Bedankt voor je brief en wat lief dat je de moeite nam om er nog een achter je laatste aan te sturen na de radiostilte van mijn kant. De nieuwe fase van de briefwisseling was iets minder natuurlijk dan ik zelf had gehoopt. Helaas gaat het de laatste maanden namelijk weer de verkeerde kant op met de depressie en dat is de reden dat ik nog niet eerder heb gereageerd…
Iets als een brief schrijven wordt dan een stuk lastiger. Al mijn energie en focus gaat naar dingen die ik zou omschrijven als 'noodzakelijk'. Douchen, kleren aantrekken, eten maken. Maar ook therapie, tijd doorbrengen met familie en naar yoga gaan. Overleven. Zo voelt het.
De depressie doet hard haar best om iets lelijks van mooie dingen te maken
Dit betekent echter niet dat ik onze briefwisseling vergeten was. Ik was me er pijnlijk bewust van dat ik nog niet op je laatste brief gereageerd had. De depressie doet hard haar best om iets lelijks van mooie dingen te maken. 'Waarom heb je nog niet gereageerd?' 'Je hebt zeker gewoon geen zin om te schrijven?' 'Wat moet Jacob hier wel niet van denken, en dat terwijl hij zo zijn best heeft gedaan jou wel een brief te sturen met zijn drukke agenda.' 'Heb je dat nou nog steeds niet gedaan? Zwakkeling.' Of iets in die trant. Maar hell no dat we haar gaan laten winnen. Iets later dan gehoopt maar mijn vingers glijden weer over het toetsenbord.
Ik heb genoten van je verhaal over de brainstorm voor de nieuwe serie. Wat een zelfkennis heb jij. Zo zie je maar dat het in het moment altijd moeilijk is om jezelf te 'onderscheppen', maar hoe je er achteraf mee omgaat zegt volgens mij veel over jou. Fouten toegeven en tekortkomingen onder ogen kunnen zien is niet iets wat iedereen kan. Het siert je. Ik ben benieuwd hoe je er inmiddels, een paar weken later, op terugkijkt. Is je oordeel over jezelf nog steeds hetzelfde? Of had de brainstorm ook hier en daar wel iemand zoals jij nodig, die even op de voorgrond ging staan?
Ik vind het juist zo heerlijk dat ik geen idee heb hoe je eruit ziet, ruikt, lacht, welke kleren je draagt en in wat voor huis je woont
Ook grappig wat je beschrijft over de realiteit die de magie van onze briefwisseling binnen probeert te dringen. Ik wist namelijk pas wat ik voelde toen jij het opschreef. Inderdaad! Ik vind het juist zo heerlijk dat ik geen idee heb hoe je eruit ziet, ruikt, lacht, welke kleren je draagt en in wat voor huis je woont (al weet ik dat die in de buurt staat natuurlijk). Dit bevrijd me namelijk van mijn eigen invullingen en aannames. Niet zozeer mijn aannames over jou, maar eerder de aannames over de aannames die jij over mij hebt. Ben ik nog te volgen?
Ik ben voor mezelf opgekomen en heb aangegeven dat ik ervan overtuigd ben dat ik meer hulp nodig heb
Ik wil je graag laten weten dat ik meer hulp ga krijgen bij mijn gevecht tegen de duisternis. Tot nog toe had ik één keer per week 45 minuten een gesprek met mijn psycholoog. Dit blijkt voor mij niet voldoende. Ik ben voor mezelf opgekomen en heb aangegeven dat ik ervan overtuigd ben dat ik meer hulp nodig heb. Dit was best een lastig proces, want de depressie probeert je juist aan te praten dat je je aanstelt, en erger nog: dat je niet meer hulp verdient. Gelukkig waren zowel mijn psycholoog als haar collega's het met mij eens. De vervolgstap is nog niet helemaal duidelijk en alles is helaas een stuk ingewikkelder dan gehoopt (lang leve de marktwerking in de zorg), maar over een paar maanden hoop ik ergens terecht te kunnen waar ik intensiever behandeld ga worden. Daar ben ik blij mee en ik ben trots op mezelf dat ik heb kunnen toegeven hoe slecht het eigenlijk gaat. Met een ‘hoogfunctionerende depressie’ kun je dat namelijk heel lang heel goed verbergen. Voor anderen en zelfs voor mezelf.
Ik moet zeggen dat ik ontzettend benieuwd ben hoe jij het nieuwe jaar bent gestart. Het lijkt me heel leuk om te lezen hoe het met je gaat, waar je tegenaan bent gelopen of wat juist heel goed is gegaan. Tegelijkertijd wil ik jou dezelfde vrijheid gunnen die je mij gegeven hebt. Geen brief, wel een brief, doe vooral wat goed voelt. Alles is oké. Zoals je zegt: dit hele avontuur is hoe dan ook al meer dan geslaagd!
Heel veel liefs, Fleur
Pfoe Jacob, deze brief is echt een bevalling
Beste Jacob,
Het duurde even voordat ik weer achter mijn laptop ging zitten om je terug te schrijven. Dat had voornamelijk te maken met een bepaalde zwaarte die ik aan mijn reactie hang als iemand zich kwetsbaar opstelt. Volgens mij vind ik dat zo mooi en belangrijk dat ik wil dat mijn reactie erop perfect is. Om te voorkomen dat ik iets verkeerds zeg en iemand het nooit meer durft te doen (yep, ik heb de neiging om nogal in uitersten te denken). Ik vergeet dan soms dat er aan de andere kant van de interactie hele sterke, capabele mensen staan die zich heus niet uit het veld laten slaan door een eventueel onbedoeld onhandige reactie. Dus, hier gaan we weer.
Een groot wit vlak is altijd intimiderend, maar het was me gelukt om maar gewoon te beginnen
Ik moest aan je brief denken toen ik vanochtend na een tijdje weer een kwast in mijn handen had. Een groot wit vlak is altijd intimiderend, maar het was me gelukt om maar gewoon te beginnen. Met een penseel in de hand, felgekleurde verf op een oud bord en de veldezel van mijn overleden oma voelde ik me door en door schilder. Gevoel nam het over en ik kon er niks aan doen, ik wás gewoon een heuse kunstenaar, echt waar!
De grap is: ik kan helemaal niet goed schilderen. Ik doe mijn best en soms komt er heus wat leuks uit, maar ik heb niet per se veel talent en al helemaal niet veel skills. Toch voelde ik me een kunstenaar. Schrijver, project manager of community manager daarentegen, dat heb ik me nog nooit gevoeld. Niet op die manier, tenminste. Maar je iets voelen, gewoon omdat je het doet, omdat je ervan geniet, zonder verwachtingen en zonder het resultaat al in je achterhoofd. Is dat niet het beste gevoel?
Ik hoop eigenlijk heel erg dat je je stiekem iedere dag een klein beetje scenarioschrijver voelt, op dezelfde manier dat ik me kunstenaar voel
Je zegt dat je je alleen scenarioschrijver voelt als je steengoede ideeën hebt en heel productief bent. Ik weet verder niets van scenario’s, maar ik heb eindeloos veel boeken in mijn leven gelezen en ik weet zeker: jij kunt prachtig schrijven. Dat je op een feestje niet altijd stralend van trots verkondigt dat je scenarioschrijver bent, snap ik helemaal. Zo’n 'cool' beroep; daar hangen ongetwijfeld heel veel verwachtingen van jezelf en van anderen aan. Maar ik hoop eigenlijk heel erg dat je je stiekem iedere dag een klein beetje scenarioschrijver voelt, op dezelfde manier dat ik me kunstenaar voel. Zonder dat iemand daar iets van hoeft te vinden en zonder dat daar een bepaalde prestatie aan vastzit, maar gewoon omdat je het vet vindt om te doen.
PS. dramatherapeut, wauw!
Ineens viel het me op dat er bijna nooit iemand een andere openingsvraag stelt dan 'wat doe je?' of 'hoe is het op werk?'
Om je vraag over de feestjes te beantwoorden: in het begin ontweek ik ze. Vreselijk! Ineens viel het me op dat er bijna nooit iemand een andere openingsvraag stelt dan 'wat doe je?' of 'hoe is het op werk?'. Ik ben een hopeloze leugenaar, dus liegen was geen optie. Ik probeerde eerlijk te zijn. De eerste pakweg tien interacties waren daardoor op z’n zachtst gezegd oncomfortabel. Ik begon te vertellen dat ik niet meer werkte, omdat het niet zo goed met me ging. Echter, had ik toen nog geen idee wat er met me aan de hand was, dus het verhaal was nogal onsamenhangend en ik was er zelf nog totaal niet oké mee. De meeste van mijn gesprekspartners hadden dit antwoord niet verwacht en wisten duidelijk niet hoe ze hierop moesten reageren. Ongemak alom. Maar op een gegeven moment begon ik mijn situatie meer te accepteren en deed ik geen moeite meer om er een mooi verhaal van te maken.
Soms antwoord ik nu gewoon met 'Op dit moment niks,' omdat ik benieuwd ben hoe mensen daarop reageren. Laatst zei iemand 'Hoe ziet je week er dan uit?' en dat vond ik een heerlijke vraag. Ik hoefde niet meteen een deep dive in al mijn problemen te doen, maar kon gewoon lekker vertellen over mijn yogalessen, schetscursus en het brievenproject waar ik aan mee doe. 😉
Hypochondrie. Ook geen makkelijke zeg… Dat zal niet iets zijn wat anderen makkelijk kunnen begrijpen als je brein niet op die manier in elkaar zit. Datzelfde geldt voor mijn brein, al kan ik me de angst voor dat ziekenhuisbed wel heel goed voorstellen. Maar dingen zoals wat wij nu doen, brieven naar elkaar schrijven, naar elkaar luisteren zonder elkaar te kennen, verbinding maken, is volgens mij een bewijs dat ieder mens altijd mee mag blijven doen, denk je niet? Alleen misschien niet op de manier die we zelf voor ogen hebben.
Ik had niet verwacht dat ik met zoveel enthousiasme iedere dag mijn brievenbus zou checken om te kijken of je alweer iets geschreven had
Pfoe Jacob, deze brief is echt een bevalling. Perfectionisme zit me een beetje in de weg. Jij schrijft zo mooi en ik vind deze briefwisseling echt zo tof. Toen ik me aanmeldde voor het project had ik het eigenlijk een beetje verkeerd begrepen. Er hingen allerlei posters in de OBA waar ik toen was en overal stond bij 'als je Nederlands niet goed genoeg is, zijn er mensen om je te helpen schrijven'. Hierdoor dacht ik dat het een project was voor verbinding, maar ook zodat mensen hun Nederlands konden oefenen. Leek me ook leuk. Ik houd van schrijven en help graag. Maar ik had niet verwacht dat het zoals dit zou worden. Ik had niet verwacht dat ik met zoveel enthousiasme iedere dag mijn brievenbus zou checken om te kijken of je alweer iets geschreven had. Misschien heeft het gebrek aan verwachtingen het juist zo leuk gemaakt.
Daarom stop ik nu lekker met deze brief, ook al vind ik hem niet perfect en zou ik willen dat ik allerlei dingen anders had verwoord. Ik laat de verwachtingen even los en wacht gewoon rustig af waar jij vervolgens weer mee komt. Ik heb er zin in!
Oh, en ik vond je laatste vraag overigens erg goed gevonden. Het ding is alleen dat ik nooit een heel sterk idool-persoon ben geweest. Mijn ouders zijn echte voorvechters van het idee dat iedereen gelijk is en evenveel waard, waardoor ik nooit echt de neiging heb gehad om iemand op een voetstuk te plaatsen. Echter, ik zie hoe mooi het kan zijn om je te laten inspireren door anderen en ik ben dan ook heel benieuwd naar jouw eerste, grootste, laatste of meest verrassende idool!
Veel plezier met schrijven, ik kijk uit naar je brief.
Groetjes, Fleur
Wat ben je zonder een beroep?
Beste Fleur,
Er is altijd ongemak als ik op feestjes antwoord geef op de vraag wat ik doe. Ik mompel zo onverstaanbaar dat ik scenarioschrijver ben voor film en televisiedrama dat ik het vaak nog een keer moet herhalen. Nog meer gestuntel volgt op de onherroepelijke vervolgvraag; of ik bekende dingen heb geschreven. De titels die ik noem doen vaker niet dan wel een belletje bij de ander rinkelen.
Terwijl ik sta te mompelen op zo’n feestje denk ik aan al die weken dat ik niets op papier krijg
Ik dacht altijd dat dit ongemak van mij te maken had met mijn neiging tot relativeren; niet zoveel gewicht te willen geven aan wat ik doe. Maar het tegenovergestelde is meer waar. Ik hang juist te veel gewicht aan mijn beroep. Zoveel gewicht dat ik er zelf nooit aan kan tippen. Terwijl ik sta te mompelen op zo’n feestje denk ik aan al die weken dat ik niets op papier krijg. En als de ander enthousiast roept dat ik wel heel creatief moet zijn, schaam ik me diep voor de lange geestdodende uren Pacman die ik overdag speel. Blijkbaar ben ik voor mijzelf pas een scenarioschrijver als ik steengoeie ideeën heb en heel productief ben. Dus ben ik maar een paar dagen per jaar scenarioschrijver.
Een tijdlang was ik geen scenarioschrijver maar een dramatherapeut. Dan was mijn verhaal op feestjes dat ik therapie gaf aan veteranen en militairen die een trauma hadden opgelopen tijdens hun uitzendingen. Dat deed ik minder mompelend, zelfs met enige zelfverzekerdheid kan ik me herinneren. Blijkbaar kon ik mijzelf veel makkelijker als therapeut zien dan nu als schrijver.
Wat ben je zonder een beroep? Een baan, dat wat je doet, is naar de buitenwereld toe een concreet narratief dat veel en tegelijkertijd ook weer niets over jezelf zegt. Een etalage waar de ander naar kan kijken zonder gelijk je ziel te zien.
Toen ik je vraag aan het einde van je prachtige brief las moest ik hieraan denken. Ervaar jij dat deze periode misschien op feestjes? Dat ontberen van een etalage nu je geen baan hebt? Moet je gelijk een stuk persoonlijker worden in je antwoord op die eeuwige vraag: 'en wat doe jij?' Meer dan je misschien soms zou willen? Of zegt deze gedachte meer over mij, hoe confronterend ik dat zou vinden. Ik zou ik me naakt voelen naar de buitenwereld toe. Dat lijkt me doodeng, maar terwijl ik dit schrijf denk ik ook hoe sensationeel dat zou zijn, om zonder die ‘etalage’ de wereld tegemoet te treden. Gewoon als mezelf, niets meer en niets minder.
Blijkbaar hebben we allebei wel trek in een zekere intensiteit in deze uitwisseling
Je verhaal raakt me. Zo gelijk met de deur in huis vallen vind ik trouwens fantastisch. Blijkbaar hebben we allebei wel trek in een zekere intensiteit in deze uitwisseling, en pakken we de vrijheid die ontstaat doordat we niet weten van elkaar wie we zijn met beide handen aan.
'Ten prooi vallen aan de tentakels van een nare depressie' … zo treffend geformuleerd. Onontkoombaar en doordringend tot alles wie je bent en van jou is. Zo leest dat. Wat afschuwelijk moet dat (geweest) zijn. Volgens mij ga je met hele krachtige 'wapens' die tentakels te lijf. Schrijven, schilderen, tekenen, ik snap het helemaal. Als ex-creatief therapeut geloof ik heilig in de helende kracht van iets creëren.
Mijn hele leven ben ik bang voor het moment dat een arts tegen me ze zegt: het is over, het is voorbij....
Ik ben bang voor veel dingen. In mijn hoofd is het een komen en gaan van grote en kleine zorgen. Ik heb een paar jaar geleden een therapie gevolgd voor mijn hypochondrie. Sindsdien raak ik ietsjes minder verstrikt in zorgen over mijn gezondheid maar een beetje pijn in een vinger kan nog steeds wekenlang een sombere sluier over de dagen leggen; omdat ik er dan van overtuigd ben dat ik een slopende progressieve spierziekte onder de leden heb. Mijn hele leven ben ik bang voor het moment dat een arts tegen me ze zegt: het is over, het is voorbij en dat de hele wereld dan doorleeft terwijl ik in een ziekenhuisbed lig. Dat ik niet meer mee mag doen: dat is denk ik mijn grootste angst.
Ik herken het wat je schreef; te veel aspecten in je brief om op in te gaan. Ik ga ook een keuze maken.
Het einde van een verhaal onthult pas waar het verhaal over gaat
En kies tenslotte voor die man uit je verhaal die wakker wordt in een kliniek en niet weet waarom hij daar zit. Je bent op zoek naar het einde van het verhaal schreef je. Dat kan ik me voorstellen. Het einde van een verhaal onthult pas waar het verhaal over gaat; de bewering die je als schrijver over het leven maakt. En da’s veel denkwerk is mijn ervaring. Regelmatig word ik verrast door de laatste scene van mijn script. Dan blijkt ik toch een hele andere bewering te maken dan ik al die tijd dacht mee bezig te zijn.
Ik ontkom er niet aan om een parallel te zien in jouw zoeken naar hoe die man uit je verhaal die kliniek weer kan uitstappen en hoe jijzelf (straks) op die depressie kunt terugkijken. Ik heb getwijfeld om dit te schrijven omdat het laatste wat ik wil is om aanmatigend te klinken. Maar… ik gun je het moment dat je de angst over moederschap die je zo voorstelbaar en ontroerend beschrijft, straks in een ruimer perspectief kunt zien. In een bewering over het leven waarin angst en vertrouwen naast elkaar kunnen bestaan.
Oké, en dan de vraag waarmee ik deze brief vrolijk wil uitknallen. Beste Fleur wie was nou toch je eerste idool? Vertel dat nou eens. 😉
Ik kijk uit naar je brief.
Groet Jacob
Twee jaar geleden kwam het allemaal samen...
Beste Jacob,
Laat ik beginnen met het beantwoorden van je laatste vraag. Ik heb zin om met de deur in huis te vallen. Niet om te choqueren – volgens mij kun jij dit soort onderwerpen prima handelen – maar wel om gewoon lekker met de deur in huis te vallen.
Tot op de dag van vandaag kan ik mijn leven niet leiden zoals ik zou willen
Ik ben ten prooi gevallen aan de tentakels van een nare depressie. Twee jaar geleden kwam het allemaal samen: een ongezonde strengheid voor mezelf, een baan die niet goed voor me was, en natuurlijk de Covid-maatregelen. Een eindeloze stroom aan negatieve gedachten, somberheid met de bijbehorende tranen, frustratie, boosheid en een heel diepe put waren het gevolg. Tot op de dag van vandaag kan ik mijn leven niet leiden zoals ik zou willen. Een baan zit er even niet in. Ik ben snel moe en nog sneller emotioneel. Ik ben enorm vaak ziek (dat hoort er blijkbaar ook bij, wist jij dat?). Maar maak je om mij geen zorgen hoor! Inmiddels ben ik bezig met schrijven, schilderen, tekenen en yoga. Ik heb een heleboel lieve mensen om me heen die me helpen waar het kan, en gelukkig ben ik – paradoxaal genoeg – niet zo negatief ingesteld. Daar gaat mijn angst dan ook niet over. Tenminste, niet precies.
Vorig jaar heb ik een nichtje gekregen. Een schattig, lief, perfect kindje met grote ogen en dikke wangen. De hele familie is dol op haar en ik misschien nog wel het meest. Een zonnestraaltje in mijn leven. Kinderen zijn zo heerlijk ongecompliceerd. Ze huilen als ze niet blij zijn en ze lachen als ze wel blij zijn. Het enige dat ze nodig hebben is eten, slaap en vooral een heleboel liefde. En precies daarin schuilt mijn angst. Wat nou, Jacob, als ik straks zelf een kindje heb en ik weer in een depressieve periode beland? Hoe kan ik dan in hemelsnaam de liefde geven die zo’n kindje verdient? Hoe kan ik dan ooit een goede moeder zijn? Daar ben ik bang voor.
En jij, Jacob? Waarom ben jij zo bang?
Grappig dat je noemt dat je er pas achter komt wat je bezighoudt als je begint met schrijven. Dat is ontzettend herkenbaar. Ik heb hetzelfde met praten, maar met schrijven is het toch heerlijk dat je daar niemand anders voor nodig hebt. Wat houd jou op dit moment bezig? Over de wereld, jezelf, je leven, je relatie of wellicht wat je vanavond weer eens zal doen voor het avondeten?
Op dit moment schrijf ik aan een verhaal over een man die wakker wordt in een psychiatrische inrichting
Je vroeg me ook wat ik schrijf. Mijn antwoord is niet zo spannend als dat van jou ben ik bang (scenarioschrijver, wat een stoer beroep!). Ik had altijd al plezier in schrijven, maar deed het nooit veel. Wat brieven aan m’n oma, blogs als ik op reis was, hier en daar een gedicht. Afgelopen jaar besloot ik een schrijfcursus te gaan doen bij Crea, het cultuurcentrum van de UvA, en ik vond het fantastisch! We schreven eigenlijk allerlei korte verhalen, meestal met een bepaalde achterliggende opdracht. Zo heb ik een keer een verhaal(tje) geschreven over pannenkoeken en een rode trui, maar ook over een autistische jongen met een fascinatie voor vloeken. Op dit moment schrijf ik aan een verhaal over een man die wakker wordt in een psychiatrische inrichting, maar geen idee heeft waarom hij daar zit. Ik was helemaal enthousiast aan het begin, maar nu ik bijna bij het einde ben, krijg ik het maar niet voor elkaar om het af te schrijven. Ieder einde lijkt te voor de hand liggend, te cliché of te over the top. Heb jij dat wel eens, als je aan je scenario’s schrijft? En heb je daar eigenlijk volledige artistieke vrijheid, of hijgen er mensen in je nek?
Wat een moed! Je leven leiden zoals jij dat wil, ook al is dat niet altijd makkelijk
Het is onmogelijk om op alle aspecten van je brief in te gaan zonder te eindigen met een brief van zeven kantjes, dus ik moet kiezen. Echter, aan het verhaal over je zogenaamde tweede coming out wil ik zeker niet voorbijgaan. Wat een moed! Je leven leiden zoals jij dat wil, ook al is dat niet altijd makkelijk. Het is een thema waar ik me nu meer dan ooit mee bezig houd en ik kan er alleen maar respect voor hebben (en me er hopelijk door laten inspireren). Zoals Captain Holt het zo mooi verwoordde: 'Every time someone steps up and says who they are, the world becomes a better, more interesting place'. En als je nu geen idee hebt wie Captain Holt in hemelsnaam zou moeten zijn, dan raad ik je van harte aan om Brooklyn 99 op Netflix op te zoeken. Een heerlijke serie als je het mij vraagt!
.... in hoeverre identificeer jij jezelf met je baan?
Eindigen met een vraag vond ik wel een hele goede van jou. Waar ik nou wel benieuwd naar ben: in hoeverre identificeer jij jezelf met je baan? Het lijkt mij een ontzettend leuke baan en waarschijnlijk velen met mij. Ik stel me zo voor dat je er vaak zeer positieve reacties op krijgt, vandaar mijn vraag. Zou Jacob nog steeds dezelfde Jacob zijn als hij iets anders zou doen?
Oh, en ik zou het bijna vergeten: bedankt voor je prachtige brief! Ik ben benieuwd naar de volgende.
Groetjes, Fleur
De angst niet goed genoeg te zijn..
Lieve Chica
Ik schrijf je met een kitten van tien maanden op schoot, dat me af en toe droevig aankijkt omdat ze een kraag om moet, zodat ze haar onderbuik niet kaal likt en een paar keer per dag haren uitkotst. Tja, dus het is goed voor haar, maar ja, zo’n kap is een ellendig ding waardoor ze het leven een stuk minder speels ingaat. Stress, zegt de dierenarts, of een allergie. Ze blijft maar aan dat ene stukje likken als we haar die kap niet opdoen. Waardoor ze niet beter wordt en de geschiedenis zich herhaalt: irritatie, kaal likken, kotsen, meer irritatie, harder likken, meer kotsen…
Nu ligt ze te slapen. Droef, maar rustig. Na vijf dagen kap mag ie af.
In je brief lees ik, en herken ik deels:
‘de angst niet goed genoeg te zijn’
‘de ergernis de planning (het leven?) niet op orde te hebben’, daaropaan gesproken worden, terwijl je eindelijk lekker in de schrijfflow zit, en de woede die het kan oproepen als je lief zoiets teers raakt
dat het leven, met alle verdrietige, overweldigende zaken, er altijd weer tussendoor komt razen. Sterkte lieve Etchica, met je nicht en vriendin die zo verschrikkelijk ziek is.
Natuurlijk is witheid verweven met racisme
We maken deel uit van een koloniaal verleden en heden. Wij zijn een actief deel daarvan, als denkers die voorop lopen en af en toe moe worden van die trage massa die maar niet mee kan komen en in de ‘vechtofvlucht’-reactie schiet, van diepe haatreacties tot ‘Ja maar ik bèn toch geen racist…’ jaha, zucht… moeten we je dan voortdurend geruststellen? Over je hoofd aaien dat je best lief bent? Natuurlijk is witheid verweven met racisme, maar rabiaat racisme uiten de meeste witten niet. Dus… ben je een racist als je wit bent? Eigenlijk bijna altijd wel, maar je wilt 't liever niet zien en de consequenties ervan dragen: van ongemak tot herstelbetalingen. Dus zeg je geen 'pardon', maar ‘zij doen 't zelf ook’, ‘het is lang geleden’, ‘jullie zijn overgevoelig’, ‘jullie zijn onverantwoordelijk door met z’n allen op de Dam te gaan staan’…
Ik heb de free heriheri voorbij zien komen via social media, en even laten gaan. Mooi initiatief, maar ik moest me terugtrekken uit de openbare feestelijkheden vanwege 't nieuws dat de mediator het heeft opgegeven, vanwege de begrafenis van m’n liefste tantetje op 1 juli in Eindhoven en algehele vermoeidheid vanwege de moeizame samenwerking met een team met drie politici, die elkaar wel allemaal heeel goed begrijpen, maar mij niet goed kunnen horen (wat raakt aan mijn angst -en verlangen- erbuiten te staan).
Enfin, het is een luxe zoveel denktijd te hebben, je wordt er helaas niet altijd wijzer van.
Dus ik had verdovingssessies met Netflix en fijn koken en eten met de kinderen. En ook wel gesprekken met familie en vrienden, mijn voedingsbronnen. Ik schreef zelfs een bedankbrief aan mijn toekomstige ex, vanwege alle goede dingen die we hadden. Dus helemaal stilstaan en terugtrekken was 't niet. Ik vond mezelf best knap vanwege die bedankbrief, en ik twijfelde voortdurend of ik zelf niet de belangrijkste oorzaak was van het stilleggen van de mediation. Enfin, het is een luxe zoveel denktijd te hebben, je wordt er helaas niet altijd wijzer van.
Er is zoveel dat we niet weten van onszelf, wat verborgen ligt in de diepten van onze ziel, verscholen in het geheugen van ons lichaam, daar als erts opgeslagen of als lava borrelend, soms nog uit de tijd dat we geen gesproken taal hadden. En dat uit de diepten zomaar opeens naar boven komt, zodat we handelen zonder dat we weten waarom.
In hoeverre kunnen we onszelf begrijpen, weten wat ons waarom triggert? De reacties die we kunnen hebben, die we zelf niet snappen, waarbij we onszelf niet goed kunnen zien, dat zijn er denk ik meer dan wat we wel bewust begrijpen, veel meer. Die onwetendheid hoort bij het mens-zijn, denk je niet? Het is al heel wat als je af en toe iets snapt en nog fijner als je het mogelijk iets kunt bijsturen.
Het is vermoedelijk net zoiets als bij kinderen opvoeden. Met een beetje geluk ben je je één uur per dag min of meer bewust van wat je doet, voor de rest is het een beetje aanklooien en hopen dat je niet teveel domme dingen doet.
Als schrijver moet je altijd dieper graven, net iets slimmer zijn dan jezelf.
Schrijven vraagt om een actief bewustzijn. Het helpt om dat bewustzijn te ontwikkelen, denk ik. Het voelt voor mij heel vrij om geen boeken of artikelen meer te hoeven schrijven (in deze briefwisseling voel ik me daardoor heel licht) en ik weet tegelijkertijd: dat zoeken heeft me beslist goed gedaan. Ik denk graag dat ik er wijzer van ben geworden. Als schrijver moet je altijd dieper graven, net iets slimmer zijn dan jezelf. Dat vraagt veel ‘lege’ tijd, hele goede zelfzorg en iets van egocentrisme omdat je tijdelijk geen ruimte hebt voor anderen.
Misschien is het schrijven wel de kap die we onszelf opzetten om niet de hele tijd zonder nadenken aan dat ene jeukende stukje te likken, te kotsen, weer te likken etc…. Een truc om je leven een net iets andere richting te geven dan die je vanzelf zou gaan. Net iets slimmer worden dan je zonder schrijven en de daarvoor noodzakelijke flow en reflectie was geweest.
In het maatschappelijk debat over racisme zie ik dat wat veelal opgeslagen lag in de diepte in alle hevigheid naar boven komt. Veel is nog niet heel slim of wijs maar rauw en ondoordacht. Die 400 jaar koloniale geschiedenis, het leven van alle voormoeders en voorvaders, de onuitgesproken en uitgesproken oordelen, komen naar de oppervlakte.
Er wordt getornd aan de witte oordelen en waarheden .....
Er wordt getornd aan de witte oordelen en waarheden door mensen als Patricia Kaersenhout en Clarice Gargard die eigen gesprekken organiseren, door de generatie dertigers, de Jerry’s, de Akwasi’s de Mitchells de Jessica’s de Sarita’s…
Het vraagt moed om als witte naar jezelf te kijken en de lelijke kanten te zien. In de spiegel trekken we graag ons mooiste gezicht, mislukte selfies deleten we. Het is ongelooflijk lastig jezelf te kennen, te weten waar je automatische triggers zitten, te weten waar je reflexen hun oorsprong hebben en hoe je ze misschien kunt begrijpen en heeeel misschien veranderen.
Wat ik als kind leerde: Afrikanen en zwarten zijn lui, we moeten ze helpen. De zending is nodig om deze arme mensen te bevrijden van hun heidense geloof en van de armoede. Ik was me later als linkse kraker nauwelijks nog bewust van die gedachten. Ik was degene die als hoofdredacteur van een blad over ontwikkelingssamenwerking niet-witte redacteuren en schrijvers in de redactie introduceerde. Ik was degene die mèt Oosteuropese journalistes een boek schreef, niet óver hen. Dat was mijn gezicht in de spiegel.
Maar ze zijn hier helemaal niet lui.
Totdat ik in 1996 in Mozambique was voor mijn werk en na een paar dagen dacht: ‘Maar ze zijn hier helemaal niet lui.’ Ik schrijf het maar zo plompverloren op. Ik schaamde me meteen rot, dat snap je. Ik sloeg mijn hand bijna voor mijn mond. Waar kwam dat nou vandaan? Ik was toch geen racist?
Toch was deze gedachte was blijkbaar ergens in mij opgeslagen.
Een paar jaar later sprak ik Cynthia McLeod hierover, die me uitlegde dat het één van de vormen van verzet was op de plantage: je dommer en luier voordoen dan je bent. Openlijk verzet werd gestraft, dus dit was een manier om te laten merken dat je hier onvrijwillig handelde.
Dus verzet was het, en een houding die zich in de witte kant tegelijkertijd in de aardlagen vastzette als oordeel. Een oordeel dat ik bij me droeg zonder het echt te weten. Het oordeel dat werd ingezet als onderdeel van de ‘beschaving’ en superioriteitsgedachte: wij moeten deze arme, luie mensen hèlpen. Daarom bezetten we landen en roven ze leeg, dat doen we om te helpen.
Eh… wat doen we?
Ik leerde pas als volwassene de enorme discrepantie zien tussen deze uitgesproken en geleefde waarheden. Dat klinkt misschien gek, maar het was zo in mijn leven. Het is extreem schadelijk dat je je kinderen niet leert dat kolonisatie roof en moord is, maar dat het een vorm van beschaving is. Waarom zou je zoiets doen?
Ik wil namelijk geloven dat de mens van nature goed is. En dit past daar niet in.
Eigenlijk snap ik daar nog steeds helemaal niets van. Ik wil namelijk geloven dat de mens van nature goed is. En dit past daar niet in. Misschien dat jij daar al langer over hebt nagedacht en me verder kunt helpen met denken en verklaren? Misschien heb je er geen zin in hoor. Weer verklaren en uitleggen... pfff
Ik doe mijn eigen witte huiswerk echt wel, ik ben hierin een ijverige leerling, al jaren. Ik heb zelfs even gecheckt op de site, of er nog huiswerk lag dat ik had overgeslagen 😊, maar soms kom ik alleen gewoon niet verder.
Gisteren, 12 juli, keek ik niet naar de NPO, maar naar de uitzending van Black Renaissance Collectief, door Patricia en Antoin en anderen georganiseerd. Het was goed erbij te zijn, op afstand, niet als spreker, maar als luisteraar. Een gepaste plek. Het was wijs en ontroerend en ontzettend toen iemand vertelde dat zijn broer aan het begin van de lockdown was overweldigd door acht agenten en vermoord. Gelukkig was Glenn Hellberg erbij en hij leidde een ritueel om die jongen die zo onverwacht uit het leven was gerukt wat rust en licht te geven. Respectvol, rustig, wijs.
Ik zoek naar wat een gepaste plek is, naar mijn rol in deze tijd. Aan de zijlijn, goed luisteren, kijken waar ik mijn wijsheid kan versterken, anderen aan het woord laten, waar mogelijk mijn witte privileges inzetten om dat te doen. Mijn eigen stem heb ik al laten horen in de boeken die ik schreef en programma’s die ik maakte, dus plaatsmaken is het nu. Kan ik dat voldoende? Doe ik dat op een passende manier?
Dat wikken en wegen, het juiste willen doen, dat misschien wel uit diezelfde gereformeerde jeugd stamt als waar die racistische gedachten vandaan komen.
Ik probeer dat in elk geval zo zorgvuldig en oprecht mogelijk te doen. Dat wikken en wegen, het juiste willen doen, dat misschien wel uit diezelfde gereformeerde jeugd stamt als waar die racistische gedachten vandaan komen. Dit deel heb ik gehouden of verder ontwikkeld. Het is me dierbaar. Ik heb het verder ontwikkeld omdat ik de dogma’s uit mijn kerk- en kraaktijd niet meer wil leven. De kerk heeft meegewerkt aan kolonisatie en slavernij goed laten keuren. Daar kan ik geen deel van uitmaken. Ik zoek al heel lang andere waarheden en leefregels.
Van aard ben ik eerder onbesuisd dan bedachtzaam. Dat laatste wil ik nog beter leren: een trage tred, kijken waar ik mijn voeten zet, gas terugnemen in onoverzichtelijke situaties, te rade gaan bij mensen die wijzer zijn en meer ervaren.
Met jou van gedachten wisselen door middel van deze brieven helpt. Hierin kan ik langzaam mezelf laten zien, omdat ik goed genoeg ben, omdat ik geen betere versie heb, of hoef te zijn. Ik ben best vaak bezig met bewijzen dat ik goed genoeg ben, slim genoeg, actief genoeg, woke genoeg. In onze brieven kan ik dat langzaam laten zakken. Dank je wel daarvoor. Dat is een groot ding dat je me geeft.
Liefs
Nies
I can breathe
Lieve Etchica,
Eén juni stond ik op de Dam, of eigenlijk aan de rand daarvan, om twee redenen: ik had mijn bezorgde oudste dochter van twintig beloofd afstand te houden, en ik vind het logisch om met mijn huidskleur aan de zijlijn te juichen en niet in het centrum van de belangstelling te willen staan. Ik ga al heel lang niet of nauwelijks naar demonstraties, maar deze wilde ik niet missen. Waarom niet? Op 21 maart -anti-racisme demo- ga ik ook niet. Misschien omdat ik hier voelde dat het mogelijk een kantelpunt was, een van die momenten die achteraf een historische datum blijkt te zijn, 1 juni 2020.
En nu ik dit een dag later herlees denk ik, waarom zijn deze zaken voor mij belangrijk? Er waren zo’n 5000 mensen op de Dam, teveel volgens velen, maar er waren dus ook ruim 800.000 Amsterdammers niet. In het Nelson Mandelapark waren zo’n 15.000 mensen, maar dus ook heel veel mensen niet. Dus ik ben deel van een hele kleine minderheid, die (met jou denk ik) vind dat racisme meer slachtoffers maakt dan Covid19. Voor mij maakte het wel gaan deel uit van mijn streven een goed mens te zijn. Kom ik later op terug.
Mijn jongste dochter van zeventien vond 't cool dat ik ging.
Ik ga je iets over haar vertellen. Je weet dat mijn dochters geadopteerd zijn uit China toch? De jongste zit op voetbal bij Buitenveldert. Een paar jaar geleden werd zij door een meisje van 't andere voetbalteam uitgescholden voor ‘babi pangang’. Ze reageerde niet maar stapte na afloop van de wedstrijd naar de coach van de tegenpartij, vertelde wat er was gebeurd en vroeg hem er iets aan te doen. De moeder van het meisje hoorde dit en zei dat háár dochter nóóit zoiets gezegd kon hebben. Mijn dochter bleef rustig, zei dat ze het toch echt had gehoord en verzocht om haar erop aan te spreken.
Wateen kind! In sommige opzichten is ze volwassener dan ik 😊.
Mijn oudste dochter is geregeld moe van mijn activistische manier van praten en denken.
Mijn oudste dochter is geregeld moe van mijn activistische manier van praten en denken. Niet dat ik veel spreek thuis, maar bij discussies spreek ik haar aan op discriminerende uitspraken. Het is zwaar voor haar: ze wordt geregeld aangesproken en lastig gevallen door Marokkaans-Nederlandse jongens en mannen. Ik ben daar niet bij, dus ik weet niet hoe het verloopt. Eén keer was het bijzonder heftig, in een bus in Utrecht, waar ze studeert. Een jongen uit een groep vroeg om haar telefoonnummer en begon steeds agressiever en opdringeriger te worden. Een van haar vrienden kreeg een klap. Niemand in de bus reageerde, ook de chauffeur niet. Ze belde me in tranen. Gelukkig was ik ook al op weg naar huis en kon ik haar troosten.
Hoe moet je reageren als je wordt aangevallen, om je vrouw zijn, om je huidskleur? Ik heb alleen ervaring via mijn kinderen en vrienden, want eigenlijk heb ik me altijd overal welkom gevoeld, waar ik ook was op de wereld. Wel een vreemdeling vaak, maar geen ongewenste vreemdeling. (Behalve misschien als ik in witte (elitaire) kringen kom, daar speelt mijn boeren-dienstmeisjes-arbeiders-verleden me soms parten.)
Dit privilege, je welkom voelen in de wereld, besprak ik met een groepje mensen tijdens een zoomsessie afgelopen week: An Impossible Conversation on White Privilege. Het werd een mooi gesprek met jonge en middelbare activistische vrouwen. Heel geschoold in deze manier van kijken. Ik vermoed dat ze allemaal hun ‘witte huiswerk’ www.withuiswerk.nl wel hadden gedaan.
Bij die Impossible Conversation waren misschien 20 mensen, een nog kleinere minderheid. Waarom ben ik daarbij? Waarom ben ik trots op de 1873 button die ik van Perez kreeg? Dat heeft te maken met mijn idee over wat een goed mens is, en een goed leven.
Mijn boeren-dienstmeisjes-arbeiders geschiedenis heeft me een radar gegeven voor ongelijkheid.
Dat ik dat wil, daar überhaupt een idee over heb, komt ongetwijfeld voort uit mijn zwaar christelijke opvoeding, met dogma’s en door mijn moeder die zwanger was voor haar trouwdatum, en mijn hele jeugd heeft proberen te bewijzend dat ze een goede vrouw en moeder was, en de armoedegeschiedenis van mijn familie, waardoor hard werken in mijn DNA zit. Ik ga er niet vanuit dat je iets cadeau krijgt. Mijn boeren-dienstmeisjes-arbeiders geschiedenis heeft me een radar gegeven voor ongelijkheid. Mijn reizen hebben me een andere kijk gegeven op migratie en koloniale geschiedenis.
Je schrijft helder over je dubbele positie als deels geprivilegieerde witte en deels benadeelde positie vanwege racisme. Allebei in jou aanwezig. Hoe leef je daar nu mee. Hoe vind je dat evenwicht? En het één zal vermoedelijk vaker aangesproken worden dan het ander? Zoals Obama als zwarte president werd gezien, terwijl hij ook dubbelbloed is. Klopt dat, of neem ik dat nu zomaar aan?
Ik ben oud genoeg om te weten dat verandering traag gaat.
Voor mij is deze beweging: de demonstraties wereldwijd, groeiend wit bewustzijn (dank voor jouw rol daarin door je boek en je columns en je interview met het FD) er één van hoop. Ik ben oud genoeg om te weten dat verandering traag gaat. Nu hoop ik dat deze verandering, die gedragen wordt door de generatie van de Mitchells, de Jerrys, de Jessicas, kortom alle mensen met wie ik soms werk of graag zou willen werken, gaat doorzetten.
Dat gaat gepaard met wit verzet, de geblondeerde politicus, die met de chique naam (Baudet is Frans voor ezel, wist je dat? Dat hoorde ik van m’n vriend Mellouki Cadat -zoon van een Bretonse moeder en een Algerijnse vader, als je 't leuk vindt, hij en zijn zoon werkten mee aan programma Why I Love You https://youtu.be/aI143LYfC3w). Dus ja, ik ben het met je eens, zo min mogelijk aandacht voor racistische politici. Wel aandacht voor wit ongemak en zwarte moeheid (niet weer hoeven uitleggen waarom 't zeer doet, niet als enige eigenaar hoeven zijn van de racisme discussie). Daarbij hoort voor mij als witte een gepaste positie, juichend aan de zijlijn. Soms vind ik dat lastig, omdat ik zo graag vooraan loop bij veranderingen.
Ik vind het heel fijn om met jou, en met jou persoonlijk te schrijven. Ik herken veel in wat je schrijft en voel me daardoor gezien en gekend in mijn ideeën. De laatste brief stuurde ik ook aan mijn beste vriend Sharog, omdat ik me afvroeg of die niet al te particulier en klagerig was.
Dus ja, het is echt keihard werken om mijn menselijkheid te behouden .......
Misschien ook omdat ik mijn rol als ex-vrouw nog niet heb gevonden. Iemand van wie je houdt in de steek laten terwijl hij ziek is, hoort niet bij hoe ik mezelf graag zie. Het vraagt een hardheid van me die ik liever niet had willen hoeven leven. Ik moet me echt helemaal afsluiten, nu zelfs mijn pogingen om vriendschappelijk te blijven omgaan met elkaar hebben gefaald. Mijn natuurlijke neiging is contact maken, vragen stellen, proberen te begrijpen, het leven genieten en vieren. Dat is waar ik in geloof. Dat we dat aan het leven verplicht zijn, dat klinkt al te dwingend, maar dat het geschenk van het leven gevierd mag worden. Wel met hard werken, maar vooral ook met liefde en vreugde. Een depressieve man die geen contact heeft met zijn eigen gevoel, is daarbij een loodzware opgave. Het druist tegen zo’n beetje alles in waar ik voor sta, wat mijn leven zin geeft… Dus ja, het is echt keihard werken om mijn menselijkheid te behouden terwijl ik me afsluit voor de gevoelloosheid van de man met wie ik oud wilde worden. De hoop doden, zoals ik 'm ook keer op keer heb moeten doden toen we samen probeerden kinderen te krijgen en hij na jaren proberen onvruchtbaar bleek en ik onze kinderen niet zelf zou baren.
Dankjewel voor De Herberg van Rumi, een van mijn favoriete dichters (niet dat ik er veel heb). Het is een prachtig en wijs gedicht. Een mooi streven.
Ja, lekker dan Voorn, moeten we er ook nog weer van leren, van dit ongeluk. Mag ik het gewoon ook een keer niet eerlijk vinden dat dit mij heeft getroffen?
En ik hoop dat je snapt dat het ook iets van ergernis opwerkt. Ja, lekker dan Voorn, moeten we er ook nog weer van leren, van dit ongeluk. Mag ik het gewoon ook een keer niet eerlijk vinden dat dit mij heeft getroffen? Zoals Covid19 lang niet voor iedereen ‘een cadéáútje’ is of hoeft te zijn. Vaak is een verdrietige gebeurtenis gewoon verdrietig. Niet meer, niet minder. Als we er ook nog weer van moeten léééren… en er zelfs blij mee zijn en ze verwelkomen als een onverwachte gast (en dat in het licht van de Iraanse gastvrijheid, waar gasten altijd welkom zijn).
Nou Etchica, daar ben ik nog even niet aan toe. Ik wil die gast wel in de kamer laten zitten -hij is nu eenmaal levensgroot komen aanbellen- maar sta zelf binnensmonds vloekend in de keuken eten klaar te maken. Ik hoop eigenlijk dat ie snel weer vertrekt, want ik heb hier niet om gevraagd, ik heb dit niet verdiend (zoals mijn schoonzus zei) en ik wilde eigenlijk gewoon verder met het mooie leven dat ik voor mezelf, ons gezin, mijn vrienden en collega’s had gemaakt. Een leven waarin hoop, vreugde, dansen, gemeenschappelijkheid, de lente en de liefde een vanzelfsprekende plek hebben. Niet een leven waarin depressie een hoofdrol speelt, die alles wat goed is kapot maakt.
Dus, mag ik die gast nog even blijven verwensen?
Uiteindelijk zal 't wel komen hoor.
Uit mijn vorige rouwperiode heb ik geleerd, dat ik nooit meer terug hoef naar de kerk van mijn ouders. Dat was voor mij een geweldige ervaring, de definitieve afsluiting van het idee van een dreigende aanwezigheid van een wrakende God die mij in een keurslijf dwingt waar ik geen lucht in krijg. Ik heb vrijer leren ademen.
I can breathe.
Dat is een voorrecht.
Lieve Etchica, dank voor je wijsheid en dat je die wilt delen met me,
Brasa!
Nies
Cookie-instellingen
Wij gebruiken cookies om de functionaliteit van onze website te verbeteren.
Functioneeel
Altijd actief
Het opslaan van de gegevens is noodzakelijk voor het legitieme doel van het leveren van een door abonnee of gebruiker uitdrukkelijk gevraagde dienst, of met als enig doel de overdracht van communicatie via een elektronisch communicatienetwerk uit te voeren.
Preferences
The technical storage or access is necessary for the legitimate purpose of storing preferences that are not requested by the subscriber or user.
Statistieken
De technische opslag of toegang die uitsluitend voor statistische doeleinden wordt gebruikt.The technical storage or access that is used exclusively for anonymous statistical purposes. Without a subpoena, voluntary compliance on the part of your Internet Service Provider, or additional records from a third party, information stored or retrieved for this purpose alone cannot usually be used to identify you.
Marketing
De technische opslag of toegang is vereist om gebruikersprofielen aan te maken om advertenties te verzenden, of om de gebruiker op een website of op meerdere websites te volgen voor vergelijkbare marketingdoeleinden.