Geruststellend, en beangstigend tegelijk

Beste Ignas,

Terwijl ik dit schrijf, trekt er een bonte stoet van schuifelaars, langlaufers en sleeënde kinderen door mijn straat. Voor heel even lijkt de kleur rood niet synoniem aan beperking, maar de vrijbrief, om de straat op te gaan.

Ik zocht net op hoe vaak er nu feitelijk sneeuw ligt in Nederland. Weerplaza had het antwoord:

"In Nederland ligt elk winterseizoen op ongeveer 29 dagen ergens in ons land een aaneengesloten sneeuw dek van ten minste één centimeter dik. Op meer dagen wordt wel sneeuwval waargenomen, maar het blijft niet altijd liggen"

En toch ligt alles van openbaar vervoer tot taxi's en van PostNL tot supermarktbezorging plat.

Grappig wel, hoe alle zelfbenoemde futurologen en toekomstguru's 'disruptie' in tech zoeken, terwijl 5-10 centimeter neerslag of een zieke vleermuis volstaat. Geruststellend, en beangstigend tegelijk.

Aanhakend op dat laatste: je hebt me niet bang gemaakt, door over persoonlijke dingen te schrijven. Voor mij schuilt daarin de schoonheid van dit project. Het geeft diepte, en kleur, aan de eendimensionale werke- lijkheid van een vel papier. Het stelt mij in staat om in je hoofd te kijken, en je te zien, zonder dat ik beeld of geluid heb.

Los van of 'normaal' nog bestaat, geef ik me inderdaad niet snel bloot, tenzij in gezelschap van goede vrienden. Daarbuiten filter ik, en laat ik minder zien.

Misschien ook omdat mijn alledag realiteit er één is van zakelijkheid, waarin er geen plek is voor emoties, of pantyloze-blote-benen. Maar meer nog is het de angst om te kort te schieten, denk ik. Terwijl een anders kwetsbaarheden die ik vaak in één oogopslag zie mij juist vaak mild stemmen.

Dat bracht mij ook tot het aansnijden van het potentieel openbare karakter in mijn vorige brief, en hoe we daarmee omgaan. Hoewel ik geen vreemde voor Google ben, deel ik online weinig tot niets dat voorbij het oppervlakkige gaat. Er is welgeteld één uitzondering, maar dat deed ik niet zonder het eerst te checken met een handjevol mensen. Toevallig was er deze week iemand die daaraan refereerde (toeval bestaat niet?), terwijl het inmiddels bijna vier jaar geleden is.

Ik moest dan ook even nadenken over mijn reactie op de publicatie van het stukje. Enerzijds is het anoniem, en maakt het geen inbreuk. Maar anderzijds ontnam je me daardoor een klein stukje vrijheid, en wel de vrijheid om te kunnen kiezen wat ik wel of niet zou willen publiceren.

Ik geloof dat ik dat stukje nodig heb, om vrij te kunnen schrijven.

Want anders houd ik niet alleen rekening met jouw lens, maar met die van de buitenwereld. Wat in het licht mag, en wat in de (half)schaduw, is wat mij betreft aan ons beiden, op een later moment. Ik realiseer me dat jij daar misschien andere behoeften hebt, omdat je doorgaans schrijft voor een groter podium dan dit eenmanspubliek. Precies dat laatste vergroot mijn angst overigens. Maar ook de noodzaak om voorbij te gaan aan oppervlakkigheden.

Hoe dan ook hoop ik dat je het voorgaande niet ziet als een hinderlijke beperking. Het is een compliment, in zekere zin. Want zonder je te kennen heb ik je deels toegang gegeven tot een donkere kamer, welke toegang 'normaal' is voorbehouden aan een klein groepje vrienden.

Liefs,

Nicolette