Kijk naar de persoon en niet naar de beperking
Hoi Ina,
Wat ontzettend leuk om jouw eerste mail te beantwoorden (is het goed dat we tutoyeren? Zo niet, verbeter me dan vooral!). Heel leuk, ik herken heel erg veel in de mail.
Ergens heel grappig en vreemd dat jij al meer informatie hebt over mij dan ik over jou. Leuk om in de mail wat meer over jouw leven te lezen. Ik heb me ook voorgenomen om niet van tevoren naar informatie op zoek te gaan. Ik denk dat we elkaar via deze weg het beste kunnen leren kennen. Als we iets van elkaar willen weten dan mag hier altijd naar gevraagd worden. Ik ben iemand die altijd zegt: je mag me alles vragen, maar of je overal antwoord op krijgt, is maar de vraag. Ik hoop dat we allebei onze grenzen aan weten te geven in hoeverre we over iets willen vertellen.
Ik heb een blog waarvoor ik elke week schrijf
Ik ben wel iemand die veel schrijft. Ik schrijf veel voor mijn opleiding, maar dat zijn meer verslagen, opdrachten en onderzoeken. Daarnaast schrijf ik ook heel veel in mijn vrije tijd. Ik heb een blog waarvoor ik elke week schrijf. Daarnaast heb ik drie (denk ik) notitieboekjes waarin ik van alles schrijf. Ik heb een gedachtenboek waarin ik schrijf als mijn hoofd vol zit met gedachten. Ik heb een boek waarin ik allerlei ideetjes schrijf en ik heb een boek waarin ik opvallende uitspraken/momenten opschrijf rondom mijn beperking (hierin ben ik twee dagen geleden begonnen). Schrijf jij veel?
Ik sta inderdaad op het punt om het werkende leven in te wandelen. Ik ben bezig met het laatste jaar van de opleiding Sociaal werk, in de richting van Jeugdzorg. Ik ben bezig met de minors. Minors zijn vakken waarin je je verdiept in onderwerpen die je heel erg interesseren. Ik ben gisteren begonnen aan het onderdeel rondom de Jeugd GGZ. Het is heel erg interessant.
Ik weet wel zeker dat ik het onderwijs in wil
Ik ben nog heel erg aan het nadenken over wat ik na mijn opleiding wil gaan doen. In juli 2021 studeer ik (als alles goed gaat) af. Dan ben ik dus een echte sociaal werker. Ik weet wel zeker dat ik het onderwijs in wil. Ik weet alleen niet zo goed op welke manier. Ik ben bezig om een stage te regelen in het MBO of het VMBO zodat ik de opleiding ‘Docent Omgangskunde' kan gaan volgen. Met deze opleiding kan ik voor de klas staan en individuele begeleiding bieden (soort mentorschap). De doelgroep bestaat dan vooral uit jongeren met een rugzakje. Het lukt ze niet om mee te draaien in het reguliere onderwijs. Het is dus nog even de vraag of mijn stage doorgaat. Daarom ben ik me breed aan het oriënteren op het werkveld.
In maart 2020 was ik bezig met mijn stage binnen de jeugdzorg. Ik had er net een half jaar op zitten. Opeens moest alles online. De locatie van mijn stage ging eerst helemaal dicht. Zowel de jongeren als alle medewerkers zaten thuis. Uiteindelijk ging alles weer (in aangepaste vorm) door en heb ik gelukkig wel afscheid van iedereen kunnen nemen.
Ik kan echt uren over mijn stage en mijn toekomstige werk praten. Als je er meer over wilt weten, vraag maar raak.
Wat ontzettend tof dat je promotie hebt gemaakt. Zo zie je maar weer dat je echt nooit te oud bent om iets te bereiken :). Je kan altijd het roer totaal omgooien.
Soms heb ik het idee dat ik een film aan het kijken ben, terwijl het gewoon les is
Ook mijn studie is geheel online. In het najaar van 2020 ben ik af en toe naar de hogeschool gegaan, maar nu is alles weer online. Dat vind ik echt heel erg jammer, omdat het toch zo anders is. Ik heb de hele tijd het gevoel dat ik zelf aan het studeren ben en dat ik niet echt een klas heb. Tijdens mijn online lessen is het zo verleidelijk om ook iets anders te doen. Soms heb ik het idee dat ik een film aan het kijken ben terwijl het gewoon les is. Ik mis ook heel erg het contact met mijn klasgenoten. ik heb ,vanwege de minor, een hele nieuwe klas en ik heb zo geen connectie met ze (wel letterlijk via internet natuurlijk, maar dat bedoel ik nu niet 🙂 ). Mijn klas van vorig jaar nam ik ook mee naar het eerste deel van mijn laatste studiejaar dus die kende ik al echt, snap je nog wat ik bedoel?
Ik ben zelf vrijgezel. ik ben ook nog niet echt bezig met hoe mijn leven er over bijvoorbeeld zeven jaar uit zal zien. Ik zie wel wat er gaat gebeuren. Ik heb wel echt geleerd dat het heel erg belangrijk is dat je niet te ver vooruit gaat kijken. Voor mij zorgt dat er alleen maar voor dat ik meer ga piekeren. Ik heb wel toekomstplannen hoor. Ik heb dromen genoeg. ik wil zoveel doen. Ik hoop dat ik een leuke man tegenkom en dat ik uiteindelijk een gezinnetje mag stichten. Maar ik geloof heel erg dat dit vanzelf komt. Het gebeurt als het de tijd ervoor is. Misschien is het nu niet mijn tijd. Het komt wel.
Iedereen bewandelt zijn/haar eigen pad en iedereen doet dit in zijn/haar eigen tijd.
Ik ben trouwens ook niet heel handig met technologie. Ik weet hoe de apparaten en de programma’s werken die ik moet gebruiken, maar daar blijft het bij. Hiervan weet ik ook maar de basisdingen.
Het lijkt me een hele rare gedachte dat je ouder wordt dan je moeder. Het is natuurlijk ook heel mooi, maar ik kan me heel goed voorstellen dat het een heel raar gevoel zal zijn. Mijn oma is 48 jaar geworden. Mijn moeder is nu 42 dus over 6 jaar is zij ook net zo oud als haar moeder. Blijft een raar fenomeen.
Ja, er zijn ook wel dingen die ik in mijn leven meemaak die anderen misschien niet meemaken
Is mijn leven heel anders vanwege mijn lichamelijke beperking?
Nee, ik denk het niet. Ik probeer een zo normaal mogelijk leven te leven. Ik denk dat ik ook met dingen zit waar iedereen weleens mee zit. Wat ik wel heel erg merk is dat de maatschappij vaak een bepaald beeld van mensen met een beperking heeft. Hierdoor heb ik heel veel bewijsdrang naar iedereen.
Ja, er zijn ook wel dingen die ik in mijn leven meemaak die anderen misschien niet meemaken. Niet veel mensen kunnen zeggen dat ze ’s avonds hun benen (lees: protheses) uitdoen. Maar ik weet niet of het leven heel anders is. Ik heb vooral heel veel vrienden die geen beperking hebben. Sinds vijf jaar doe ik aan rolstoelrugby en sindsdien ben ik veel meer in contact met mensen met een lichamelijke beperking. Ik vind het vooral belangrijk dat deze twee werelden naast elkaar kunnen leven en dat we oog hebben voor iedereen.
Ik doe natuurlijk een opleiding binnen de hulpverlening. Hierin vind ik het heel belangrijk om in mogelijkheden te denken als ik met cliënten werk. Wat kunnen mensen wel? Kijk naar de persoon en niet naar de beperking. Dat geldt denk ik voor de hele maatschappij en voor elk type mens.
De sneeuw is nu een ramp voor mij. Ik kan daardoor eigenlijk niet naar buiten. Ik voel niet waar ik loop. Ik merk pas dat het glad is, als ik op de grond lig. Als het niet hoeft, ga ik dan ook niet naar buiten. Dus eigenlijk heeft het online onderwijs nu heel veel voordelen :).
Ik typ blind. Ik wilde ooit een keer een typecursus volgen. “Leer blind typen!’ (ik weet niet zeker of dit de naam was, maar hier kwam het wel op neer. De cursus was vanuit de basisschool). Ik mocht die cursus uiteindelijk niet doen, omdat ik zeven vingers had en de cursus kon je alleen volgen als je er tien had……
Ik heb het mezelf aangeleerd.
ik merk dat mijn mail heel erg lang is geworden. Als ik eenmaal bezig ben dan ga ik maar door.
Vraag gerust wat je wilt vragen en reageer op datgene wat je aanspreekt.
Ik kijk uit naar onze gesprekken :).
Groetjes,
Clannad