Op feestdagen zijn de mensen vaak een stuk vrolijker

Beste Mirna,

Vandaag is het Koningsdag. Normaal gesproken zou ik nu aan het werk zijn. Mijn beste vriendin en haar man hebben een (goedlopend) speciaalbier café, waaraan ik graag een steentje bijdraag. Soms door mee te werken, soms door aan de goede kant van de bar wat biertjes te drinken. Ik werk hoofdzakelijk met feestdagen, dan sta ik bij de toiletten. Je zou het bijna niet geloven, maar het is een ontzettend leuke functie/rol. Op feestdagen zijn de mensen vaak een stuk vrolijker. In plaats van gefrustreerd in de rij voor het toilet te wachten, vinden onbekenden elkaar in de meest interessante en ook humoristische gespreksstof. Ik mag daar dan een onderdeel van zijn. Ik hou de toiletten goed schoon, dat zou ik zelf op dergelijke dagen ook enorm waarderen. Ik vraag geen geld, maar heb altijd een papiertje aan de muur hangen waarop staat dat men vrijwillig een bijdrage mag geven. Over het algemeen zijn de mensen op feestdagen of onder invloed van alcohol of onder invloed van een gedeeld gevoel van euforie, vrijheid met vrienden. Beiden zorgen voor vrijgevigheid; dit vormt uiteindelijk mijn salaris. Zo kost ik mijn vriendinnetje niks en kunnen zij hun gasten sanitair comfort aanbieden. Deze functie is bij wijze van grap begonnen, maar heeft zich gedurende de jaren ontwikkeld tot een breed aanbod van nevendiensten. Zo heb ik vaak dropjes, pepermuntjes, deodorant staan. Twee jaar geleden zelfs allerlei proefmonstertjes en lintjes, gesponsord door ee parfumerie, zowel voor mannen als voor vrouwen. Hier werd heel erg enthousiast gereageerd. Een leuke wisselwerking tussen twee ondernemers; de parfumerie kreeg extra aandacht van veel en breed publiek en het café ging ook nog een keer extra positief over de tong.

Helaas is dit nu het tweede jaar dat het café gesloten is, uiteraard vanwege de coronamaatregelen.

Ik heb een heel bijzondere band met beide kinderen

Afgelopen zaterdag heb ik op de kinderen gepast (van mijn beste vriendin), zodat zij en haar man het café startklaar konden maken voor 28 april 2021, wanneer ze eindelijk weer mogen werken. Ze zijn inmiddels al dagen bezig met de voorbereidingen, terwijl nog niet half een idee hebben waar ze naartoe gaan. Op zich ook niet zo raar; ze moeten een volledig nieuwe strategie bepalen, in antwoord de huidige gezette tijden, van 12.00 uur tot 18.00 uur. Als alles ‘normaal’ zou zijn, zouden zij dagen draaien van 15.00 uur tot 01.00 uur. Ze hebben overwogen om de (her)opening uit te stellen, maar willen uiteindelijk hun vaste gasten niet langer laten wachten.

Tijdens het oppassen zaterdag besefte ik dat ik hun situatie gebruik als referentiepunt binnen de hele coronawereld. Nu zij eindelijk ook mogen versoepelen, durf ik voor het eerst sinds een lange tijd weer te geloven in een maatschappij waar corona niet meer overheerst.

Ik heb een heel bijzondere band met beide kinderen. In 2016 ben ik begonnen met oppassen op de oudste, een meisje, op vrijdagen, zodat mijn vriendin en haar partner het café samen draaiende konden houden. In het begin paste ik op als ‘tante Ka’, maar na een jaar vond mijn vriendin het prettiger als we concrete afspraken gingen maken over mijn beschikbaarheid en een eventuele beloning. In 2018 heb ik er een tweede ‘bonuskindje’ bij gekregen, een knappe jongen. Het begrip ‘bonuskindjes’ een beetje ontstaan vanuit het grote deel dat ik uitmaak van hun leven. Buiten het feit om dat ik al vier (bijna vijf jaar) elke vrijdag bij hen ben, kom ik ook vaak nog een keer (of twee) langs, omdat hun moeder mijn beste vriendin is. Ik heb een heel bijzondere band met beide kinderen, maar met name met de oudste. Dit is niet omdat ik een voorkeur heb, maar omdat ik ruim drie jaar intensief met haar in contact ben geweest. Met de jongste is dit slechts een jaar geweest. Daarna  kwam er een abrupt einde aan het oppassen en de structuur in mijn leven en dat van hen, als gevolg van de eerste lockdown. Nu, ruim een jaar later, is er een beetje zicht op de terugkomst van ‘dingen’ in mijn leven, die belangrijk voor me zijn, waar ik energie van krijg. Ik word ook blij van een bepaalde hoeveelheid voorspelbaarheid in mijn leven; dat ik kan vertrouwen op een structurele input aan vitaliteit, activiteit en vooral liefde van deze twee kanjers. Voordat je het je misschien afvraagt, ik zal niet ontkennen dat deze kinderen ook het gemis van eigen koters compenseren. Maar zolang ik me er bewust van ben, en mijn vriendin (en haar man) ook is het naar mijn mening een gezonde situatie.

....het zit ‘m naar mijn mening niet zozeer in het ontmoeten van een persoon, maar meer soms in het leven dat ermee samenhangt

Ik moest even terugkijken op welke manier ik mijn leven had omschreven in de introductie van ‘Schrijven naar de Toekomst’, omdat je in jouw brief mijn wens om iemand te ontmoeten benadrukte. Maar het zit ‘m naar mijn mening niet zozeer in het ontmoeten van een persoon, maar meer soms in het leven dat ermee samen hangt. Zoals ik het zie dan, niet zoals maatschappelijk bepaald is. Ik vind jouw enthousiasme ontzettend leuk, maar op dit moment ben ik niet actief op zoek naar een man. Het is alleen zo dat ik bepaalde grote stappen aan het nemen ben in mijn leven, zoals de aankoop van de grond van mijn woning (nu erfpacht). Er komen zoveel vragen, verantwoordelijkheden op me af, zoveel regelzaken, documenten van minimaal vijftig pagina’s dat ik soms het gevoel heb erin te verdrinken. Op zulke momenten zou ik zo graag even willen sparren met iemand, of samen beslissingen willen nemen en daarvoor samen verantwoordelijkheid willen dragen. En hoewel ik enorm dankbaar ben voor mijn omgeving, mijn vrienden, familie en kennissen, die allemaal mijn uitdagingen ondersteunen en me aanmoedigen, kunnen zij niet voorkomen dat ik me soms toch heel alleen voel staan in mijn wereld. Niet lang, kleine momentjes.

Ik snap wat je vertelt over die vriendin, die door een aanpassing van mindset haar ‘grote liefde’ ontmoette en op latere leeftijd alsnog een dochter heeft gekregen. Je hebt gelijk: het kan dus prima. Ik denk alleen wel dat het per persoon verschilt of je als je ouder bent de verantwoordelijkheid nog goed kunt dragen. Ik heb PCOS, wat onder andere gepaard gaat met (grote) vermoeidheid en vaak ook met depressieve gevoelens. Die laatste heb ik al jaren niet meer, maar alles heeft wel invloed gehad op hoe mijn leven is verlopen en is ingedeeld. Daarnaast is het, door de cysten op mijn eierstokken, nog maar de vraag of ik überhaupt kinderen kan krijgen. Maar mijn voornaamste angst is dus of ik, nu ik 41 ben en met enige regelmaat zo'n extreme vorm van vermoeidheid ervaar, voldoende beschikbaar kan zijn voor een kind. Daar heb ik voor mezelf nog geen antwoord op gevonden.

Maar, als de zon weer dagelijks schijnt en de maatregelen verder versoepelen bestaat er zeker een kans dat ik een appèl ga doen op jouw vaardigheden rondom alle mogelijkheden voor het vinden van een leuke vent.

Het is geen broodnood, maar wel iets waar ik gelukkiger van zou worden

Ja, PCOS, een vreemde hormonale afwijking met vooral fysieke kenmerken, zoals haaruitval. Nu ben ik gelukkig ook gezegend met vrienden en kennissen, werkzaam in heel verschillende sectoren, waaronder de cosmetische industrie. En daar hebben ze de afgelopen jaren drie keer ‘proefkonijnen’ nodig gehad om nieuwe verpleegkundigen op te leiden voor haartransplantaties, waarvan ik er dus één ben geweest. Dit betroffen alleen behandelingen die noodzakelijk waren om de verpleegkundigen te laten leren, dus zijn nooit volledige transplantaties geweest, slechts ‘stukjes’. Ik ga binnenkort opnieuw in gesprek om te kijken wat er nodig is om het geheel aan te pakken, en wat dat zou gaan kosten. Het is geen broodnood, maar wel iets waar ik gelukkiger van zou worden. Ik heb overigens het artikel uit de Margriet toegevoegd, onderaan deze brief. Omdat de kliniek (van één van mijn vriendinnen) mij tot drie keer toe heeft willen helpen, heb ik daar voor mezelf vanuit dankbaarheid iets tegenover gezet. Indien gewenst, neem ik als ervaringsdeskundige contact op met patiënten die een haartransplantatie ‘moeten’ ondergaan, vragen hebben en vaak spanning ervaren. Het stelt de meeste mensen meer gerust om in contact te zijn met iemand die het heeft ervaren dan dat de informatie van een arts komt, die zijn informatie toch grotendeels uit boeken heeft of moet baseren op wat anderen hem/haar hebben verteld.

Je schreef dat je leven in een ziek lijf lastig vind. Ik denk dat ik me daar wel in kan verplaatsen, gezien alle kenmerken van PCOS. Helaas valt er aan PCOS niet veel te doen. Als de cysten groter waren geweest, hadden ze misschien weggebrand kunnen worden. Verder zal ik af moeten wachten tot de overgang. Daarna zouden de klachten moeten verdwijnen of verminderen. In de tussentijd worstel ik met allerlei gevoelens als gevolg van de hormoondisbalans, blijvend haaruitval, overbeharing op andere lichaamsdelen, moeite op gewicht te blijven, af te vallen, et cetera. Ik probeer er een vorm aan te geven door het te benoemen, maar er zijn wel momenten dat ik het extra lastig vind. Zoals bijvoorbeeld tijdens het reizen; wanneer je je overgeeft aan wat de reis je brengt en je bijvoorbeeld de natuur intrekt. En je geen mogelijkheden hebt om ‘jezelf even bij te werken’. Of wanneer ik weer een nieuwe relatie aanga en me toch behoorlijk bewust ben van mijn lichaam en daar onzeker van kan worden. Terwijl mijn moeder al haar hele leven met dezelfde problemen worstelt en mijn vader haar ook al hun hele leven samen steunt. Hij heeft nooit moeilijk gedaan over de dingen waar mijn moeder zich voor geneerde. Zij zijn (vandaag) inmiddels 45 jaar getrouwd. Zo mooi!

Wat ontzettend fijn dat je foto’s aan je brief hebt toegevoegd van je schilderijen. Ik heb geen idee waarom precies, maar ik word altijd ontzettend aangetrokken tot creatieve mensen met een duidelijk zichtbaar talent. Ik word dan vaak overspoeld door een mengeling van gevoelens, van (gezonde) jaloezie tot ontzag, tot bewondering en verwondering, maar ook energie. Heerlijk vind ik het omringd te zijn door artistieke, originele en vindingrijke mensen. Vooral ook omdat zij manieren aanbieden om iets te ‘verwoorden’ waar je zelf op dat moment geen woorden voor kan vinden.

Ik vind jouw schilderijen ontzettend indrukwekkend; het kleurgebruik, de stijl, het verhaal erachter. Het grappige is dat ik ongeveer een contra-wijze van schilderen heb. Ik schilder veel met donkere kleuren, veel zwart, strakke, grote vlakken. Ik gebruik ‘oude’ printen uit boeken, die ik in de kringloopwinkel vind en zoek een passende print bij de afbeelding die ik op papier wil krijgen. Ik schilder meestal om de chaos in mijn hoofd te structureren.

Verder heb ik wel wat impulsieve acties; zoals de afbeelding hiernaast (links). Dit was een muurschildering in mijn huiskamer; powervrouw Brigitte Bardot. Dat bedenk ik dan ineens en dan staat het ook enkele dagen later al op de muur. Geen moment spijt van gehad, maar op een gegeven moment op uitgekeken geraakt.

De afbeelding van de Rolling Stones heb ik voor mijn beste vriend op de muur gezet. Hij is een onbeschrijfelijk grote Stones-fan en dit is slechts een hoekje van zijn mancave.

Ik heb voor de beeldvorming nog wat foto’s toegevoegd van mijn ‘werken’. Op dit moment ligt de penseel helaas al een tijdje te verstoffen op mijn bureau. Het lukt me even niet om tijd en ruimte te maken om rustig te gaan zitten en het proces te laten zijn.

Wat ik aan jou bewonder is het lef dat je hebt om jouw kunstwerken ook te presenteren aan de buitenwereld. Er komen zichtbaar mooie reacties op. Ik kan me voorstellen dat je zulke bewonderaars kunt waarderen. En dat het je ook stimuleert om je eigen grenzen te verleggen, jezelf te verbeteren en trost te kunnen zijn op jezelf. Hoe staat jouw partner hierin? Bemoeit hij zich (in positieve zin) met jouw creativiteit? Stimuleert hij dit? Heeft hij ook een opvallend talent?

Ik vind het ontzettend leuk om te lezen dat jij uit een soortgelijk werkveld komt. Ik heb mijn huidige functie twee jaar geleden zo bewust gekozen, na ongeveer twintig jaar binnen verschillende werkvelden te hebben bewogen.

Na mijn beroepsvormende stage, heb ik een (vast)  contract gekregen en ben ik uiteindelijk bijna acht jaar werkzaam geweest op een klinische afdeling verslavingszorg. Ik heb daar verschillende functies mogen bekleden, waaronder sociale vaardigheidstrainer en groepswerkcoördinator. Helaas nam de psychiatrie en daarmee de agressie steeds meer toe en was ik een steeds groter deel van mijn diensten bezig met de-escalatie van situaties of ingrijpen bij agressie op de afdeling en zelfs het ontkleden van cliënten bij isolatie (op cel). Er zijn mensen die als een vis in het water door crisis situaties heen ‘zwemmen’, maar ik voel me prettiger in contacten waarbij nog ruimte is voor ontwikkeling en groei. Na een heftig geweldsincident, heb ik enige tijd thuis gezeten. Daarna heb ik bepaald dat ik behoefte had aan nieuwe input, een nieuwe uitdaging en een andere omgeving. Ik heb mijn baan opgezegd, mijn huis/kamer en ben bijna vier maanden gaan reizen met een vriendin. Hier zal ik volgende keer meer over vertellen.

........... mij specifiek te richten op alles onder de 27 jaar

Zowel in de verslavingszorg als later bij het Leger des Heils, kwam mijn talent op het gebied van aansluiten bij jeugdigen/pubers erg naar voren. In eerste instantie was ik me nog niet bewust van mijn voorkeur in deze. Dit is uiteindelijk ook een wisselwerking geweest tussen de reacties van de jongeren op mij, het benoemen van deze ‘specialisatie’ door collega’s en mijn eigen ervaringen. Toen ik in 2012 als ambulant medewerker startte bij het Leger des Heils, werd ik al na enkele maanden gevraagd om mij specifiek te richten op alles onder de 27 jaar. Een jaar later werd ik benaderd voor een functie op een begeleid wonen afdeling met jongeren tussen de 18 en 25 jaar, waaronder jonge moeders. Hier heb ik een aantal jaar met veel plezier rondgelopen. De irritaties over de randvoorwaarden liepen echter dusdanig op (geen ziektevervanging bij uitval van een collega met 32-uurscontract, veel overuren, enorm hoge werkdruk, relatief laag salaris ten opzichte van de belasting) dat ik besloot om voor mezelf te kiezen en langzamerhand te gaan onderzoeken wat er nog meer in de aanbieding was. Per toeval stuitte ik via LinkedIn op een gedeelte vacature van een oud-collega van het Leger des Heils. Haar huidige werkgever zocht een nieuwe jeugdconsulent. Ik had niks te verliezen, had een vast contract. Dus ik heb de stoute schoenen aangetrokken en een brief gestuurd, ondanks dat ik weinig ervaring had met beleid en juridische kaders. Had ik even geluk dat de sollicitatiecommissie daar doorheen kon kijken en durfde te geloven in wat ik wel te bieden had.

En daar zit ik dus nu nog steeds. Ik heb een bereik van ongeveer veertig gezinnen met verschillende hulpvragen. Ook hier heb ik aangegeven over het algemeen goed aan te sluiten bij jongeren tussen de tien en zestien jaar oud. Ik heb me dan ook gericht op het aangaan en onderhouden van netwerkpartners, zoals jongerenwerkers. Inmiddels heb ik daar dan ook een dusdanig goede relatie mee opgebouwd dat er daadwerkelijk van een vruchtbare samenwerking kan worden gesproken. Tot nu toe merk ik in deze casussen dat er mooie resultaten worden geboekt en de jongeren over het algemeen een jaar later in een hele andere, betere situatie zitten dan bij de start. Vaak blijkt dan ook dat de jongeren zelf niet zozeer hebben ‘gekozen’ voor negatieve gedragingen/houdingen, maar dat hun omgeving, hun systeem daar een grote invloed op heeft. En in dat stuk, het stuk tussen de start, alle informatie die gedurende de begeleiding duidelijk wordt, daar zie je de veerkracht van jongeren. Bijvoorbeeld als uiteindelijk blijkt dat de jongere in zijn gedrag al maanden, jaren wordt afgewezen door zijn/haar ouders zonder dat men überhaupt heeft overwogen hulp te vragen of naar eigen gedrag te kijken. Zoals een vader die roept ‘er klaar mee te zijn’, of ‘het niet langer te kunnen dragen’, ‘de tanden uit z’n bek te willen slaan’. En het dan vervolgens raar vindt dat zijn zoon zo veel mogelijk buitenshuis probeert te zijn. Gedurende het traject worden alle opvallendheden op tafel gelegd en kunnen alle gezinsleden gericht aan de slag met zichzelf en elkaar. En dan wordt het vervolgens in een evaluatie duidelijk dat er ook ‘schuld’ bij ouders ligt. Dat zij ondanks hun ‘volwassenheid’ ook fouten maken en die uiteindelijk ook durven te erkennen. De kracht die de jongere dan vindt om door te gaan, met zijn ouders, ondanks de ‘schade’, vind ik bewonderenswaardig.

Wat betreft de creativiteit van jongeren, had ik eigenlijk de ‘vindingrijkheid’ in mijn hoofd. Zoals de keuzes die zij maken in benarde thuissituaties (om de last te kunnen blijven dragen), maar ook het vinden van inkomsten, het uiting geven aan emotie (muziek, gedichten, kunst), onderhandelingspositie aannemen, waardoor er ineens hele interessante discussies plaatsvinden. Kortom: het gehele plaatje spreekt me enorm aan; ook de kwetsbaarheid. Ik ben wel heel benieuwd wat het met jou heeft gedaan om direct of indirect met deze doelgroep bezig te zijn.

Ik ga stoppen met schrijven, omdat ik merk dat ik mezelf bijna niet kan remmen in mijn enthousiasme, terwijl dit schrijven met jou helemaal geen eenmalige actie is. En ik dan nu weer in spanning kan afwachten op een reactie van jouw kant.

Groetjes,

Karin