zijn. Complexe vraagstukken. Ik ben sinds 2013 één van twaalf maten in een maatschap. We ontwerpen en faciliteren dialoogprocessen om uiteenlopende perspectieven samen te brengen op zoek naar gedeeld belang, voor de realisatie van gedeelde ambities.

Een beetje het cirkeltje rond: beelden, woorden en cijfers.

Ik kom uit de communicatie. Heb in Boston Business Communications & Public Relations gestudeerd. Daarna bedrijfskunde (MBA) in Barcelona. En ik ben van oorsprong docent beeldende vakken. Een beetje het cirkeltje rond: beelden, woorden en cijfers. Voor sommigen een vreemde combi; ik gebruik het allemaal in mijn huidige werk.

Brieven schrijven herinnert mij aan de tijd dat ik in het buitenland woonde (tussen 1987 en 1996). Toen schreef ik regelmatig lange brieven aan mijn ouders en soms aan mijn zus. Ik vond het een fijne manier om te delen wat ik meemaakte. Een brief kan overal over gaan, hoeft geen kop of staart te hebben. Het kan beschrijvend of beschouwend zijn. Ik schrijf graag om te reflecteren. Om te wroeten in mijn gedachten, soms een laagje dieper te gaan om de essentie boven te laten drijven. Soms lukt dat, soms ook niet.

Bij onze maatschap werken we ook veel met verhalen. Niet zozeer als klassiek communicatiemiddel (mooie verhalen om mensen te overtuigen), maar als dialoogmethode en als onderzoeksinstrument om ervaringen uit het verleden te delen en hiervan te leren.

We hebben ook twee keer een writeshop georganiseerd. Een collectief geleid schrijfproces om te reflecteren op het omgaan met complexe vraagstukken. Was superleuk om te doen, mede ook omdat we na de eerste writeshop een collectieve verhalenbundel hebben gepubliceerd.

Een brief schrijven voelt vrij, omdat het overal over mag gaan en omdat ik jou nog helemaal niet ken.

Toen ik hoorde over dit brievenproject was ik meteen enthousiast. Omdat brieven schrijven een vertraagde vorm van dialoog is. Ik ben een langzame denker, mijn gedachten vormen zich gaandeweg. Een brief schrijven voelt vrij, omdat het overal over mag gaan en omdat ik jou nog helemaal niet ken.

Ik ben nieuwsgierig naar wie jij bent, wat je doet en wat je beweegt. Ik vind het leuk om schrijvend ideeën en gedachten te onderzoeken en mijn overtuigingen te laten challengen. Dus feel free om kritische vragen te stellen en me uit mijn bubbel te trekken als ik dingen beweer die jij heel anders ziet, of misschien hoogdravend of juist naïef vindt.

Nou, dit is het wel voor mijn eerste brief. Nog niets over de toekomst, ‘de samenleving over zeven jaar’. Dat komt de volgende keer wel. Het heden neemt me op dit moment nog te veel in beslag. Omdat het intens is, maar ook omdat ik wil genieten – met mijn ouders – van wat er nu is.

Geniet op Corfu. Ik geniet hier in mijn achtertuin. Groet, Petra

Ben je een geboren en getogen Amsterdammer?

Beste Hanna,

Wat leuk om een eerste brief van jou te ontvangen. En inderdaad spannend omdat we elkaar niet kennen, maar ik heb in ieder geval zin om je beter te leren kennen.

Ik woon zelf sinds twee jaar in de Kolenkitbuurt en zie inderdaad dat de buurt aan het veranderen is. Ik woon zelf ook in een nieuw gebouw. Ik hoop dat de mensen die al langer in de buurt wonen alle veranderingen ook goed en mooi vinden en dat ze niet vinden dat hun buurt te veel verandert. Dat zou ik erg naar vinden. Ik heb wel het idee dat daaraan wordt gedacht, dat hoop ik in ieder geval wel heel erg. Ben je een geboren en getogen Amsterdammer? En zo ja, heb je altijd in West gewoond? Ik ben geboren in Amsterdam-Zuidoost. Toen ik uit huis ging, verhuisde ik naar het centrum. Daarna heb ik een paar jaar in Haarlem gewoond en nu dus in Amsterdam. Ik ben wel blij, dat ik weer terug ben in Amsterdam. Hier woon ik toch het liefst.

Heb je een fijne week gehad? Hopelijk iets meer van het mooie weer kunnen genieten? Op het moment heb ik geen werk. Ik ben een paar maanden geleden afgestudeerd en heb tot nu toe nog geen werk kunnen vinden. Ik heb volgende week wel twee sollicitatiegesprekken, dus ik hoop dat daar wat uit komt. Maar omdat ik geen werk heb, heb ik op dit moment meer vrije tijd en nu het mooier weer wordt, kan ik daar nog even van genieten. Ik heb in ieder geval wel zin om weer aan de slag te gaan.

Ik denk, dat het echt nog even volhouden is.

Ik begrijp wat je bedoelt als je zegt dat je zin hebt om mensen weer te zoenen en te knuffelen. Wat verdrietig dat je je moeder zo lang niet hebt kunnen knuffelen. Hoe ervaart zij de coronaperiode? Hopelijk wordt ze snel gevaccineerd. Of is ze al gevaccineerd? Ik denk, dat het echt nog even volhouden is. Over een paar weken zijn alle risicogroepen gevaccineerd en zullen er meer dingen open zijn en kunnen we weer van alles doen en al onze geliefden knuffelen. Nog heel even volhouden dus, we kunnen het! Ik ben er overigens ook behoorlijk klaar mee hoor, maar soms moet ik dat even hardop zeggen om de moed erin te houden en het werkt wel!

Ter afsluiting nog wat vragen voor jou: Wat is het eerste wat je gaat doen, als de maatregelen opgeheven worden? Ik las dat je moeder bent van twee jongens. Hoe is het om moeder te zijn tijdens corona en wat is lastig op dit moment? Wat is je lievelingseten? En welke sport doe je graag? Ik ben heel benieuwd!

Ik wens je alvast een fijn weekend en tot snel!

Hartelijke groeten,

Soline

foto van de eerste brief van Soline aan Hanna

Vroeger was brieven aan elkaar schrijven heel normaal en nu is het iets bijzonder geworden

Beste Soline,

Wat leuk om met een handgeschreven brief te ontvangen! Dat heb ik jarenlang niet gezien.

Vroeger was brieven aan elkaar schrijven heel normaal en nu is het iets bijzonder geworden, haha. Straks krijgen we geen brief meer te zien in de brievenbus, alles wordt digitaal.

We verlangden naar elkaars brieven.

Ik heb die tijd van brieven schrijven meegemaakt en wat was dat leuk. We verlangden naar elkaars brieven. Je probeerde van alles te zeggen in de brief.

Maar ik heb ook de tijd meegemaakt van een cassettebandje vol inspreken en dat versturen per post of persoonlijk aan iemand geven. Die bracht het dan naar de juiste persoon. Dat deden mijn grootouders, moeder en tantes omdat zij familieleden hadden in Nederland. Op deze manier kon je elkaars stem horen. Er was wel een telefoon maar in die tijd was dat veel te duur.

Ik ben in Marokko geboren en daar opgegroeid.

Om op je vraag terug te komen of ik in Amsterdam ben geboren: nee, ik ben niet in Amsterdam geboren. Ik ben in Marokko geboren en daar opgegroeid. Op mijn zeventiende ben ik in Amsterdam komen wonen. Eerst een jaartje of twee in Bos en Lommer en daarna ben ik naar het centrum verhuisd. Daar heb ik gewoond tot ik ging trouwen. Na mijn trouwen verhuisde ik naar Zaandam. Hier heb ik zeven jaar gewoond en daarna besloot ik terug te komen naar Amsterdam, waar ik mij zeer op mijn gemak voel.

Ik moest wel in het begin wennen aan Nieuw-West, want ik was rust gewend.  Het duurde wel een paar jaartjes om te accepteren waar ik beland ben. Maar nu kijk ik door de mensen heen, doe mijn dingen en let er niet op.

Je vroeg mij wat ik ga doen als de maatregelen opgeheven worden! Ik wil graag weg. Op vakantie, bijkomen van deze lange winter. Ik wil weg, mij vrij kunnen voelen en van een andere plek kunnen genieten. En jij??

Wij proberen gewoon normaal te leven.

Ik ben inderdaad moeder van twee jongens. Wij proberen gewoon normaal te leven. Wat lastig is, is dat je kinderen naar school gaan en je weet niet met wie ze in aanraking zijn gekomen. Misschien kunnen ze ons gaan besmetten met het virus ? Maar voor de rest is het handen wassen en normaal leven. En hoe is het met jou? Denk jij ook ooit aan kinderen? En hoeveel zou je willen?

Mijn lievelingseten is sushi. Als ik mij ongelukkig voel en sushi eet, voel ik mij daarna gelijk goed. Dit doe ik graag samen met mijn BFF haha.

Maar nu alles dicht is, sport ik live

Ik sport graag in groepslessen. Vind ik motiverend, zoals kickboksen, bodypump, bodyattack. Maar nu alles dicht is, sport ik live of wandel buiten. Hoe zit het met jou?

Nou, ik hoor wel van je.

Groeten,

Hanna