Ouderschap
Lieve Isis,
Wat een geweldige brief ontving ik van je. Het duizelde me wat, toen ik hem gelezen had. Had de neiging om bij alle zinnen stil te staan en daar iets aan toe te voegen of het te onderstrepen. Was begonnen met een mail, die ik per ongeluk al aan je stuurde. Het maakte zoveel gedachten bij mij los, bracht zo’n boel in beweging. Zo inspirerend! Maar ook zo intens. Je zoon uit huis geplaatst, vertrokken. Je zal ‘m missen, maar er is misschien ook ruimte ontstaan. Voor jou, voor hem, en misschien ook voor de andere kinderen. Is het alleenstaande ouderschap een bewuste keuze van je? Of is het ontstaan? Of je overkomen? Zwaar is het zeker om zoveel rollen tegelijkertijd te vervullen, dag en nacht.
Ik zal proberen in de komende brief mijn gedachten onder woorden te brengen. Ouderschap, ouders en kinderen. Mijn persoonlijke ouderschapsloopbaan bestaat uit het moederschap van twee dochters. Ze zijn van verschillende vaders en de eerste jaren van mijn oudste, ongeveer tot haar zevende levensjaar, was ik alleenstaand ouder. En ik ben grootmoeder.
Het vertrouwde, het samen een gemeenschap vormen is óók benauwend
'It takes a village to raise a child', sinds Hillary Clinton een gevleugelde uitspraak. Jij gebruikt de uitdrukking in goed Nederlands ‘Als je je kinderen alleen opvoedt, heb je een dorp nodig.’ Voor mij zitten er twee kanten aan die uitdrukking. Een warme kant; iedereen houdt het kind en de ouders in de gaten, de grootouders, de buren, de school, familie en vrienden. Iedereen zet zijn kwaliteiten in om het kind zaken te laten ontdekken, de school haalt het beste uit het kind, de buurvrouw vangt het liefdevol op, opa leert het vissen, tante is een steun en toeverlaat enzovoorts. De andere kant die ik voel is onderdeel van mijn verleden. Ik ben in zo’n dorp opgegroeid; de mensen in het dorp houden het kind in de gaten en de ouders. Doen ze het wel goed? Wijken ze niet van de norm af? Met wie gaan ze om? Met andere woorden: een sterke sociale controle, die je als kind (en als volwassene) haarfijn aanvoelt. Het houdt je in het gareel, je neemt je beslissingen mede op grond van deze context. Het vertrouwde, het samen een gemeenschap vormen is óók benauwend.
Waar geslotenheid is, waar isolement is, zijn er meer risico's
De uitdrukking geldt niet alleen voor gezinnen met een alleenstaande ouder. Ik kan me voorstellen dat beide aspecten - de hulp en het benauwende - sterker inwerken op een eenoudergezin. Maar vaak ook voor twee-ouder of meer-oudergezinnen. Vanuit mijn werk bij de Kinderbescherming heb ik vaak gedacht: was er maar om ieder kind zo’n dorp gebouwd, ook al is het soms benauwend. Dat, zoals jij zo mooi aanhaalt ‘gezinnen poreus moeten zijn'. Dat is zeker waar. Waar geslotenheid is, waar isolement is, zijn er meer risico’s. Waar armoede is, is overbelasting, is vaak isolement, zijn dus risico’s. Waar sprake is van heftig en langdurig huiselijk geweld, is vaak een isolement. (Overigens zag ik het in het onderwijs ook; scholen die geïsoleerd werken, bijvoorbeeld bepaalde zwaar christelijke scholen of bepaalde islamitische scholen, hebben vaak een onveilig leerklimaat.) Dus daar waar je dat dorp zelf kunt regelen, of waar dat openstellen, dat poreus-zijn al in jou, in jouw familie, in je buurt, in je wijk zit, is dat een geschenk. Soms zijn er systemische initiatieven die helpen, hulplijnen die aangepakt worden, bijvoorbeeld 'centering pregnancy', waar mijn verloskundige dochter mee werkt om aanstaande moeders met diverse achtergronden met elkaar in contact te brengen over allerlei onzekerheden. Of daar waar werkelijk hulp is om de armoede te ontstijgen.
Dat zoeken naar een oplossing voor gezinnen, voor kinderen die tussen wal en schip vallen, vind ik lastig
Maar het dorp is vaak afwezig. En mensen stellen zich niet open, uit angst, uit overbelasting of wat dan ook. Onze overheid en onze wetten hebben het uitgangspunt dat ouders verantwoordelijk zijn voor het welzijn van de kinderen (overigens is dat nog maar sinds een eeuw) en dat de overheid niet achter de voordeur komt. Dus als een gezin vanuit zichzelf niet poreus is, geen zelfkennis heeft en zelf om hulp vraagt, en/of er staat geen dorp om hen heen, zijn er ongeziene risico’s en kan er sprake zijn van ongezien leed. Wat me ging verbazen, is dat bij het verbreken van een huwelijk, of een vastgelegde liefdesrelatie, er wetten gemaakt zijn voor de verbintenis tussen twee mensen, maar rond ouderschap zijn die er nauwelijks. Terwijl het toch zo is dat relaties komen en gaan, maar ouderschap blijft bestaan.
Dat zoeken naar een oplossing voor gezinnen, voor kinderen die tussen wal en schip vallen, vind ik lastig. Ik heb lange tijd gedacht dat het zou helpen als de overheid toch gemakkelijker achter de voordeur kon komen, gevraagd of ongevraagd, en met het netwerk om zo’n gezin heen iets regelt. Aan de andere kant, ik ken veel situaties die door betrokkenheid van de overheden er niet beter op werden. Het mooiste is als er zelfkennis is in zo’n intensief leefverband als een gezin. Dat je weet wat je wel en niet (aan)kunt, waar motieven vandaan komen. Maar hoe krijg je dat voor elkaar?
Heel mooi wat je schrijft over je moeder, de boom die ze is, wat een prachtig compliment. Ik heb de afgelopen weken Die Heimat gekeken, een serie die door de VPRO is uitgezonden. Daarin is een belangrijke rol voor de moeder van de familie weggelegd, Kat(therina), een boom van een vrouw.
Wat ik meemaak in mijn leven, wat ik aan den lijve ondervind, is dat de band tussen ouder en kind aan verandering onderhevig is. Soms is dat gemakkelijk, het gaat geleidelijk, maar soms is het er ook opeens, de veranderde verhoudingen. Daar schrijf ik later nog eens over.
Liefs,
Annette