Een steen in de rivier, die iets verandert aan wie we zijn en hoe we verder met elkaar willen

Ha John,

Op het moment dat jij Den Doolaard las, las ik redes van George Orwell in een piepklein boekje Fascism and Democracy. Redes die hij tijdens de Tweede Wereldoorlog schreef.

Ook hij realiseerde zich dat niet de bommen de grootste dreiging waren. ‘The very concept of objective truth is fading out of the world….This prospects frightens me more than bombs’.

In de rede Visions of a Totalitarian Future uit 1942 kiest hij de Spaanse Burgeroorlog als uitgangspunt en schetst hij hoe de ‘geschiedenis stopte in 1936’ toen hij zag hoe de waarheid over de gebeurtenissen geweld werd aangedaan. ‘And I saw newspapers in Londen retailing these lies and eager intelectuals building emotional superstructures over events that had never happened. I saw in fact history being written not in terms of what happened but of what ought to have happenend according to various ‘party lines’.  

Misschien nog niet zo heel erg, ware het niet dat de enige propagandastrategie voor de nazi’s en fascisten was om zich voor te doen als christelijke patriotten, die Spanje zouden redden van een Russisch dictatorschap. De betrokkenen suggereerden dat het leven in het Spanje een grote slachtpartij was, waarbij ze de Russische interventies enorm overdreven. Een van hun leugens (en die van de katholieken) betrof de Russische aanwezigheid in Spanje. Toegewijde Franco ‘partizanen’ geloofden daar ook in: er werd geschat dat er een half miljoen Russen in Spanje zou zijn.

Maar er was geen Russisch leger in Spanje. Er was misschien een handvol piloten en er waren wat technici, een paar honderd maximaal. Dat wisten miljoenen Spanjaarden en duizenden buitenlanders die in Spanje vochten. Maar hun getuigenis maakte geen indruk op de Franco-propagandisten.

Dat beangstigt Orwell, omdat daarmee het risico bestaat dat ook de geschiedenis vervalst wordt. Hij zegt daarover: ‘I know it is the fashion to say that most of recorded history is for the most part inaccurate and biased, but what is peculiar to our own age is the abandonment of the idea that history could be truthfully written.’

Als voorbeeld noemt hij het gedeelte in de Encyclopedia Brittanica dat over de Eerste Wereldoorlog gaat. Een groot deel van die beschrijving komt uit zowel Engelse als Duitse bronnen. Een Britse en Duitse historicus zouden het over veel dingen helemaal niet eens zijn, maar ‘there would still be that body of, as it were, neutral fact on which neither would seriously challenge the other.

En juist dat wordt vernietigd door totalitarisme. De nazitheorie ontkent het bestaan van de waarheid, zoals er volgens die theorie ook niet zoiets bestaat als wetenschap. Er is alleen Duitse wetenschap, Joodse wetenschap, enz. Daarop doordenken is een nachtmerrieachtige wereld waarin de Leider of een of andere regerende kliek, niet alleen de toekomst, maar ook het verleden controleert.

Mij boezemt het angst in dat die ontwikkeling ook nu zichtbaar is, de expansiedrift van totalitair China, het bizarre leiderschap van mensen als Trump en Bolsonaro in toch democratische samenlevingen, de slinkse ontwikkelingen in een lidstaat van de Europese Unie als Hongarije.

Gaat het inderdaad alleen over geld en macht, zijn we werkelijk toekomstblind of zien veel mensen door de bomen het bos niet meer?

In het ter gelegenheid van de maand van de filosofie verschenen Kinderen van Apate, over leugens en waarachtigheid van de hand van Alicja Gescinska, benadrukt zij de het belang te revolteren tegen de verlokkingen van de leugen. Noodzakelijk in ons ‘post-truth tijdperk dat wordt gekenmerkt door fact-free politics, nepnieuws, alternatieve waarheden, hoaxen en hele legers virtuele trollen die het internet met desinformatie vullen en vervuilen’.

Ze onderzoekt om te beginnen factoren die van belang zijn om de waarheidsontwaarding van onze tijd te begrijpen. In dat kader noemt ze naast allerlei ontwikkelingen ook factoren als het zogenaamde einde van de expertise. Uit een algemene afkeer van autoriteit is ook een afkeer van expertise voortgekomen. Als aan de mening van een expert in het debat evenveel waarde wordt toegekend als aan willekeurig welke leek of beroemdheid, dan vervaagt de grens tussen feit en fictie, tussen kennis en onwetendheid.

De 17 miljoen Nederlandse virologen zijn daar een mooi voorbeeld van en de klimaatsceptici doen niet voor hen onder.

Gescinska gaat op zoek naar de anatomie van de leugen en komt uiteindelijk tot de volgende beschrijving. De leugen is herkenbaar aan (1) de intentie om te misleiden of te manipuleren middels (2) een (niet-noodzakelijk talige) bewering waarvan men gelooft dat zij onwaar is. De misleiding kan (4) jezelf of anderen betreffen en de bewering die gebruikt wordt, kan (5) verschillende morele statussen hebben: neutraal, immoreel of moreel verantwoord.  

Ze toont aan dat leugenachtigheid en waarheid samen kunnen gaan. Een onjuiste opvatting of overtuiging hebben, is niet noodzakelijk een teken van leugenachtigheid. Met een leugen moet altijd de intentie gepaard gaan om iemand te misleiden en de overtuiging dat de verstrekte informatie niet strookt met de werkelijkheid.

De leugen moet niet zomaar als het tegendeel van de waarheid beschouwd worden, maar eerder als het tegendeel van waarachtigheid.

"Waarachtig leven vergt de wil tot waarheid, de wil tot weten."

(uit Alicja Gescinska in Kinderen van Apate)

Een wezenlijk kenmerk van de leugen is de intentie waarmee de bewering gedaan wordt. Waarheid toets je aan feiten, waarachtigheid aan intenties. Waarheid valt wel te koppelen aan waarachtigheid. Waarachtig leven vergt de wil tot waarheid, de wil tot weten.

Een leven waarin de leugen triomfeert is een leven waarin de vrijheid crepeert.

Politieke leugens werken eroderend. Ze hebben een ondermijnend effect op de democratische rechtstaat die onze vrijheden probeert te beschermen. Niet zelden liggen leugens aan de basis van het afnemen van vrijheden (of pogingen daartoe).

En hier is een opvallende parallel met Orwells betoog als Gescinska schrijft dat we dit patroon de laatste jaren opvallend vaak terugvinden aan de uiterst rechtse zijde van het politieke spectrum. Zo worden demografische gegevens over migratie foutief weergegeven om vervolgens te pleiten voor meer beperkingen aan migratie, zelfs als die knagen aan fundamentele rechten en vrijheden die beschermd zijn door internationale verdragen.

Dit mechanisme zie je ook bij het cultiveren van een mythisch volksverleden, zoals gebruikelijk bij rechts-nationalistische populisten. Men fabriceert een verleden dat nooit heeft bestaan om een element van nostalgie onder de bevolking aan te wakkeren. Dat gevoel vormt vervolgens de motor om allerlei zaken te verbieden, die ‘niet bij ons horen’, die geen deel zouden uitmaken van ons erfgoed of onze levensstijl. Met andere woorden de leugen faciliteert onderdrukkende maatregelen waarbij de vrijheid uiteindelijk het onderspit delft.

Gescinska benadrukt de waarde van filosofie en kennis als middel om tot inzicht te komen, waarbij uit je eigen denkkaders treden het begin van alle inzicht is. Zoals Gadamer zei: Der Andere könnte Recht haben.

Zelfkennis, die voortkomt uit zelftwijfel, kritische introspectie, en onjuiste overtuigingen maakt ons niet immuun voor verkeerde opvattingen. Maar zij wakkert in ons wel de vurige wil aan om ons daarvan te bevrijden. En ze doet ons het belang van dat ene belangrijke Hebreeuwse woord begrijpen: hineni: hier ben ik – voor u.

Ze biedt me de hoop dat er nieuwe wegen zijn. Dat de leugen achterhaald kan worden, terrein kan verliezen.

Gescinska biedt me dus een uitweg uit de somberte van het onvermijdelijke van de toekomstblinde mens. Ze biedt me de hoop dat er nieuwe wegen zijn. Dat de leugen achterhaald kan worden, terrein kan verliezen.

Ze toont aan dat de kwaliteit van personen de sleutel is. En daarmee raakt ze een snaar bij mij.

Ben ik een hopeloze romanticus, die wil geloven in een happy end? Nee dat denk ik niet. Want de ontwikkelingen van de afgelopen week laten zien dat verandering mogelijk is.

Wie kon zich voorstellen dat al die miljoenen naamloze slaven waarop hele beschavingen zijn gebouwd, soms toch een naam kregen, omdat bijvoorbeeld de slavenregisters ontsloten zijn, waardoor we de bittere waarheid van het leven van al die mensen onder ogen kunnen en moeten zien. Geschiedenis gebaseerd op feiten. Geschiedenis die niet ontkend kan worden.

Neem de ontroerende beweging die nu ontstaat waarbij zoveel verschillende mensen duidelijk maken dat er rechtsongelijkheid is en dat we niet meer weg kunnen kijken, het verdriet van de ander niet als een bagatel aan de kant kunnen schuiven.

Mensen spreken zich uit, voeren actie, in Amerika, maar hier ook. Een steen in de rivier, die iets verandert aan wie we zijn en hoe we verder met elkaar willen. Dat gaat niet over kopen, niet over geld, maar over dat wat ertoe doet om verder samen te kunnen leven. Dat moet doorwerken in de geest van jonge mensen, de mensen die de wereld van 2027 en daarna gaan maken.  Jouw kinderen, mijn kinderen en hun kinderen.

Hartelijke groet,

Elise