We gaan het beleven

Hey beste, lieve Mirjam,

Ik gebruik alle soorten aanhef, dat staat best gezellig. En dan kun je je niet afvragen wat wel of niet gepast is 😉

Wat leuk dat jij je ook hebt opgegeven voor het intitiatief Schrijven naar de Toekomst. En we zijn gematcht. Misschien wel omdat jouw kat allerlei avonturen beleeft en mijn hond en ik ook…
Of omdat ik een moeder ben die al bijna een leeg nest heeft en jij net begint met een gezin. Of omdat… geen idee wat Marilien dacht. Misschien viel jou ook iets op uit onze bio’s?
We gaan het beleven. 

Vorig jaar (..) was het weer ook niet zodanig dat we lekker in de tuin konden verspreiden (niet het virus, maar de gasten)

Je hebt een Friese naam. Kom je uit Friesland? Ik ken iemand met jouw achternaam, ze woont in een Fries dorp met een leuke Fries en is de ’schoonmoeder’ van mijn zus. Ik schrijf dat tussen haakjes omdat zij jonger is dan mijn zus, hahaha. Nou ja, er zijn veel mensen met dezelfde achternaam waarschijnlijk, maar wie weet ben je familie ergens, Nederland is klein. Waar woon jij eigenlijk?

Nog een voorstelrondje over mij:

Ik ben dus 49 jaar en word 13 april 50. Wat wederom een coronaverjaardag wordt, is mijn vrees. Ik ben niet zo’n vierder van mijn verjaardagen, maar ik vind het wel fijn als mijn familie en vriendinnen komen natuurlijk. Vorig jaar kon dat helaas niet en was het weer ook niet zodanig dat we lekker in de tuin konden verspreiden (niet het virus, maar de gasten). Mijn drie kinderen hebben toen heel erg hun best gedaan om er een hele feestelijke dag van te maken. We speelden een escap-game en maakten bonbons. We werden vaak onderbroken door de deurbel en dan stond er meestal een vriendin of bezorger met een bos bloemen. Waar mijn man allergisch voor is en met de kamer vol bloemen, ging het niet goed met hem 😉 maar het was een feestelijk gezicht. Daarna hebben we de bloemen verspreid in de tuin gezet. 
Jammer toch dat iedereen altijd vergeet dat we nooit bloemen in huis hebben, maar ja het komt uit een goed hart en is een feestelijk cadeau. Hoewel ik dan liever een boekenbon heb, want bloemen gaan dood en daar kan ik niet zo goed tegen. Dus eigenlijk houden mijn man en ik allebei niet van bloemen, wel in de tuin, maar niet afgesneden in een vaas. En we houden wel erg van lezen.
Maar om terug te komen op mijn Sarah-jubileum-jaar, wat een mijlpaal moet zijn, dat gaat dus niet groots worden. 
Ik heb ook altijd gezegd dat als ze een opblaaspop in de tuin zetten, ik die kapot snijd, dus ik hoop dat ze dat niet doen, want dan moet ik Sarah met een mes te lijf. 

Het enige jammere vonden ze (..) dat er geen feest was met legaal bierdrinken

Mijn drie kinderen vind ik heerlijk, ik lach me gek om die pubers, soms iets minder om de troep die ze maken en de luiheid van die lange lijven… en de hoeveelheid was die ze produceren. Maar ze doen het goed! Lekker stel.
Mijn dochter is 21 en de oudste. Ze studeert Culturele Antropologie in Leiden en zit in het vierde jaar (heeft wat vertraging, wat extra studiedingen gedaan). Ze zou dit jaar naar Kopenhagen gaan voor een minor, maar dat ging niet door vanwege corona, helaas. Ze kreeg toen wel het aanbod voor een kamer in Leiden. We wonen best dichtbij zo in Haarlem (uitstekende treinverbinding, je bent in dertig minuten van deur tot uni) dus de noodzaak was niet hoog. Maar toen Denemarken niet doorging was het toch wel de volgende stap naar volwassenheid. Dochterlief vroeg zich nog wel af wat voor zin het had om naar Leiden te gaan nu je toch niets kon doen en niet naar de uni mocht. Maar het is goed voor haar. Ze heeft tien huisgenoten en dat is toch gezellig.
Dan de eerstgeborene van de tweeling, hij is achttien net als zijn broer. Hij zit in het eindexamenjaar vwo, doet het goed en is blij dat hij toch naar school mag in deze periode. Hij kan zijn vrienden zien en heeft een vriendinnetje. Het enige jammere vonden ze allebei is dat er geen feest was met legaal bier drinken toen ze achttien werden. Heel begrijpelijk.
De andere helft van de tweeling heeft havo gedaan en heeft zijn diploma dus gekregen in dat vreselijke vorige jaar. Ook zonder allerlei leuke dingen als examenreis, diploma-uitreiking, feest etc. Nu doet hij in Utrecht HBO Commerciële Economie en dat gaat goed, maar hij is pas drie keer in Utrecht geweest het hele jaar. Echt heel zonde en nu heeft hij het ook wel een beetje gehad met alles. Hij gaat gewoon door, maar leuk is anders. Hij heeft ook een vriendinnetje en ze werken allemaal bij de VOMAR-supermarkt, dat is nog een beetje een sociaal gebeuren voor ze.
Het zijn wel allemaal doorzetters, dat is fijn.

Maar uiteindelijk vinden de meesten dat we hen betuttelen en wilden ze dolgraag aan het werk

Ik werk als Vrijwilligerscoördinator bij het Kunstfort bij Vijfhuizen (in de Haarlemmermeer) een hedendaagse kunstinstelling in een fort van de Stelling van Amsterdam. Ik heb een klein contract van zes uur, werk er meestal meer, maar dat is genoeg voor mij. Ik heb veel last van hoofdpijn en migraine door een beknelde zenuw en computerwerk is niet bevordelijk. Dit typen eigenlijk ook niet zo, maar ja.
Ik werk er nog wat bij als een ‘Saar aan Huis’ maar dan bij een andere organisatie: Fleur de Dag. Maar ik heb zo’n hekel aan de term Fleurmaatje, zoals we genoemd worden. 
Ik heb op het moment nog maar één cliënt en ga met die dementerende mevrouw iedere week een middag uit om haar man te ontlasten. Mijn andere vaste cliënt is helaas aan corona overleden, net voor de kerst. Hij woonde al drie jaar in het verpleeghuis en ik was de laatste twee jaar iedere week bij hem voor een ommetje in de prachtige tuin van het complex. Misschien zou hij ook zijn bezweken aan een andere griep; hij was na de eerste lockdown (toen we ook echt niet langs mochten komen) erg achteruit gegaan. Hij kon niet meer zelfstandig lopen en zijn stijfheid door Parkinson was verergerd. Hij was ook erg vermagerd. Ik heb hem in die periode iedere week een kaart gestuurd om hem toch wat 'op te fleuren’. 
Er was geen afscheid waar ik bij kon zijn, dus het voelt wel gek, dat ik geen afscheid heb genomen en hem niet meer heb gezien. Ik ga nog wel een keer een ommetje doen in de prachtige tuin als afscheid als verwerking voor mezelf. We hadden een leuke klik. 

Mijn man heeft een eigen zaak in filtratiegaas (groothandel). Daar is hij fulltime aan het werk en hij gaat gewoon naar kantoor net als zijn medewerkers. Omdat zij ook fysiek producten maken, moeten ze wel. Maar er is ruimte genoeg voor de anderhalve meter. 

Er is veel stress geweest omdat we veel 70-plussers als vrijwilliger hebben en ook 60-plus uiteraard. Protocollen, voorschriften etc.

Ik zit nu meestal thuis te werken in plaats van op het Kunstfort. In principe kunnen we daar ook wel afstand houden, maar wanneer ik er was, merkte ik toch dat er veel mensen 'even binnenlopen’. Beheermedewerkers, vrijwilligers en een projectcoördinator die er naast woont. Dus ik voelde me toch niet echt zo heel geweldig meer op kantoor wanneer er toch weer even vijf mensen in en uit liepen. 
Er is veel stress geweest omdat we veel 70-plussers als vrijwilliger hebben en ook 60-plus uiteraard. Protocollen, voorschriften etc. Maar uiteindelijk vinden de meesten dat we hen betuttelen en wilden ze dolgraag aan het werk aan de balie en bezoekers ontvangen. Maar toch wil ik het niet op mijn geweten hebben dat er één ziek zou worden. Wanneer we straks misschien weer open mogen, dan ga ik me weer zorgen maken over hen. Ik ben al ruim tien jaar bij het Kunstfort en ken hen allemaal al geruime tijd.
Een oom van mij is ook voor kerst overleden aan een hartstilstand door zuurstoftekort coronagerelateerd. Hij was sportief en had verder geen onderliggend lijden. Dus ik ben voorzichtig. Misschien niet zo bang voor mezelf, ook al hoor ik soms verschrikkelijke verhalen (ik heb veel vrienden die in ziekenhuizen werken), ook van jonge mensen die nog steeds last hebben, ik ben als de dood dat ik iemand zou aansteken die ik liefheb…

Ik hoop dat jij met je gezin een draai kunt geven aan deze periode ook met je jonge kind en je baan. Kun je mij daar meer over vertellen?
Dit is vast een heel lange brief geworden. 
Ik hoor graag van jouw reilen en zeilen.

Veel liefs uit een zonnig Haarlem,

Simone

P.S. Mijn hond komt dan in een volgende brief aan bod 😉

'Samen' schijnt de toekomst te zijn

Hallo Dorine,

Bij deze mijn derde brief. Je schreef in jouw brief over wandelen in de natuur. Dat je dat graag doet. Wat is dat een zaligheid. Buiten zijn en bewegen is zo goed voor een mens.

Tijdens de lockdown zijn we hier ons steeds meer bewust van geworden. Dat we zuinig moeten zijn op alles om ons heen. Dat lees ik ook terug in jouw brieven. Ik probeer zoveel mogelijk groen te denken., maar dat valt niet altijd mee. Net zoals jij schrijft, pak ik ook makkelijk de auto en zou ik ook graag het vliegtuig willen laten staan. Ik ben hier niet altijd consequent in, realiseer ik me.

Ik mag ook graag letten op datgene wat ik eet. Kan mijzelf een flexitariër noemen. Ik ben bewust met eten bezig. Vanwege de gezondheidsvoordelen, milieuwinst en diervriendelijkheid. Ik vind het alleen zo jammer dat dit vaak een duurdere leefwijze is. Zo jammer, als dit meer gereguleerd zou worden, zouden veel meer mensen denk ik de overstap maken. Toevallig ligt er een brochure naast mij over de aanschaf van zonnepanelen via de gemeente. Ik denk dat ik straks toch een afspraak ga maken voor een offerte.

Toevallig ligt er een brochure naast mij (..) over zonnepanelen

Ikzelf mag graag buiten zijn. Gisteren en vandaag lukt mij dat prima. Voor de lockdown probeerde ik tweemaal in de week te sporten. Ik deed aan zumba (dansen op voornamelijk Zuid- Amerikaanse mzuiek) en yoga. Gisteren had ik sinds lange tijd weer eens een yogales. Buiten weliswaar, maar in het zonnetje. Wat was dat heerlijk. Op het Enkhuizerzand, dus ruimte genoeg. We leken wel een stel kleine kinderen: zo blij allemaal dat we weer even mochten. Lessen in de studio kan nog niet. Dus deze heb ik even meegepikt. Ik moet zeggen dat de spierpijn me meevalt. Ik had verwacht er wel meer last van te hebben.

Ik zal ook wat antwoorden geven op de vragen uit de vorige brief. Ik wilde inderdaad altijd al de verpleging is. Als jong kind al. En ik moet zeggen dat het de juiste keuze is geweest. Ik doe mijn werk al 27 jaar. Volgend jaar 25 jaar in dienst bij dezelfde  werkgever. Contact met mensen vind ik heel fijn. Dat we dat allemaal nodig hebben, is tijdens de lockdown pijnlijk naar voren gekomen. Al die mensen, en naar ik begrepen heb vooral jonge mensen, die sombere gedachten en gevoelens hebben. Of zelfs depressief zijn. Best een schrikbeeld vind ik. Gelukkig bespeur ik dat niet bij mijn eigen kinderen. Zijn ook eigenlijk altijd bezig. Studie, stage/werken enz.

Contact met mensen vind ik heel fijn. Dat we dat allemaal nodig hebben is tijdens de lockdown pijnlijk naar voren gekomen

Het bezoek aan mijn opa was leuk. Beiden hebben we daar erg van genoten. Ik had wat lekkers mee voor bij de koffie. Daar heeft hij van gesmikkeld. Hij had al meerdere keren aangegeven zijn kleinkinderen achterkleinkinderen te missen. Ik had hem zelf ook al een jaar niet meer gezien. Wel gesproken over de telefoon, maar dat is toch anders. Zijn muren hangen vol met allerlei foto's van ons. Dat zegt genoeg. Ik heb een mooie foto laten maken van ons samen, en deze in een kaart verwerkt. En zoals je al zal vermoeden: ook deze kaart hangt inmiddels aan de wand. Kleine moeite met een enorme uitwerking. Hebben we alle twee weer mooi meegepikt.

Er is ons gevraagd om ook te schrijven over 2027. Jij hebt daar in je brief over geschreven, lees ik. Of het tot een zelfrijdende auto komt, ik durf daar geen uitspraken over te doen. Twijfel erover. Ik denk toch dat wij wel veel verder zullen zijn in duurzaamheid. Dat kan bijna niet anders meer. We zullen er toch echt aan moeten geloven zo langzamerhand. Uitstellen kan niet meer.

Ik denk dat het onlinewerken wel voor een groot gedeelte zal blijven hangen. We hebben nu gezien dat dat ook heel goed kan. Ik kan mij nog herinneren dat het voor COVID bijna ondenkbaar was om thuis te werken. Dat zowel werkgevers als werknemers het bijna onmogelijk achtten. Weet jij dat ook nog? Dat iedereen beren op de weg zag, ja-maar excuses kon bedenken? Bijzonder dat dit toch zo snel voor 100% is omgedraaid. Wat kan een mens toch flexibel zijn.

Wat kan een mens toch flexibel zijn

Dat er iets van een COVID of een andere ziekte al bestond, dat denk ik wel. Mensen zijn nou eenmaal steeds flexibeler over de wereld aan het reizen (wat naar mijn idee ook niet zal veranderen), komen met elkaar in contact. In mijn werk zie ik al een toename van isolatieverpleging bij minder ernstige ziektes de afgelopen jaren. Dus ik denk zeker dat we rekening moeten houden met iets, of het nu COVID heet of niet.

Ik zou zeggen, vaccineren, vooral vaccineren. Naar mijn idee is dat de enige echte oplossing.

En privé? Jeetje, over zes jaar dan ben ik 55. Ik zal denk ik ook nog wel werken. En ik hoop dan toch echt een gezellig en lief maatje naast mij te hebben staan. Mijn laatste date is niet meer. Te veel verschillende ideeën over hoe een relatie eruit zou moeten zien. Uiteindelijk, met toch wel pijn in het hart besloten niet meer verder te gaan. Ondanks dat het wederzijds was, blijft het pijnlijk. Dus maar weer van voren af aan beginnen dan.

Ik hoop voornamelijk dat ze gelukkig zijn en doen wat ze graag willen

En in 2027 zijn mijn kinderen 27 en 25 jaar. Ik vermoed beide afgestudeerd, en werkend? Ik hoop voornamelijk dat ze gelukkig zijn, en doen wat ze graag willen. Misschien voor hen ook een partner? Ik zeg steeds tegen hen dat zij vooral lekker hun eigen weg moeten gaan. Ik hoef echt nog geen oma te zijn over zes jaar. Ooit natuurlijk prima, heel graag zelfs, maar dan nog niet. Nu lijkt het alsof ik daar ook maar iets over te vertellen heb. Ahum, …

Ik denk niet meer in mijn huidige huis te wonen. Als mijn kinderen zijn uitgevlogen, zou ik graag willen verhuizen. Waarnaartoe weet ik nog niet. Gek genoeg heb ik ook al eens mijn gedachten laten gaan over het leven in een hofje. Jij schreef hier ook al over. In een hofje, met wat meer sociale contacten, maar toch zelfstandig. Schijnt de toekomst te zijn, heb ik al eens vernomen. Maar ik moet zeggen dat het bij mij alleen nog maar bij gedachtes gebleven is.

Groetjes,
Geertje

Eigenlijk hebben we veel te lang op adrenaline gedraaid

Marie!

Ik zag dat het 8 juli was toen je mij je laatste brief schreef. Inmiddels is het 8 augustus!

Wat fijn, zo’n lange, uitgebreide brief. Maar je wordt niet beloond met een spoedig antwoord. Het was even vakans, wat een rare bedoening was na afgelopen maanden van een soort van ‘wachtstand’. Normaal gesproken zit iedereen in een soort jaarritme, met de onafgesproken regel dat je nog even doorjakkert voor de zomervakantie aanbreekt. Voor kinderen gaat het ook zo: een enorme stroom aan ‘evenementen’, uitjes, feestjes en afscheid markeert ieder jaar weer het einde van het schooljaar. Niet dat er ook maar iemand is die op dat moment uitziet naar die opgeklopte drukte, maar dat deert niet. Het zijn rituelen, en die hebben we nodig als ankerpunten. Nu die ankerpunten corona-gewijs wegvielen, wisten de kinderen ook niet zo goed hoe ze nu aan de vakantietijd moesten beginnen. Ze leken er zelfs lichtelijk tegenop te zien. Wonderlijk gegeven.

Maar jij was zomaar ineens gehospitaliseerd! Een verblijf in het ziekenhuis is nu extra raar, dat had ik ook al begrepen van mijn zwager die ernstig ziek is geweest en lang in het ziekenhuis verbleef. Ben je nu weer fit als een hoentje? Ik hoop het maar. Het ziekenhuis is toch al zo’n bevreemdende omgeving, een wereld op zich, afgesloten van de buitenwereld.  Dat moet nu nog sterker zijn, met hele vleugels gereserveerd en haast hermetisch afgesloten voor corona. Ik weet dat toen ik zelf ooit een week in het ziekenhuis lag, ik me nauwelijks voor kon stellen dat de wereld buiten er ook nog was, en gewoon doordraaide. Heel naar vond ik dat, alsof je even buiten het gewone leven staat en constant gefocust bent op ziek-zijn en daar weer beter van worden. Als maatschappij ervaren we momenteel iets soortgelijks, denk ik. Alles draai om hoe te dealen met het virus. Onze blik raakt verkokerd omdat er levensgevaar dreigt.

Ik hoop maar dat jij dat niet voelde, ook al moest je een ingreep ondergaan en bleek je bij thuiskomst zieker dan de bedoeling was. Toen ik jouw relaas las, moest ik denken aan een heel mooi gedicht van de Poolse dichteres Szymborska. ‘Kleding’ heet het. Misschien zegt het je niks, dan leg je de tekst maar gewoon terzijde, maar ik stuur het gedicht even mee. Waar het me om gaat in het gedicht (en waarom ik eraan moest denken bij het lezen van jouw brief), is dat het beschrijft hoe we allemaal vrezen voor het ergste bij een doktersbezoek. Of het nu een virus is dat we vrezen, of bang zijn dat een bacterie of andere ziekte ons lijf overneemt, we zijn op zo’n moment doordrongen van het gevoel dat, hoe veel dokters ook kunnen, er altijd de kans is dat het verkeerd afloopt. Zelf denk ik dat zo’n virus als Corona nog maar de testronde is, de opmaat naar misschien wel veel ergere, snellere, dodelijkere virussen (bacteriën, schimmels). In onze overbevolkte wereld kan het haast niet anders dan dat er ziektes gaan uitbreken die we niet de baas kunnen. Maar hoe ga je met die wetenschap om, als mens? Voorlopig zijn we blij en opgelucht als we ‘met nog bevende handen knoopjes,/ritsen, gespen, riemen, dassen, boordjes/dicht te ritsen, gespen, strikken, binden, sluiten,/en uit de mouwen, de tasjes, de zakken/het verfrommelde, gestippelde, gestreepte, gebloemde, geruite/sjaaltje te trekken, dat opeens nog veel langer van nut kan zijn.’ Die opluchting. Dat het nog even niet zo is, dat we naar buiten stappen in de wetenschap dat het leven nog wel even zal duren. Uiteindelijk is dat natuurlijk waar ál het leven op gericht is: verder leven, doorleven, overleven, voortplanten. We zijn zo gewend geraakt heer en meester te zijn over de wereld, dat we de deemoed die vergankelijkheid van ons vraagt, het liefst vergeten. Ook dat is alleen maar menselijk, denk ik. Morgen is Goudsmit bij Zomergasten. Hij is viroloog en ik ben heel nieuwsgierig naar zijn visie.

Ik droomde van allerlei verdrietige dingen

Inmiddels is het maandag, en het avondje Goudsmit heb ik uitgekeken. Aardige man, en hoewel hij toch ook heel optimistisch gestemd leek over tal van dingen, bleef er een weemoedig gevoel hangen toen ik naar bed ging. Ik droomde van allerlei verdrietige dingen. Soms heb je dat, dat je een onderstroom voelt die weliswaar onuitgesproken blijft, maar die luider spreekt dan alle uitgesproken woorden bij elkaar. Het ging gisteravond uiteraard ook over virussen en hoe die de wereld in de tang kunnen houden, maar de imprint van de gesprekken was voor mij een andere.

Terwijl ik deze hele brief zit te pennen merk ik ook bij mezelf dat ik het er af en toe niet meer over wil hebben, over corona. Misschien wordt dat vooral ingegeven door de constatering dat het dagelijks leven en dan vooral het sociale verkeer er niet leuker op wordt. Het stemt verdrietig. Alsof alle sociale spontaneïteit langzaam maar zeker vervliegt en je bij alles na moet denken. Nabijheid is zo belangrijk, zo fijn! Ik belde mijn ouders met de vraag of ons mensenkind niet een nachtje mocht komen logeren, nu ze eigenlijk al bijna zes weken in een soort van quarantaine met ons leeft die zomervakantie heet. Helaas, mijn vader durft dat niet aan. Ik snap het wel, daar niet van, maar beide partijen zijn er zó verdrietig van…

Ik heb het gevoel dat ik alle verhalen herhaal die iedereen over corona aan elkaar vertelt. Alsof we in een soort loop zitten met z’n allen. Toen ik gisteren naar Goudsmit zat te kijken op tv, raakte ik er ook weer van doordrongen dat de wereld sowieso in rap tempo verandert, op meer vlakken dan we bevatten kunnen. Het je het gekeken? Misschien vind je er wel niks aan, aan Zomergasten.

Dat de dingen simpel zijn, vind ik vaak wel prettig

Ben jij deze zomer op pad geweest, of was je rondom huis? En hoe ziet jouw werkende leven er eigenlijk uit? Daar was ik ook zo benieuwd naar. Wij gingen een weekje naar zee en een week naar een huisje in de Ardennen. Overzichtelijk en fijn. Dat de dingen simpel zijn, vind ik vaak wel prettig. En nu ben ik weer aan het werk. Ik werk als zelfstandig redacteur. Er moet de komende weken een lijvig boek af, waar ik nog even mijn schouders onder moet zetten, maar hoe leuk de auteurs ook zijn om mee te werken, ik heb moeite me ertoe te zetten. Voordat we op vakantie gingen las ik de column van Japke D. Bouma die zich altijd heerlijk opwindt over kantoorjargon in NRC. Deze keer ging het over de vermoeidheid die veel mensen ervaren in dit rare virus-tijdperk, dat zo veel vraagt van ons aanpassingsvermogen. En dat Japke dat zelf ook aan den lijve ondervond. Ze schrijft: ‘De coronacrisis is veel ingrijpender geweest [hoezo ‘geweest’, dacht ik. We zitten er toch nog middenin? Afijn, dit terzijde.] dan we tot nu toe beseffen, en dat we er nu pas achter komen hoe heftig het werkelijk was. Eigenlijk hebben we veel te lang op adrenaline gedraaid, waardoor we mentaal uitgeput zijn. En daar moet het brein nu van herstellen. Want we hebben heel veel moeten multitasken en improviseren de afgelopen maanden en dan ook nog eens in een periode met veel zorgen: over je baan, je familie, de economie, de wereld. Het kost sowieso veel energie om uit je normale routine te zijn gerukt.’ Herkenbaar, vind je niet? En tegelijkertijd denk ik: we weten het nu wel. Die constatering lost het namelijk nog niet op.

Zelf kwam ik maar moeilijk tot rust, eenmaal op vakantie. Ik denk dat vooral dat niet weten hoe de dingen verder zullen gaan, niet weten of en hoe je werk verdergaat, niet weten of je je moeders tachtigste, of je zus d’r vijftigste verjaardag met zijn allen mag vieren, niet weten of je mag daten of juist allenig thuis moet blijven (ik noem maar een zijweg); al dat soort onzekerheden en het gebrek aan een kader dat ritme garandeert, maakt dat het zo vermoeiend is. Ik probeer in dit soort onzekere tijden mezelf een paar oogkleppen aan te meten. Tijdelijk probeer ik mijn wereld te verkleinen tot de kern ervan, en probeer me te richten op dingen waar ik wél grip op heb. Nieuw werk maken bijvoorbeeld, en samen met een vriend een heel klein, overzichtelijk tentoonstellinkje bedenken. En ik focus op de mensen die me het meest geliefd zijn, al kan je die ook teveel zien…

Als gezin vond ik het af en toe lastig dat je elkaar zó veel ziet. En toch, alles bij elkaar ging het wonderbaarlijk goed. Niemand liep een blauw oog op, bijvoorbeeld. Maar genoeg nu, over de coronatijden. Misschien mogen we best een beetje expanderen en ook over andere dingen schrijven. Ik zie ernaar uit om je weer te lezen! Niet smelten ondertussen, het duurt niet lang meer, zeggen ze, deze onwereldse hitte.

Grote groet,

Machteld