'Samen' schijnt de toekomst te zijn

Hallo Dorine,

Bij deze mijn derde brief. Je schreef in jouw brief over wandelen in de natuur. Dat je dat graag doet. Wat is dat een zaligheid. Buiten zijn en bewegen is zo goed voor een mens.

Tijdens de lockdown zijn we hier ons steeds meer bewust van geworden. Dat we zuinig moeten zijn op alles om ons heen. Dat lees ik ook terug in jouw brieven. Ik probeer zoveel mogelijk groen te denken., maar dat valt niet altijd mee. Net zoals jij schrijft, pak ik ook makkelijk de auto en zou ik ook graag het vliegtuig willen laten staan. Ik ben hier niet altijd consequent in, realiseer ik me.

Ik mag ook graag letten op datgene wat ik eet. Kan mijzelf een flexitariër noemen. Ik ben bewust met eten bezig. Vanwege de gezondheidsvoordelen, milieuwinst en diervriendelijkheid. Ik vind het alleen zo jammer dat dit vaak een duurdere leefwijze is. Zo jammer, als dit meer gereguleerd zou worden, zouden veel meer mensen denk ik de overstap maken. Toevallig ligt er een brochure naast mij over de aanschaf van zonnepanelen via de gemeente. Ik denk dat ik straks toch een afspraak ga maken voor een offerte.

Toevallig ligt er een brochure naast mij (..) over zonnepanelen

Ikzelf mag graag buiten zijn. Gisteren en vandaag lukt mij dat prima. Voor de lockdown probeerde ik tweemaal in de week te sporten. Ik deed aan zumba (dansen op voornamelijk Zuid- Amerikaanse mzuiek) en yoga. Gisteren had ik sinds lange tijd weer eens een yogales. Buiten weliswaar, maar in het zonnetje. Wat was dat heerlijk. Op het Enkhuizerzand, dus ruimte genoeg. We leken wel een stel kleine kinderen: zo blij allemaal dat we weer even mochten. Lessen in de studio kan nog niet. Dus deze heb ik even meegepikt. Ik moet zeggen dat de spierpijn me meevalt. Ik had verwacht er wel meer last van te hebben.

Ik zal ook wat antwoorden geven op de vragen uit de vorige brief. Ik wilde inderdaad altijd al de verpleging is. Als jong kind al. En ik moet zeggen dat het de juiste keuze is geweest. Ik doe mijn werk al 27 jaar. Volgend jaar 25 jaar in dienst bij dezelfde  werkgever. Contact met mensen vind ik heel fijn. Dat we dat allemaal nodig hebben, is tijdens de lockdown pijnlijk naar voren gekomen. Al die mensen, en naar ik begrepen heb vooral jonge mensen, die sombere gedachten en gevoelens hebben. Of zelfs depressief zijn. Best een schrikbeeld vind ik. Gelukkig bespeur ik dat niet bij mijn eigen kinderen. Zijn ook eigenlijk altijd bezig. Studie, stage/werken enz.

Contact met mensen vind ik heel fijn. Dat we dat allemaal nodig hebben is tijdens de lockdown pijnlijk naar voren gekomen

Het bezoek aan mijn opa was leuk. Beiden hebben we daar erg van genoten. Ik had wat lekkers mee voor bij de koffie. Daar heeft hij van gesmikkeld. Hij had al meerdere keren aangegeven zijn kleinkinderen achterkleinkinderen te missen. Ik had hem zelf ook al een jaar niet meer gezien. Wel gesproken over de telefoon, maar dat is toch anders. Zijn muren hangen vol met allerlei foto's van ons. Dat zegt genoeg. Ik heb een mooie foto laten maken van ons samen, en deze in een kaart verwerkt. En zoals je al zal vermoeden: ook deze kaart hangt inmiddels aan de wand. Kleine moeite met een enorme uitwerking. Hebben we alle twee weer mooi meegepikt.

Er is ons gevraagd om ook te schrijven over 2027. Jij hebt daar in je brief over geschreven, lees ik. Of het tot een zelfrijdende auto komt, ik durf daar geen uitspraken over te doen. Twijfel erover. Ik denk toch dat wij wel veel verder zullen zijn in duurzaamheid. Dat kan bijna niet anders meer. We zullen er toch echt aan moeten geloven zo langzamerhand. Uitstellen kan niet meer.

Ik denk dat het onlinewerken wel voor een groot gedeelte zal blijven hangen. We hebben nu gezien dat dat ook heel goed kan. Ik kan mij nog herinneren dat het voor COVID bijna ondenkbaar was om thuis te werken. Dat zowel werkgevers als werknemers het bijna onmogelijk achtten. Weet jij dat ook nog? Dat iedereen beren op de weg zag, ja-maar excuses kon bedenken? Bijzonder dat dit toch zo snel voor 100% is omgedraaid. Wat kan een mens toch flexibel zijn.

Wat kan een mens toch flexibel zijn

Dat er iets van een COVID of een andere ziekte al bestond, dat denk ik wel. Mensen zijn nou eenmaal steeds flexibeler over de wereld aan het reizen (wat naar mijn idee ook niet zal veranderen), komen met elkaar in contact. In mijn werk zie ik al een toename van isolatieverpleging bij minder ernstige ziektes de afgelopen jaren. Dus ik denk zeker dat we rekening moeten houden met iets, of het nu COVID heet of niet.

Ik zou zeggen, vaccineren, vooral vaccineren. Naar mijn idee is dat de enige echte oplossing.

En privé? Jeetje, over zes jaar dan ben ik 55. Ik zal denk ik ook nog wel werken. En ik hoop dan toch echt een gezellig en lief maatje naast mij te hebben staan. Mijn laatste date is niet meer. Te veel verschillende ideeën over hoe een relatie eruit zou moeten zien. Uiteindelijk, met toch wel pijn in het hart besloten niet meer verder te gaan. Ondanks dat het wederzijds was, blijft het pijnlijk. Dus maar weer van voren af aan beginnen dan.

Ik hoop voornamelijk dat ze gelukkig zijn en doen wat ze graag willen

En in 2027 zijn mijn kinderen 27 en 25 jaar. Ik vermoed beide afgestudeerd, en werkend? Ik hoop voornamelijk dat ze gelukkig zijn, en doen wat ze graag willen. Misschien voor hen ook een partner? Ik zeg steeds tegen hen dat zij vooral lekker hun eigen weg moeten gaan. Ik hoef echt nog geen oma te zijn over zes jaar. Ooit natuurlijk prima, heel graag zelfs, maar dan nog niet. Nu lijkt het alsof ik daar ook maar iets over te vertellen heb. Ahum, …

Ik denk niet meer in mijn huidige huis te wonen. Als mijn kinderen zijn uitgevlogen, zou ik graag willen verhuizen. Waarnaartoe weet ik nog niet. Gek genoeg heb ik ook al eens mijn gedachten laten gaan over het leven in een hofje. Jij schreef hier ook al over. In een hofje, met wat meer sociale contacten, maar toch zelfstandig. Schijnt de toekomst te zijn, heb ik al eens vernomen. Maar ik moet zeggen dat het bij mij alleen nog maar bij gedachtes gebleven is.

Groetjes,
Geertje

Van de hak op de tak

Dag John,

Het is een beetje gek, zomaar een brief schrijven, maar je moet ergens beginnen.

Marilien en Carin gaven wat richtlijnen en daar zal ik me aan proberen te houden. Proberen, want je moet weten dat ik de neiging heb van de hak op de tak te springen. Ik associeer, maak soms zinnen niet af en niet iedereen kan me volgen als ik te hard ga.

Lastig soms voor anderen, iets om aan te werken, zeggen ‘ze’, maar eigenlijk wil ik dat niet, want vrijuit associëren, vind ik ongeveer het leukste wat er is.

Vooruit kijken naar het na-corona tijdperk, terugkijken. Dat vraagt om iets meer weten over hoe ik in de wereld sta, wat mij heeft gevormd, denk ik. Toen ik iets over mijzelf moest schrijven voor de match, greep ik – oude gewoonte van werkenden- naar mijn cv. Dat beslaat in beknopte vorm bijna vier kantjes en vertelt veel over wat ik gedaan heb en nog doe. Maar ben ik wat ik gedaan heb/doe?

Toen ik in 2017 stopte met werken om redenen die ik later vertel, merkte ik dat ik inderdaad een beetje geworden was wat ik deed, mijn status, voor wat die waard was, samenviel met mijn werk.

Omdat Ik niet stopte na zorgvuldig afbouwen, kwamen al snel de vragen. Natuurlijk was er eerst het nagenieten van het afscheid. De prachtige film die mijn collega’s maakten, het liber amicorum dat ons grafisch bureau samenstelde, alles was even ontroerend en lief. Maar als dat allemaal zo fijn was, waarom was ik dan in godsnaam weggaan? Wat lag er nog voor me, wie zou ik zijn zonder mijn werk?

Het antwoord op de vraag waarom ik abrupt stopte, is simpel. Mijn gezondheid ging achteruit. Ik kon niet een beetje minderen, ben teveel van alles of niets.

Het antwoord op de vraag wie ik was/ben en zou zijn zonder mijn werk, is lastiger. Na mijn afscheid sprak ik nog lang over ‘ons’ als ik het over mijn werk had, bewaarde van alles, tastbare bewijzen van wat ik gedaan had, voor mijn archief. Had me ook aangemeld voor twee vrijwilligersprojecten met oud-collega’s en probeerde een nieuw ritme te vinden. Moeilijk, want mijn werk betekende ook mijn contacten en vooral uitdagingen en kansen.

Die laatste vraag had ik me eerder gesteld in een klein dagboekje uit de periode dat ik ziek werd.

Er is veel gebeurd in de laatste maanden, zoals er veel gebeurd is in de laatste jaren. Bijzondere dingen, grote, belangrijke dingen, fijne, nare en zelfs gebeurtenissen die je op je grondvesten doen schudden. Heel veel om te verwerken, maar misschien hoeft dat helemaal niet. Misschien moet je gewoon doorgaan met leven, op het ritme van de dag en dat van de seizoenen. Dat is een rustgevend ritme dat helpt om orde op zaken te stellen in je hoofd en je hart. Dat hoofd van mij kan malen als een molen in een storm, niet aflaten, draaien, draaien, tot je er duizelig van wordt.

Met je hoofd proberen greep te krijgen op je hart, in woorden vangen wat je bezighoudt. Dat is heel moeilijk als het om je diepste gevoelens gaat. Mijn hart heeft het zwaar gehad, maar het kent de klappen van de zweep al heel  lang en dat heeft geholpen

Opsommen wat er gebeurd is , lijkt me onzinnig. Ik wil wel stilstaan bij wat belangrijk is.

Stilstaan bij wat er gebeurt, gebeurd is, maar alleen als het nodig is om beter te begrijpen, niet om in het verleden te blijven hangen. Vooruit kijken, omdat het gras misschien groener is aan de andere kant van de heuvel. Niet omdat ik plan hoe mijn toekomst moet worden. Ik laat me meevoeren door de stroom.

Ik realiseerde me dat gepensioneerd zijn ook de mogelijkheid biedt om zomaar anderen te helpen. En zo kon het gebeuren dat we de afgelopen jaren heel veel voor zieke anderen hebben gezorgd. Met liefde. Natuurlijk kwamen ook die dingen zomaar op ons pad, kon ik opnieuw geen ‘nee’ zeggen, maar het antwoord op de vraag wie ik ben, kreeg een nieuwe dimensie.

En de vraag wat er voor me ligt behoeft geen antwoord. Dat zie ik wel. Misschien klinkt dat wat te flegmatiek. Want ik heb wel wensen en zit vol ideeën over hoe het anders, beter kan. Zoals ik nog steeds idealen heb. Al was het maar voor onze kinderen en onze twee prachtige kleindochters.

De vrouw die van zichzelf is

Maar daarover moet ik -denk ik- in een volgende brief schrijven. Nu vind ik dat ik je nog een en ander verschuldigd ben over mijn wortels. Die hebben me gemaakt tot wie ik ben: Elise, de vrouw die van zichzelf is ( vrij naar mijn favoriete Gouden boekje, Meneer de Hond).

Ik ben geboren in Haarlem in een gezin met twee lieve, creatieve ouders, die helaas te jong stierven. Vijf jaar na mij kwam gelukkig nog een zus. Toen zij vijftien was, overleed onze moeder op zesenveertigjarige leeftijd.  

Gelukkig kende ik mijn man toen al. Hij was mijn instructeur op het zeilkamp waar ik na mijn eindexamen naar toe ging en die vakantieliefde bleef.

Omdat mijn moeder kort daarna ziek werd, bleef ik thuis wonen en koos ik voor een opleiding voor de akte Nederlands MO-A. Dat kon namelijk gewoon in het gebouw van de pabo in Haarlem. Daarna begon ik aan mijn eerstegraads (MO-B) in Utrecht. Het overlijden van mijn moeder had echter zo veel veranderd thuis, in ons leven, in mijn leven, dat ik besloot mijn opleiding in Utrecht af te breken en les te gaan geven.

Na ons huwelijk verhuisden we naar Rijswijk. Mijn man, ook leraar, ging les geven in Scheveningen en ik in Rijswijk zelf. Na twee jaar werd onze zoon geboren en bijna drie jaar jaar later volgde onze dochter, die in Hengelo werd geboren, de stad waar we nu nog steeds wonen.

In Hengelo stortte ik me de eerste jaren op allerlei vrijwilligerswerk: op school, maar ook in de gezondheidszorg. Toen de kinderen groter werden ben ik weer les gaan geven. Daarover schreef ik al iets in mijn korte introductie voor de match.

Net als mijn vader was ik dol op afwisselend werk. En ik ben nieuwsgierig. Naar mensen, naar hun drijfveren, naar morgen.

Genoeg over mij. Jouw werk is fascinerend. Ik vroeg me af of ik wel een boeiende brievenpartner voor je zou kunnen zijn, wat Marilien wegwimpelde. Je schrijft dat je je vrouw verloor. Dat zal deze periode eenzamer maken.

Zou je vanuit historisch perspectief ook nieuw licht kunnen laten schijnen over deze pandemie?

Bij medisch historicus denk ik aan boeken die ik met veel plezier las: De keizer aller ziektes van Siddharta Mukherjee over de geschiedenis van kanker en Het nut van ziekte van Sharon Moalem (over de samenhang tussen ziekte en evolutie). Zou je vanuit historisch perspectief ook nieuw licht kunnen laten schijnen over deze pandemie? Is er een vergelijking mogelijk met de Spaanse griep?

De gezondheidszorg, ethiek, patiëntcontacten, helder communiceren,  zijn me altijd blijven boeien. Ooit gaf ik een training in diagnostische gesprekken aan Amerikaanse fysiotherapeuten die hier wilden werken.

Ergens tussen de opsomming van je activiteiten las ik dat je in het bestuur van de Indisch Genealogische Vereniging zit. Dat is grappig want bij mijn genealogische speurtocht (inmiddels een hobby) belandde ik in Indische archieven en documenten.

Ik zei het al: van de hak op de tak. Rest voor deze brief de taal. Noem me maar een alleseter. Zo eentje die van taal- en letterkunde, fictie en non-fictie, houdt. Maar  misschien het allermeest van poëzie. Taal die emoties vorm geeft, teruggebracht tot de essentie.

Ik kijk uit naar jouw brief.

Hartelijke groet,

Elise