Alsof ik op een gemaskerd bal terechtgekomen ben

Hoi Ted,

Nou, gaat’ie dan. Ik vind dit echt een mooi project. Ergens in de folder kwam ik de woorden ‘dichtbij en toch ver weg’ tegen. Zo is het, en deep down vind ik dit toch een beetje raar. Mensen wonen bij elkaar in de buurt, soms groet je elkaar, maar er is veel afstand. Ik ben inmiddels 66 en ik heb andere herinneringen. Dit is mijn tweede periode in Amsterdam – sinds 2010. Tussen 1984 en 1994 woonde ik ook in deze mooie stad (waarna ik verhuisde vanwege werk), en ik kan me nog goed herinneren dat er toen een heel andere sfeer in de stad hing.

Op de een of andere manier kon je toen veel makkelijker contact maken met vreemden, dat was helemaal niet raar of bijzonder. En nu is er godbetert een project nodig om brieven naar buurtbewoners te schrijven. Heel goed, maar de bijbehorende gevoelde noodzaak duidt op, tsja… helemaal niet goed.

Dat er een touwtje uit de deur hing was toen overal normaal

En toen ik nog een kind was dat op de lagere school zat was het nog anders. Ik woonde toen in Delft in de eerste ‘nieuwe huizen’, zo heette de eerste nieuwbouwwijk toen in het spraakgebruik, in het Poptahof. Ik ging naar school op de Prinses Marijkeschool bij de Hugo de Grootstraat. Op onze zesde, zevende, achtste liepen we toen gewoon in een halfuurtje naar school met een paar vriendjes en vriendinnetjes. Niks achterbank, niks gebracht worden door je ouders – die zouden toen alleen al bij het idee in een lachstuip terechtgekomen zijn.

En onderweg, voortdurend spelletjes met elkaar verzinnend, kwamen we door een volkswijk, ik geloof dat’ie Westerkwartier heette, maar daar wil ik van af zijn, en daar stonden gewoon alle buitendeuren open en liepen alle buurvrouwen de hele dag bij elkaar naar binnen. Dat er een touwtje uit de deur hing was toen overal normaal. Ik wil niet de opa-Jan-Terlouw-vertelt uithangen, ik heb het over herinneringen die ik gewoon zo heb meegemaakt. Tsja.

....alsof ik op een gemaskerd bal terechtgekomen ben en toevallig in gesprek ben gekomen met een ook gemaskerde vreemde dame....

Maar goed, ondertussen vind ik het ook een intrigerend idee dat we allebei voor een alias hebben gekozen. Natuurlijk moet je in deze tijd voorzichtig zijn, al helemaal als je geciteerd kunt worden op een openbare website. Toch intrigeert het me, alsof ik op een gemaskerd bal terechtgekomen ben en toevallig in gesprek ben gekomen met een ook gemaskerde vreemde dame die achter de plantenbak achter mij zit, en zich voorgesteld heeft met de naam Ted, een naam die ik zowel associeer met Ted Talk als Teddybeer.

Je hebt al wat informatie over me gekregen Ted, ik weet niet precies welk deel. Laat ik in elk geval (en misschien nogmaals) zeggen dat mijn AOW in april dit jaar is ingegaan, en dat mediteren en schrijven toch wel de belangrijkste zaken in mijn leven zijn. Voor mijn gevoel zijn ze met elkaar verbonden. Als je wilt, ga ik daar later uitgebreider op in.

In de informatie die ik over jou heb gekregen zie ik als misschien wel het voornaamste woord ‘verbinder’. Dat is mooi. Een verbinder die iets met taal heeft, zowel lezen als schrijven. Ik ben benieuwd.

Nou, tot zover maar even, deze eerste keer.

Hartelijke groet,

Leonard

De toekomst dan

Zo, Sanne, daar ben ik weer. Niet zo vroeg als jij, maar die tijd heb ik ook gehad.

Toen wij nog aan het werk waren, waren we heel vroeg op. JJ werkte in Vlaardingen. Toen we net getrouwd waren, vertrok hij rond acht uur die kant op om dan om half negen te kunnen beginnen (behalve die ene keer dat ik hem voor dag en dauw de deur uitzette, grijns, omdat we in de war waren - ik met name, maar hij deed gehoorzaam mee - en hij er op het metrostation achter kwam dat er nog niet eens metro’s reden, zo vroeg was het). Dat werd steeds vroeger, z’n vertrektijd bedoel ik, in eerste instantie met kwartiertjes tegelijk, maar tegen de tijd dat we stopten vertrok hij om half zes ofzo om de files voor te zijn. Dan ging hij 's middags rond half vier weer naar huis en was hij ook dan de files voor. Ik heb heel lang zijn goede voorbeeld gevolgd, het was heerlijk om op kantoor een paar uur ongestoord te kunnen werken voor alle lastposten binnen kwamen.

Ik zag leeuwen en beren op onze weg, zoals overlijden kort na pensionering en dan niet samen nog even rustig aan kunnen doen

Hij had zoveel vrije dagen over dat hij bijna een half jaar voor z’n officiële afscheid kon stoppen. Ik ben hem na twee maanden gevolgd, nadat we goed hadden gekeken of we dat financieel zouden redden, want dat betekende dat ik een maand of acht geen inkomsten had. Wat we belangrijker vonden en wat dus zwaarder woog was dat JJ het heel moeilijk vond, niet meer werken. En ik, tja, ik had het niet voor niets over op de loer liggende sipjes (dipjes komt in de buurt van depressies en daar doe ik niet aan mee 😜, beter gezegd: ik heb mensen gezien in een depressie en daar wil ik mijn sombere buien niet mee vergelijken). Ik zag leeuwen en beren op onze weg, zoals overlijden kort na pensionering en dan niet samen nog even rustig aan kunnen doen. Daar kwam nog bij dat ik eigenlijk een soort van hekel had aan mijn werk. Dus in dat opzicht was het een pluspuntje, eerder stoppen.

Nou, dat hebben we financieel overleefd dus en ook in alle andere opzichten, anders zouden wij nu onze geweldige briefwisseling niet hebben. Warrig verhaal en niet echt een antwoord op je opmerking over denken over de toekomst. Waarom ik erover begon schiet me nu weer te binnen, hahaha, dat was vanwege jouw matineuze e-mail: wij hebben er toen we ons werk hadden neergelegd jaren over gedaan om op een beetje een 'normale' tijd ons bed uit te komen. Met name het eerste jaar waren we echt achterlijk vroeg. En nu, vooral als ik echt veel wakker ben 's nachts, val ik tegen de ochtend als een blok in slaap om dan vervolgens rond kwart over acht of nog later wakker te schrikken. En stom, maar dat voelt nog steeds als tijdverspilling.
Ik vraag me af hoe dit terugleest... ik denk dat ik dat maar niet doe.

Ik mis het achterlijke drie zoenen op de kaak van betrekkelijk vreemde mensen planten absoluut niet

De toekomst dan. Zoals je al terecht opmerkte, ben ik daar niet zo mee bezig als jij. Maar dat wil inderdaad niet zeggen dat ik er helemaal niet mee bezig ben. Ik denk dat we nooit meer echt van corona afkomen, eerlijk gezegd. Ik denk ook dat de boel zich wel een beetje zal 'normaliseren' en hoop oprecht dat het een kwestie wordt van elk jaar een prikkie halen en misschien wat zaken anders aanpakken. Ik mis het achterlijke drie zoenen op de kaak van betrekkelijk vreemde mensen planten bijvoorbeeld absoluut niet. Maar er zijn ook mensen die ik graag met enige regelmaat warm omhels.

Dat er iets ingrijpenders moet veranderen denk ik ook. Iets met de bio-industrie en legbatterijen en zulk soort bronnen van zorg voor de volksgezondheid. Ik heb geen idee hoe je dat aan zou moeten pakken. Een van mijn schoondochters is aardig radicaal in dat opzicht, is via vegetarisch ongeveer volslagen veganist geworden en heeft overal een heel uitgesproken mening over. Ik snap haar tot op zekere hoogte, maar vind haar tegelijkertijd knetterhard. Te hard, want ze heeft absoluut geen oog voor mensen van onze generatie (die van mij en mijn leeftijdgenoten) die op een heel andere manier opgegroeid zijn.

Als er dan alsmaar geroeptoeterd wordt dat onze generatie het helemaal verkeerd doet, in plaats van begrip te hebben en samen naar oplossingen te zoeken, gebeurt er helemaal niks

Mijn ouders konden zich bijvoorbeeld pas later een stukje vlees enzo veroorloven en dan ga je dat zien als een traktatie. Net als de schijf van vijf in eerste instantie iets onbereikbaars was en toen ineens binnen handbereik lag. Ik bedoel niet dat ik er zo over denk, maar het heeft me wel beïnvloed. En ik vind vegetarisch eten geen enkel probleem, maar een stukje vlees op z’n tijd vind ik ook heel lekker. Snap je m’n dilemma? Ik denk dat die mindset moet veranderen, maar dat heeft tijd nodig die er eigenlijk niet is. Als er dan alsmaar geroeptoeterd wordt dat onze generatie het helemaal verkeerd doet, in plaats van begrip te hebben en samen naar oplossingen te zoeken, gebeurt er helemaal niks.

Ik hoop dat er een regering komt die meer doet dan Kamervragen stellen

Maar dat is slechts één aspect van de toekomst. Ik hoop dat er een regering komt die meer doet dan Kamervragen stellen. Ik hoop dat de aarde leefbaar wordt voor toekomstige generaties, dus dat er ook gewerkt wordt aan klimaat bijvoorbeeld. Voor mezelf: ik hoop dat – stom maar het speelt wel door m’n hoofd – ik ouder word dan mijn ouders, die allebei 74 zijn geworden. Ik doe er altijd heel luchtig over, maar toch… Ik zeg altijd dat ik om al m'n boeken te kunnen lezen in goede geestelijke gezondheid en met nog functionerende ogen minstens 120 moet worden. Op de een of andere manier betwijfel ik of dat een reële gedachte is, haha. Maar ik zou toch wel graag nog een poosje hier rondhobbelen en leuke dingen doen, zoals een schrijfworkshop en e-mails uitwisselen met ene Sanne.

Dit zijn de eerste paar dingen die daarover (= de toekomst) in me opkomen. Ongetwijfeld is er meer, als ik er wat beter over nadenk. Maar ik wacht eerst eens even jouw verhaal af.

Schattig, trouwens, dat ‘vooruit huilen’.  Over huilen kan ik ook nog wel wat kwijt, maar ik krijg nu koffie van JJ en ik moet zo langzamerhand heel nodig plassen!

Fijn weekend, Sanne!

Meinmein

Jeetje, echte pensionado´s

Hoi Christine,

Jeetje, alweer heel wat weken voorbij.
De dagen vliegen, iedere dag weer enkele uren tekort. Heb jij daar ook last van of komt dat door mijn leeftijd?

Mijn man is ook zeventig geworden twee weken terug, de laatste dag dat binnen eten nog niet was toegestaan. Maar het etentje met de kinderen was buiten geen probleem vanwege het stralende weer. Bij thuiskomst flink gedanst op carnavalsmuziek die we een jaartje hebben moeten missen. Heel toevallig kwam ons een prachtig lied ter ore en toen was het gebeurd. Het ene na het ander lied werd gedraaid.
Eén van onze zonen komt vanaf zijn middelbare school, ieder jaar met al zijn vrienden de zaterdag voor carnaval  (vastelaovend) hier indrinken, voordat ze naar de stad gaan. Inmiddels allen dertigers maar het blijft hier de start van het feest, en de groep is uitgegroeid tot zo'n dertig mannen en een enkele vrouw. Dat jaartje overslaan betekent niet dat het hier ook overgeslagen wordt.
Ze weten dat de carnavalskleding niet te ver weggestopt mag worden want dit jaar komt die hopelijk nog tevoorschijn.

Ook ik besteed veel tijd aan gezond en lekker eten

We vertrekken dagelijks naar onze moestuin, zo'n acht minuutjes hier vandaan met de fiets. We kunnen er al heerlijk van eten, vooral asperges maar ook peultjes, andijvie, sla, rucola, venkel, koolrabi en spitskool hebben ons bord al gezien. Ben verslaafd geraakt aan het uit de grond trekken van onkruid. Heerlijk dat geluid als je het met wortel en al te pakken krijgt.
Ook ik besteed veel tijd aan gezond en lekker eten. Nu ik afhankelijk ben van de opbrengsten van onze moestuin, wordt mijn fantasie extra geprikkeld, omdat ik meestal de royale hoeveelheden in verschillende creaties wil opdienen. We smullen van de versheid en het onbespotene. Ik ben geen mens van invriezen, behalve erwtjes en soepen.
Ik maak heel veel soepen die gretig aftrek vinden en waar je altijd wel weer iemand blij mee kunt maken.

Ik luister heel veel naar de radio, altijd NPO1. Maar ben nu ook begonnen de podcast te beluisteren van de Correspondent en het terugluisteren van programma's "Met het Oog op Morgen". De radio staat altijd aan, als ik boven ben boven, als ik beneden ben beneden. Als het hinderlijk is voor anderen, gaan de oortjes in.
De Volkskrant krijgt zijn dagelijkse aandacht. Heerlijk om de dag mee te starten, zeker nu we buiten kunnen zitten, zonder naar de klok te hoeven kijken.
Wij hebben dit huis zo'n veertig jaar geleden gekocht en het enige wat we toen belangrijk vonden was de grootte van de tuin. Daar zijn we nog steeds heel blij mee en we genieten er nog altijd volop van.

De radio staat altijd aan, als ik boven ben boven, als ik beneden ben beneden

Fietsen doen we al heel erg lang. Toen ik mijn man leerde kennen was ik 17 jaar en zat ik liever achterop dan dat ik zelf fietste. Toen we een seizoen komkommers hadden geteeld en daar genoeg geld mee hadden verdiend om twee racefietsen van te kopen, was dat niet meer nodig. Onze vakanties werden fietsvakanties met tentje en al achterop.
We fietsten vanuit Venlo naar Frankrijk, Oostenrijk, Denemarken, Engeland of de fietsen gingen mee op het vliegtuig naar bijv. Marocco, Schotland en Hongarije. Ook onze trouwdag heeft op de fiets plaats gevonden.
Fietsen doen we nog steeds, bijna dagelijks, maar fietsvakanties nog even niet. We zijn nog voorzichtig met plannen maken, veiligheid krijgt nog voorrang.

We zijn begonnen met schaken, in grote lijnen kennen we de regels maar de uitdagingen moeten we nog leren.
Een boek erbij moet ons verder helpen. Als we er dan ook nog een drankje bij nemen denk ik toch echt: jeetje, échte pensionado's.

Nog even een antwoord op je vraag over de schilderijen.
Ik heb ze allemaal uitgezocht omdat ik ze mooi vond en omdat ze ook betaalbaar moesten blijven. Ik kijk er vaak naar en koester ze nog altijd. De informatie van degene die ze gemaakt hebben was heel summier en die ligt ergens in een la.

Wat ik super mooi vond aan je brief was het verhaal over je zoon, zó liefdevol.
Ik zag hem zitten, helemaal verdiept in zijn boek en pas op zoek naar een broodje nadat zijn maag ging rammelen.
Een rijkdom als je graag leest, vervelen is er nooit bij.

Zo, genoeg geschreven voordat je tureluurs van me wordt.

Christine, tot de volgende keer, gezellig!


Lieve groeten Marjan.

Meestal ben ik niet zo’n meedoener

Adnan,

We beginnen, beiden, aan een leuk avontuur. Leuk dat je ook meedoet. Meestal ben ik niet zo’n meedoener. Maar ik heb af en toe de behoefte anders te doen dan ik van mijzelf gewend ben. Ik doe ook mee omdat ik het belangrijk vind dat mensen minder langs elkaar heen leven. En om de buurt nog leuker te maken . Dat is vooral mensenwerk.

Ik woon nu vijftien maanden in deze buurt.

Mijzelf aan jou voorstellen lijkt mij een goede start. Ik ben een alleenstaande man van 71 jaar.  Na ongeveer 44 jaar met veel plezier te hebben gewerkt, ben ik in 2017 met pensioen gegaan. Het heeft mij behoorlijk wat moeite en tijd gekost om daaraan te wennen. Ik woon nu vijftien maanden in deze buurt. Ik kende de buurt al goed, omdat ik een groot deel van mijn leven hier in de omgeving heb gewoond. Ik ben geboren in de Staatsliedenbuurt en op tweejarige leeftijd met mijn broertje van toen vier en mijn ouders verhuisd naar de toen net gebouwde Sara Burgerhartstraat. Na mij volgden nog zes broertjes en zusjes. Daar ben ik opgegroeid.  Mijn lagere school was aan het eind van de straat. Daar waar nu een moskee is. Na een tussenstap heb ik met mijn toenmalige vrouw en later mijn eerste twee kinderen bijna 20 jaar in de Hofwijckstraat gewoond. En vervolgens bijna 20 jaar net aan de andere kant van de metro/spoorlijn in Slotermeer. Daar is mijn jongste zoon, inmiddels 32 jaar oud geboren. Inmiddels ben ik ook opa van vier kleinkinderen. Dat vind ik fantastisch. Gelukkig wonen ze allemaal in Amsterdam.

Armoede en ongelijkheid zie ik als een groot onrecht.

Mijn kinderen en kleinkinderen zijn heel belangrijk in mijn leven, evenals mijn broers en zuster. Mijn moeder is vorig jaar helaas op 94 jarige leeftijd overleden. Een groot gemis. Daarnaast heb ik nog een paar vrienden en veel kennissen. Ik heb vele interesses, waarvan mensen de grootste is. Al jong vroeg ik mij af, waarom mensen zich zo gedragen als zij doen. Daar heb ik dan ook min of meer mijn werk van gemaakt, waarover later misschien meer. Ik wil graag mensen gelukkig zien en probeer als het kan daaraan bij te dragen.

Een groot probleem vind ik de klimaatverandering. Armoede en ongelijkheid zie ik als een groot onrecht. Ik probeer daar op verschillende manieren wat aan te doen. Maar ik vind vaak, dat ik meer zou moeten doen. Voel mij vaak onmachtig ten opzichte van deze grote problemen.

Over de buurt waarin wij wonen. Ik heb het hier goed naar mijn zin. Ik heb een fijne woning en leuke buren Met veel van hen heb ik goed contact. Prettig vind ik het multiculturele karakter of hoe je het maar noemen wilt. Ik ben nogal kritisch van karakter, volgens mij kan er nog wel het een en ander verbeteren in de buurt. Zoals het regelen van het verkeer, het plaatsen van verkeersborden, het optreden tegen de overlast van auto's en scooters en eindelijk de inrichting van de openbare ruimte afmaken.

Tot slot, ik ben erg nieuwsgierig naar jou als persoon en hoe je in het leven staat. Ik bedwing mijn neiging allerlei vragen te stellen, omdat ik het belangrijker vind om te merken wat je kwijt wilt.

Vriendelijke groeten,

Joop

Van de hak op de tak

Dag John,

Het is een beetje gek, zomaar een brief schrijven, maar je moet ergens beginnen.

Marilien en Carin gaven wat richtlijnen en daar zal ik me aan proberen te houden. Proberen, want je moet weten dat ik de neiging heb van de hak op de tak te springen. Ik associeer, maak soms zinnen niet af en niet iedereen kan me volgen als ik te hard ga.

Lastig soms voor anderen, iets om aan te werken, zeggen ‘ze’, maar eigenlijk wil ik dat niet, want vrijuit associëren, vind ik ongeveer het leukste wat er is.

Vooruit kijken naar het na-corona tijdperk, terugkijken. Dat vraagt om iets meer weten over hoe ik in de wereld sta, wat mij heeft gevormd, denk ik. Toen ik iets over mijzelf moest schrijven voor de match, greep ik – oude gewoonte van werkenden- naar mijn cv. Dat beslaat in beknopte vorm bijna vier kantjes en vertelt veel over wat ik gedaan heb en nog doe. Maar ben ik wat ik gedaan heb/doe?

Toen ik in 2017 stopte met werken om redenen die ik later vertel, merkte ik dat ik inderdaad een beetje geworden was wat ik deed, mijn status, voor wat die waard was, samenviel met mijn werk.

Omdat Ik niet stopte na zorgvuldig afbouwen, kwamen al snel de vragen. Natuurlijk was er eerst het nagenieten van het afscheid. De prachtige film die mijn collega’s maakten, het liber amicorum dat ons grafisch bureau samenstelde, alles was even ontroerend en lief. Maar als dat allemaal zo fijn was, waarom was ik dan in godsnaam weggaan? Wat lag er nog voor me, wie zou ik zijn zonder mijn werk?

Het antwoord op de vraag waarom ik abrupt stopte, is simpel. Mijn gezondheid ging achteruit. Ik kon niet een beetje minderen, ben teveel van alles of niets.

Het antwoord op de vraag wie ik was/ben en zou zijn zonder mijn werk, is lastiger. Na mijn afscheid sprak ik nog lang over ‘ons’ als ik het over mijn werk had, bewaarde van alles, tastbare bewijzen van wat ik gedaan had, voor mijn archief. Had me ook aangemeld voor twee vrijwilligersprojecten met oud-collega’s en probeerde een nieuw ritme te vinden. Moeilijk, want mijn werk betekende ook mijn contacten en vooral uitdagingen en kansen.

Die laatste vraag had ik me eerder gesteld in een klein dagboekje uit de periode dat ik ziek werd.

Er is veel gebeurd in de laatste maanden, zoals er veel gebeurd is in de laatste jaren. Bijzondere dingen, grote, belangrijke dingen, fijne, nare en zelfs gebeurtenissen die je op je grondvesten doen schudden. Heel veel om te verwerken, maar misschien hoeft dat helemaal niet. Misschien moet je gewoon doorgaan met leven, op het ritme van de dag en dat van de seizoenen. Dat is een rustgevend ritme dat helpt om orde op zaken te stellen in je hoofd en je hart. Dat hoofd van mij kan malen als een molen in een storm, niet aflaten, draaien, draaien, tot je er duizelig van wordt.

Met je hoofd proberen greep te krijgen op je hart, in woorden vangen wat je bezighoudt. Dat is heel moeilijk als het om je diepste gevoelens gaat. Mijn hart heeft het zwaar gehad, maar het kent de klappen van de zweep al heel  lang en dat heeft geholpen

Opsommen wat er gebeurd is , lijkt me onzinnig. Ik wil wel stilstaan bij wat belangrijk is.

Stilstaan bij wat er gebeurt, gebeurd is, maar alleen als het nodig is om beter te begrijpen, niet om in het verleden te blijven hangen. Vooruit kijken, omdat het gras misschien groener is aan de andere kant van de heuvel. Niet omdat ik plan hoe mijn toekomst moet worden. Ik laat me meevoeren door de stroom.

Ik realiseerde me dat gepensioneerd zijn ook de mogelijkheid biedt om zomaar anderen te helpen. En zo kon het gebeuren dat we de afgelopen jaren heel veel voor zieke anderen hebben gezorgd. Met liefde. Natuurlijk kwamen ook die dingen zomaar op ons pad, kon ik opnieuw geen ‘nee’ zeggen, maar het antwoord op de vraag wie ik ben, kreeg een nieuwe dimensie.

En de vraag wat er voor me ligt behoeft geen antwoord. Dat zie ik wel. Misschien klinkt dat wat te flegmatiek. Want ik heb wel wensen en zit vol ideeën over hoe het anders, beter kan. Zoals ik nog steeds idealen heb. Al was het maar voor onze kinderen en onze twee prachtige kleindochters.

De vrouw die van zichzelf is

Maar daarover moet ik -denk ik- in een volgende brief schrijven. Nu vind ik dat ik je nog een en ander verschuldigd ben over mijn wortels. Die hebben me gemaakt tot wie ik ben: Elise, de vrouw die van zichzelf is ( vrij naar mijn favoriete Gouden boekje, Meneer de Hond).

Ik ben geboren in Haarlem in een gezin met twee lieve, creatieve ouders, die helaas te jong stierven. Vijf jaar na mij kwam gelukkig nog een zus. Toen zij vijftien was, overleed onze moeder op zesenveertigjarige leeftijd.  

Gelukkig kende ik mijn man toen al. Hij was mijn instructeur op het zeilkamp waar ik na mijn eindexamen naar toe ging en die vakantieliefde bleef.

Omdat mijn moeder kort daarna ziek werd, bleef ik thuis wonen en koos ik voor een opleiding voor de akte Nederlands MO-A. Dat kon namelijk gewoon in het gebouw van de pabo in Haarlem. Daarna begon ik aan mijn eerstegraads (MO-B) in Utrecht. Het overlijden van mijn moeder had echter zo veel veranderd thuis, in ons leven, in mijn leven, dat ik besloot mijn opleiding in Utrecht af te breken en les te gaan geven.

Na ons huwelijk verhuisden we naar Rijswijk. Mijn man, ook leraar, ging les geven in Scheveningen en ik in Rijswijk zelf. Na twee jaar werd onze zoon geboren en bijna drie jaar jaar later volgde onze dochter, die in Hengelo werd geboren, de stad waar we nu nog steeds wonen.

In Hengelo stortte ik me de eerste jaren op allerlei vrijwilligerswerk: op school, maar ook in de gezondheidszorg. Toen de kinderen groter werden ben ik weer les gaan geven. Daarover schreef ik al iets in mijn korte introductie voor de match.

Net als mijn vader was ik dol op afwisselend werk. En ik ben nieuwsgierig. Naar mensen, naar hun drijfveren, naar morgen.

Genoeg over mij. Jouw werk is fascinerend. Ik vroeg me af of ik wel een boeiende brievenpartner voor je zou kunnen zijn, wat Marilien wegwimpelde. Je schrijft dat je je vrouw verloor. Dat zal deze periode eenzamer maken.

Zou je vanuit historisch perspectief ook nieuw licht kunnen laten schijnen over deze pandemie?

Bij medisch historicus denk ik aan boeken die ik met veel plezier las: De keizer aller ziektes van Siddharta Mukherjee over de geschiedenis van kanker en Het nut van ziekte van Sharon Moalem (over de samenhang tussen ziekte en evolutie). Zou je vanuit historisch perspectief ook nieuw licht kunnen laten schijnen over deze pandemie? Is er een vergelijking mogelijk met de Spaanse griep?

De gezondheidszorg, ethiek, patiëntcontacten, helder communiceren,  zijn me altijd blijven boeien. Ooit gaf ik een training in diagnostische gesprekken aan Amerikaanse fysiotherapeuten die hier wilden werken.

Ergens tussen de opsomming van je activiteiten las ik dat je in het bestuur van de Indisch Genealogische Vereniging zit. Dat is grappig want bij mijn genealogische speurtocht (inmiddels een hobby) belandde ik in Indische archieven en documenten.

Ik zei het al: van de hak op de tak. Rest voor deze brief de taal. Noem me maar een alleseter. Zo eentje die van taal- en letterkunde, fictie en non-fictie, houdt. Maar  misschien het allermeest van poëzie. Taal die emoties vorm geeft, teruggebracht tot de essentie.

Ik kijk uit naar jouw brief.

Hartelijke groet,

Elise