Ik heb het gevoel dat ik uitgegumd ben

Bevrijdingsdag!

Hai Nies,

Heb ik je geduld erg op de proef gesteld? Ik wist dat het even zou duren, dus ik hoop dat het wachten je niet ontmoedigd heeft en je er nog een beetje zin in hebt.

Wat een uitgebreide brief heb je me geschreven, althans een mail. Nou mail…het is eerder een document, een glossy een prospectus! Heel veel dank daarvoor. Een brief is anders, ik weet niet hoe het bij jou is maar met pen en papier schrijf ik andere dingen, alsof mijn geest op papier dichterbij komt dan op een scherm. Uit mijn pen komen meer 'eerste gedachten' en dan heb ik ook niet zo de neiging om te verbeteren. Met een scherm voor mijn neus kan ik het niet laten veel terug te lezen, en te herschrijven. Dat proces speelt me parten in mijn huidige schrijfproces aan een b..k. :- Ook heb ik een vreemde afwijking met typen ontwikkeld. Links typ ik blind maar rechts ben ik op een moment – geen idee wanneer of wat de aanleiding was – voornamelijk met mijn wijs- en middelvinger gaan typen. RSI ligt op de loer en komt af en toe kloppend binnen. Ik heb weleens geprobeerd via een online cursus opnieuw te leren typen. Dat is een training in discipline en geduld van dertien weken, kansloos. Uit zelfbehoud zet ik mijn timer op 40 minuten daarna neem ik een korte pauze en doe wat arm-, rek- en strekoefeningen.

Dus we zitten samen in een correspondentieschuitje! Erg leuk om een wildvreemde in de schoot geworpen te krijgen om mee te schrijven, een geest te leren kennen en stukjes van mijn geest bloot te leggen. Dat is toch waar voor mij schrijven over gaat, je geest zichtbaar maken.

Als eerste wil ik je wat inkijkjes geven, heel gewoon in wie ik ben en wat me bezighoudt. Alhoewel dat laatste een boek is dat zich dagelijks verdikt. Het is voor mij de kunst om maat te houden, op mijn eigen grond blijven, in 'mijn midden' blijven. En, suprise, suprise, waar ik wekelijks een robbertje mee vecht. Vanmorgen deed ik een flitsonlineschrijfinspiratiehalfuurtje met Geertje Couwenbergh, ken je haar? Ze geeft heerlijke schrijfworkshops die mij het schrijfvuur aan mijn schenen leggen. Zo fijn! Ze is boeddhist en deed de uitspraak: vechten tegen iets waar je van af wil heeft sowieso geen zin.

... maakbaarheid is schijn, als er iets is wat deze coronacrisis laat zien, is dat het.

Daar kan ik mij helemaal in vinden. Daarom heb ik moeite met uitdrukkingen als mensen in een ziekbed 'vechten voor hun leven' of hebben de strijd verloren'. Wij mensen willen tot in onze haarvaten alles kunnen controleren. Maar maakbaarheid is schijn, als er iets is wat deze coronacrisis laat zien, is dat het.

Goed, ik ben geboren in de strengste winter aller tijden, toen men kon lopen op de bevroren Noordzee en de straten van Nederland onzichtbaar waren door bergen sneeuw. Op 10 januari 1963. Een paar uur vóór mijn geboorte is mijn vader op het schip 'De Poseidon' gestapt om op de grote vaart te werken. Geboren in het Wilhelmina Gasthuis in Amsterdam was ik een couveusekindje. Mijn moeder heeft mij 'op eigen risico' na tien dagen mee naar huis genomen. Mijn eerste jaar woonde ik op de Hoogte Kadijk in Amsterdam en daarna verhuisden we naar Amsterdam Noord. Mijn vader heeft daar tot zijn dood gewoond, na de scheiding  vertrok mijn moeder met mij, mijn zusje en broer naar Uithoorn waar haar ouders, mijn opa en oma, woonden.

Opgegroeid met witte familie terwijl ik zelf bruin ben, heeft mijn leven gekleurd, meer dan dat ik in de gaten had.

Daar ben ik opgegroeid. Een pittoresk dorp vanwege de ligging aan de Amstel en, zoals vele dorpen in-en inwit. Opgroeien met witte familie terwijl ik zelf bruin ben, heeft mijn leven gekleurd, meer dan dat ik in de gaten had. Toen ik mijn boek 'Dubbelbloed' schreef kwam ik er steeds meer achter in welke spagaat ik geleefd had: de ene keer als struisvogel de andere keer als wakker dier, het was een zoeken naar mijn identiteit. Afijn, misschien heb je het gelezen?

In Uithoorn heb ik de vader van mijn kind leren kennen. Een heerlijke tijd waarin de kroeg een verlenging was van mijn huiskamer en iedereen je kende. Mijn relatie met hem was turbulent, een en al strijd. Na negen jaar trouwden we toch, kregen een prachtzoon en tweeënhalf jaar later was de scheiding een feit. Mijn zoon is nog steeds even prachtig, eigenlijk wordt hij er steeds mooier op. Afijn, de trots van een moeder, je kent het. (Benieuwd naar je dochters!)

Schrijven heb ik altijd gedaan, maar waar ik opgroeide werd kunstenaarschap niet als broodwinning gezien, alhoewel mijn moeder bevriend was met tal van musici en kunstschilders en ze zichzelf ontpopte als kunstenaar tijdens haar losmaakproces van mijn vader. Ze maakte prachtige etsen, kleedde zich als een hippie net als haar andere kunstenaarsvrienden waar ze minstens drie dagen per week mee in de kroeg zat. Ook in datzelfde Uithoorn overigens. Haar les aan haar kinderen was vooral: zorg dat je je eigen broek op kunt houden, zelfstandigheid als hoogste goed, niet zozeer (persoonlijke) ontwikkeling.  

Zoals bij alles in het leven, komt na elke heftige periode een rustig, kalm vaarwater.

Deze maand is het tweeëntwintig jaar geleden dat ik mijn geliefde leerde kennen, we zijn ongeveer de grootste tegenpolen die je kunt verzinnen maar de liefde is groot. De woelige baren hebben we steeds weer weten te overleven. Zoals bij alles in het leven, komt na elke heftige periode een rustig, kalm vaarwater.

Ok, that’s me, een beetje.

Wát een tijd waarin we leven, hè? Voor elk mens weer anders. Hoewel in dezelfde storm varen we allemaal in een ander schuitje en dat varieert van fijn voor de ene (ik vind Corona een kadóótje, hoorde ik iemand in een talkshow zeggen) tot een acute noodsituatie, omdat er geen brood op de plank komt, voor de ander.

Pas ontmoette ik een vrouw in het Oosterpark, onze honden speelden samen en we raakten in gesprek. Ze bleek een buurtgenoot van twee straten verderop en woonde nog niet zo lang in de van Swindenstraat op drie hoog achter. Alleen, na een huwelijk van tientallen jaren.

‘Heb je een balkon?’ vroeg ik haar. ‘Nee, geen balkon maar wel een lichte kamer, de zon staat erop en ik ben gaan doen wat ik helemaal niet kan.’ Ik bleef haar vragend aankijken. Nieuwsgierig naar wat ze bedoelde. ‘Ik schilder, ik kan er niets van maar ik doe het gewoon en mijn hoofd raakt leeg als ik met de penselen over het doek ga.’

En Nies, dat wil ze graag een leeg hoofd. Want daarvoor vertelde ze dat haar enige zoon twee jaar geleden op drieëndertig jarige leeftijd dood was neer gevallen. Het was met oud en nieuw, zijn vrienden dachten dat hij een geintje maakten en hebben hem laten liggen. Toen ze doorkregen dat er echt iets aan de hand was, was het te laat.  ‘Zijn vriendin heeft twee miskramen gehad en ze waren het weer aan het proberen. Maar oma zal ik niet meer worden.’

Waarom vertel ik je dit?

Deze vrouw zit behalve met angst voor corona, geïsoleerd in haar bovenwoning zonder balkon en wil nooit meer opstaan. Toch doet ze het, en haar hondje verleidt haar elke dag. 'Voor hem doe ik het, hij is m’n lichtje in mijn leven.' We stonden inmiddels de anderhalve meter van elkaar en ik wierp haar woordeloos mijn steun en liefde toe.

Onzichtbaar leed achter de voordeuren én het zichtbare dat we dagelijks krijgen voorgeschoteld doen me twijfelen of de misstand die míj dagelijks in het gezicht treft wel de moeite is.

Onzichtbaar leed achter de voordeuren én het zichtbare dat we dagelijks krijgen voorgeschoteld doen me twijfelen of de misstand die míj dagelijks in het gezicht treft wel de moeite is. Wat ik bedoel is of ik recht van spreken heb, er zijn wel belangrijkere zaken die aan de kaak gesteld moeten worden. In mij leven stemmen die in vele varianten tegen mij zeggen: Hé Chic, moet dat nou? Op dit moment? Is dit echt nodig?

Hier is mijn punt.

Op 11 maart kwam ik terug van twee maanden Suriname en Curaçao. Ik had een reisbeurs ontvangen van het Letterenfonds om onderzoek te doen voor mijn tweede boek. De overgang uit Suriname naar Nederland is altijd al lastig  voor me. De flamboyante Surinaamse way of living, ook al moet je hard werken en ben je (kans)arm, er wordt gelachen, gegeten en ‘tori’ gepraat. Ik hou vooral van het kleurrijke van alle verschillende bevolkingsgroepen, de talloze kleuren bruin. Kleur zit ook op de muren, met de hand in geschilderde reclames die boter, hygiënische kip, een schoonmaakmiddel of zonnebloemolie aanprijzen.

Terug in Nederland is dát het grootste gemis, kleur.

Op 13 maart ging we intelligent met zijn allen op slot en in de dagen erna werd ik elke keer bevestigd in wat ik niet wilde zien. In elke talkshow op radio en tv, op het journaal, aanvullend nieuwsprogramma of welk ander actualiteitenprogramma dan ook, het ging over corona en werd belicht door tal van professoren, specialisten, medici, hulpverleners, virologen, wetenschappers, psychologen, therapeuten, you name it. De mensen aan de tafels van de talkshows en de hosts zelf natuurlijk, waren wit.

In de geschreven media is het al niet veel anders. Sinds mijn jeugd lees ik de Volkskrant, en ik wéét wel dat je VK onder de witte kranten kan scharen, maar ik vond dat er steeds meer aandacht werd besteed aan diversiteit, achtergrondverhalen over de verschillende culturen die Nederland rijk is. Maar het lijkt verleden tijd. In de Volkskrant zie ik 'mezelf' nauwelijks terug, noch in enige andere krant. Niet als juffrouw van de basisschool, verpleegkundige in het ziekenhuis, advocaat, huisarts maar ook niet als patiënt of als ondernemer die slachtoffer is geworden van alle voorzorgsmaatregelen. Een paar weken terug vond ik in VK magazine één specialist met een migratieachtergrond. Een Hindoestaanse man met een roti restaurant.

We zijn zes weken verder en gelukkig hebben een paar mensen wel de moed gehad om er iets over te zeggen in de trant van: 'Ik heb veel familie in de zorg werken, laten we de zorgkanjers met kleur ook een plek geven op onze walls. Post foto’s!' Tja, social media.

Diversiteit? Representativiteit? Nu even niet zeg.

Ik heb het gevoel dat ik uitgegumd ben. Gewoon weg, foetsie. Diversiteit? Representativiteit? Nu even niet zeg.

Een paar dagen per week werk ik mee met mijn man op de markt in Amsterdam Zuidoost. Hij staat al meer dan vijfendertig jaar met groenten en fruit op de markt. Onze klanten in Zuidoost zijn voornamelijk van Ghanese, Nigeriaanse, Surinaamse en Antilliaanse afkomst. Tientallen andere nationaliteiten komen ook aan onze kraam. Het is opvallend hoeveel moeite we moeten doen om de mensen de anderhalvemeter regel bij te brengen. Het brengt veel stress met zich mee. Maar vanaf het begin af aan had ik de gedachte; maar als je niet meedoet in het nieuws, als je niet wordt aangesproken vanuit jouw beleving, waarom zou je je dan laten leiden door al die regels? Wellicht naïef en ik kan het niet staven met onderzoek, het is vanuit mijn eigen groeiende weerstand bedacht, omdat ik nauwelijks in de samenleving schijn voor te komen die wel van alles van mij wil. De witte parade die mij dagelijks in de media wordt voorgeschoteld staat een gevoel van verbondenheid in de weg, op zijn minst wordt dat bemoeilijkt. Moeten we juist nu niet elke kans aangrijpen om te verbinden? Bovendien is het gevoel van uitsluiting in tijden van crisis niet extra risicovol? Sluit dat aan bij jouw punt dat je migratie-ervaringen moet gebruiken? Welk beeld heb jij van 'migratie-ervaringen'?

Over naïef gesproken, Ik zou je veel kunnen toedichten naar aanleiding van je prachtige uitgebreide brief – ik heb hem net weer gelezen en zal dat vermoedelijk nog wel een paar keer doen – maar geen naïviteit. Ik denk dat jij je tijd ver vooruit was. Gebruik maken van ervaringen uit andere culturen is immers nog steeds een bijzonderheid. Open staan voor anderen is daarbij een vereiste maar ook toestaan dat de ander in zijn goede bedoelingen mag stuntelen. En aan beide kanten valt veel te winnen. Ik vind dat niet makkelijk, openstellen én verdraagzaam zijn. De moed hebben om zelf te veranderen én de moed hebben om dit ook van een ander te vragen. In mijn nieuwe bewustzijnstoestand van de laatste jaren, over wat kleur met zich meebrengt in onze maatschappij, ben ik mensen kwijtgeraakt. Ik ervaar afstand omdat ik opeens aan mensen die als mijn familie waren, moet uitleggen waarom het woord ‘neger’ voor mij zo pijnlijk is. En het zijn deze ervaringen die mij ervan weerhouden om mijn 'beklag' te doen over de witte media. Het is me vaak voorgehouden: je mag kritisch zijn maar doe het positief! Zoals je in je boek doet. Kom niet met het wijzende vingertje.

Wat mensen bedoelen is, wijzende vingers prikken en doen pijn en dat willen we liever niet.

Dus worstel ik voort.

Zo fijn dat je fan bent van Maya Angelou! Ik heb haar pas laat in mijn leven ontdekt dankzij mijn Marokkaanse nichtje. Net als Toni Morrison maar daar vertel ik je andere keer over.

Wat mij troost en kracht geeft is dit filmpje…

Als ik je goed lees ben jij wel duizend keer regenboog in het leven van je geliefde geweest.

Heel veel sterkte met het losmaken, doe het op jouw manier en in liefde voor jezelf.

Tot slot.

Sinds ik het roer heb omgegooid en mijn hectische leven als ondernemer heb losgelaten om een sabbatical te nemen en me daarna aan het schrijven te wijden, ben ik vaak alleen. Schrijvend achter mijn bureau of nu achter mijn tafel in een klein kamertje in Egmond. Voor mij is er dus ook niet veel anders in het dagelijkse leven behalve het terrasjes pikken aan het einde van de dag en veel te dure koffie drinken. Mijn vleugels heb ik ingezet bij de VoorleesExpress. Ik ben gekoppeld aan een Marokkaans gezin met drie meiden van drie, zeven en elf jaar. Twee keer per week doe ik een online voorleessessie. Echt leuk en tof om iets met kinderen te doen. Nies, ik kan nog uren doorgaan maar of dat nou zo aantrekkelijk is, haha.

Ik hoop weer van je te horen en wens je veel wijsheid en sterkte in deze roerige tijden.

Brasa van Etchica

Briefwisseling met een onbekende

Beste Geertje,

Toch wel gek om te schrijven aan iemand die je niet kent, en tegelijkertijd maakt het dat ook wel weer makkelijker. Ik vind het een heel  bijzonder project, en hoop dat wij een leuke briefwisseling zullen hebben. Zo op het eerste gezicht zie ik wel een houding in het leven die overeenkomt. Ik geniet ook van het leven, maar mis nu, na al die tijd ook wel heel erg die leuke dingen zoals: theater, restaurant, terras enz. En vooral mis ik het knuffelen met de kinderen en andere familie. De jongens zijn voorzichtig, maar niet zo heel erg met hun vaste vrienden, en willen mij niet besmetten.

Ik lees in jouw brief niets over een partner, dus waarschijnlijk ben je ook alleen. Ik vind dat nu echt wel lastig soms en dan kan ik wel een rotdag hebben. Gelukkig heb jij je kinderen nog thuis. Ik heb twee katten, en ik ben echt heel blij met ze!

...waarschijnlijk ben jij ook alleen

Bijna een jaar geleden hadden we onze eerste lockdown. Naast alle onrust om een onbekend virus en de dieptrieste situatie in onder andere Italië, vond ik het in het begin voor mezelf ook wel iets hebben. Een mooi moment om al die klusjes te doen die al heel lang wachtten om gedaan te worden. En om eens echt bij mezelf stil te staan: er is best veel gebeurd de laatste tien jaar. Er natuurlijk vanuit gaande dat die lockdown maar een paar maanden zou duren...

Zo had ik de jongens beloofd om voor hun 21ste verjaardag een boek te maken met foto's en belangrijke documenten zoals zwemdiploma's, het schooladvies, tekeningen en ga zo maar door. Ik had al heel veel verzameld vóór Corona en dat zit in een mapje op mijn laptop. En eerlijk gezegd, daar zit het nu nog. Wel met nog meer foto's, dat dan weer wel. En de jongens zijn nu 24 en 27....

De zolder opruimen, kleren uitzoeken, zooi naar het grofvuil brengen, meer schilderen en nog veel meer. Nu eens echt regelmatig mediteren, maar een beetje hapsnap.

Veel dingen heb ik wel gedaan (vooral heel veel weggooien!), maar heel veel ook niet. Het is zeker niet zo dat ik lui ben, verre van, maar er waren vaak dingen die blijkbaar op dat moment belangrijker waren dan een fotoboek maken. En ik moest ook nog onder het mes; een flinke operatie maar alles is gelukkig goed gegaan.

Ik heb enorm genoten van de zomer en de tuin, daar heb ik veel in gewerkt, en lekker buiten gezeten met bezoek terwijl ik herstelde. Ik ben echt dankbaar voor mijn huis en tuin en de buurt waarin ik woon met fijne buren.

Ik ben echt dankbaar voor mijn huis en tuin (..) de sneeuwklokjes staan op ontploffen

En fijn dat we nu weer naar de lente gaan, de sneeuwklokjes staan op ontploffen.

Het ging natuurlijk allemaal anders, we hadden geen idee, het was geen kwestie van een paar maanden, dit virus blijkt veel erger te zijn dan we dachten en de wereld waarin we nu leven vind ik bizar. We zijn een jaar en vele doden verder.

Soms lijkt het alsof ik er aan gewend ben, en dan ineens weer realiseer ik me dat dit allemaal zo gek, naar en triest is voor veel mensen. En dat het geen film is, geen droom, maar de realiteit. Zelf heb ik geen Covid gehad, ik hoop dat dat voor jullie ook geldt, en als het wel zo is, dat het meeviel. Mijn lieve halfbroer van 91 (ja echt) heeft vijf dagen in het ziekenhuis gelegen en toen ging het wel weer beter. En al snel ging het weer héél veel beter, het blijft zo raadselachtig met deze ziekte. Hij is wel snel moe, en loopt niet zo goed meer, maar zegt “dat dat natuurlijk ook eventueel aan de leeftijd zou kunnen liggen”.

Nu mijd ik het onderwerp maar zo veel mogelijk

In de loop van de tijd zijn er natuurlijk ook steeds meer 'deskundigen' opgestaan, wat het soms moeilijk maakt om de juiste informatie te krijgen en ook om met vrienden of kennissen geen conflict te krijgen over hoe het nu allemaal moet als die heel anders denken. Een van mijn beste vriendinnen is zo iemand, ze vindt het vaccineren bijvoorbeeld levensgevaarlijk. Tja. Zij was in het begin ook voorzichtig, afstand houden, handen wassen, maar heeft het grotendeels naast zich neergelegd. Ze leeft wel veel makkelijker dan ik, dat is fijn voor haar :-). Nu mijd ik het onderwerp maar zo veel mogelijk. Wel verbazen we ons allebei er over dat je toch weinig hoort over de ontwikkeling van een goed medicijn. Nou ja, dat is weer een verhaal apart.

Ik weet niet of jij ook te maken hebt met Covid-patiënten in je werk, in ieder geval zal het in het ziekenhuis anders zijn dan voor die tijd. Vrienden van mij wonen een paar huizen verder, en hij werkt in periodes op de IC. Hij is heel blij met zijn eerst prik, en ik moet je zeggen dat ik er ook erg naar uitkijk.

Nu is het alweer 12 februari, er gebeurde ineens weer van alles, in ieder geval had ik niet de rust om mijn brief af te maken. Dat zal ik nu wel doen, en ik zal hem ook vandaag versturen. En daarna mijn dagelijkse wandeling maken in het zonnetje. Jij legt waarschijnlijk heel wat meters af in het ziekenhuis.

Vroeger maakte me het nooit zo uit wat voor weer het was, en zag ik ook nooit op tegen de winter, zoals veel voor mij toen oudere mensen wel deden. Mijn ex-man, waar ik gelukkig heel goed contact mee heb, vindt het altijd vreselijk. Ik vind de zomer fijner, maar de winter geen drama. Ik merk wel dat het zeker van invloed is of de zon schijnt of dat het een grijze dag is. Niet dat ik van een grijze dag meteen depri word, maar van de zon word ik wel blij!

Ouder worden is sowieso wel een bijzonder ding met alles wat erbij hoort. Afijn, een andere keer wellicht daarover.

En intussen lijkt het er op dat ik nu toch ineens redelijk snel gevaccineerd ga worden, als 63-jarige. We gaan het zien.

Ik ben benieuwd naar jouw brief.

Hartelijke groet,

Dorine

Hoi Roos, hoe gaat het met je?

Beste Roos, Lieve Roos, Hoi Roos,

Hoe begin je een brief aan iemand die je niet kent? ‘Beste Roos’ voelt nu al te formeel voor wat we samen gaan doen de komende tijd, en ‘Lieve Roos’ is misschien een beetje te amicaal voor ons eerste contact. Voor nu volsta ik dus maar even met een korte en krachtige groet. 

Hoi!!! 

Nu we de komende tijd als penvriendinnen aan elkaar gekoppeld zijn (ik krijg meteen een associatie met het meidenblaadje de Penny) kunnen we natuurlijk altijd nog overgaan tot ‘Lieve Roos’, want lieve en Roos klinken van nature als twee woorden die wel bij elkaar zouden moeten horen. Afijn. 

Hoi Roos, hoe gaat het met je? 

'Hé, gaat het goed?!' Durf dan nog maar eens nee te zeggen

Een vaak gestelde vraag: 'Hoi, hoe gaat het?' En: 'Hé, hoe is het?' De twee woorden ‘met’ en ‘jou’, oftewel: 'Hoe gaat het met jou?' Zijn in de laatste jaren al ergens in ons vocabulaire verloren gegaan. Het is een vraag en een groet ineen en niet eens echt een vraag, meer een semi-beleefde en ongeïnteresseerde dagelijkse omgangsvorm. Vaak ben ik net zoals vele anderen niet echt geïnteresseerd in het antwoord, of neem ik daar niet echt de tijd voor. De 'Hé hoe is het?' wordt meestal zo’n beetje achteloos in het luchtledige geroepen, met een daarbij passende ferme hoofdknik. Soms vragen we niet eens meer hoe het gaat en gaan we er gemakshalve maar even vanuit dat het wel goed gaat en zeggen we: 'Hé, gaat het goed?!' 

Durf dan nog maar eens nee te zeggen. 

Deze uit de hand gelopen groet heeft in deze coronatijd wat mij betreft zijn oude vorm weer een beetje teruggekregen. Ik ben namelijk nu meer dan ooit echt benieuwd naar wat het antwoord is. In de afgelopen weken heb ik de vraag vaker met aandacht gesteld en ik heb niet eerder zoveel eerlijk(er) antwoord gekregen. 

Misschien vraag ik nu ook vaker aan de ander hoe het gaat, in de hoop iets van mijn eigen gevoelens in de ander weerspiegeld te zien. Ik krijg nu een enorm scala aan gevoelens en emoties voorgeschoteld, van moedeloos tot hoopvol, van angstig tot dankbaar, en van: 'Ik moet zoveel ballen in de lucht houden', tot: 'Ik ben blij dat ik in deze tijd ineens tijd heb voor wat echt belangrijk in het leven is.'

Het lijkt erop dat we in tijden van corona en in tijden van collectieve onzekerheid er met elkaar niet omheen kunnen om oog te hebben voor de gevoelens van de ander en uit te reiken naar elkaar. Dat zowel ik als die ander er niet omheen kan om iets van zichzelf te laten zien. Iets menselijks en iets van onvermogen. Dat we ons moedig voorwaarts door de weken voortploeteren, waarin we soms hoopvol zijn en soms gewoon een beetje sip zijn. 

Roos, ik ben benieuwd hoe jij deze tijd ervaart? Ik heb begrepen dat we een aantal overeenkomsten hebben. We zijn ergens rond de 40, samenwonend en moeder van twee kids. Meer weet ik nog niet. Heb je net zoals ik gestruggeld met thuisonderwijs, je eigen werk, schema's, allerhande thuistips in coronatijden, jezelf en die ander? Hoe reageer jij in tijden van onvoorspelbaarheid? Wat zijn jouw eerste neigingen wanneer de dingen anders lopen dan verwacht en gehoopt? Ik ben nieuwsgierig. 

Ik ging meteen in de regelmodus, in de hoe-is-het-met-iedereen modus, app/bel/uitreikmodus, grappige-filmpjes-rondstuur modus

Ikzelf kwam meteen terecht in de krochten van mijn eigen controledrift. Meteen na de bekendmaking van de intelligente lockdown (bestaat er zoiets als een domme lockdown, vraag ik me dan af, maar ja, dat terzijde) ging ik aan de slag met schema's en schoolplanningen, want stel je nu eens voor dat ik niet meteen het antwoord had op hoe we dit met elkaar moesten doen? Ik ging meteen in de regelmodus, in de hoe-is-het-met-iedereen modus, app/bel/uitreikmodus, grappige-filmpjes-rondstuur modus, zoomborrel modus, werkinitiatief modus, filmpjes-monteer modus (want tja, deze bijzondere thuisperiode moest dan ook voor later vastgelegd, wel-zo-leuk modus). Oftewel: we-gaan-dit-varkentje-wel-even-wassen modus en kijk-mij-dit-eens-fixen... Ik kan dit. 

Deze in eerste instantie ogenschijnlijk proactieve modus hield ik denk ik twee weken vol om daarna overvallen te worden door een gevoel van algehele sipheid, gevoelens van beknelling en een gevoel van totale uitzichtloosheid. Snel geïrriteerd door alles en iedereen, lekker in de weerstand, omdat ik niet snapte hoe anderen zich al zen en mediterend (ogenschijnlijk denk ik dan) en zonder verzet meteen al in de overgavestand gingen. De dankbaarheidsemoji's op Insta maakte mij eerder woedend in plaats van dankbaar. Beetje gechargeerd natuurlijk, maar even voor het beeld. Laten we het erop houden dat ik in tijden van onzekerheid een beetje moeite heb met mezelf overgeven aan het onbekende. Accepteren en loslaten behoren in eerste instantie niet echt tot mijn kernkwaliteiten. 

Week nummer drie en vier stonden dus vooral in het teken van verzet. Het niet willen, het eruit weg willen, het balen van de geringe maakbaarheid van het leven. Tegelijkertijd waren het ook de weken dat ik op zoek ging naar wat wel nog mogelijk was en er zodoende een paar nieuwe woorden bijkwamen in onze anderhalvemetermaatschappij. Social distance borrels bijvoorbeeld. Hier in onze buurt werd er wat afstand-social-gedistance-borreld. Met de buren (overwegend ouders met kinderen in dezelfde leeftijdscategorie) soms wat aan de vroege kant. Neem een woensdagmiddag om tien over drie en er werd al besloten een fles wijn (of twee, of drie) open te trekken. Om zo gezamenlijk de algehele malaise met humor en een roesje te doorstaan. 

Het was magisch en prachtig om Amsterdam weer eens echt te zien

Ook ontdekte ik mijn mooie stad weer met haar lege straten. Elke week maakte ik met een andere vriendin een andere stadswandeling. Over de wallen, de grachten in de binnenstad en de mooie pleinen. Plekken waar je eigenlijk nooit meer uit vrije wil komt. Het was magisch en prachtig om Amsterdam weer eens echt te zien. Ontdaan van alle drukte en in al haar glorie.

En wandelen op afstand natuurlijk. Ik wil natuurlijk niet de indruk wekken dat ik me niet aan de regels gehouden heb 😉. Ik heb wel degelijk vrij snel al de grenzen opgezocht van wat mocht en in mijn interpretatie daarvan. Zo speelden de kinderen uit de buurt al snel buiten met elkaar. In die zin liet ik mij in mijn keuzes vooral voeden door nieuws waaruit bleek dat dit gewoon zou moeten kunnen. Zo ben ik dan ook wel weer. 

De laatste weken hebben, zoals dat bij mij vaak gaat, in het teken gestaan van meer overgave aan hoe het is. Dat dit nou eenmaal is zoals het is. Eerst in verzet om daarna stapje voor stapje richting iets meer acceptatie te bewegen en in het besef dat ook ik maar een beperkte invloed op het leven heb. Dat ook ik kan voelen hoe relatief goed we het hebben met ons gezin, dat we - na enige opstartproblemen - het eigenlijk verdomd goed met elkaar hebben, in tegenstelling tot sommige gezinnen waarmee ik werk. Dat we in een land leven waarin mijn man met zijn eigen bedrijf zonder gedoe en snel een uitkering kan krijgen, zodat we het financieel nog redelijk redden en de hypotheek gewoon nog kunnen betalen. Dat ik blij ben met de buurt waarin we wonen, met ons huis en de vierkante meters, zodat ik mij voor werk kan terugtrekken op zolder en dat de mensen om mij heen nog gezond zijn. Ook niet onbelangrijk. 

Tja, dus ook ik ben best een beetje dankbaar, haha. Niet de hele tijd natuurlijk. We moeten niet overdrijven... En dat een 21 dagen durende meditatie challenge met Oprah en Deepak daar een significante bijdrage aan levert, daar kan ook ik niet omheen. Dat weet ik natuurlijk ook wel. Het duurt gewoon altijd even. 

Zonnige groeten, 

Sasha

Wat is nou een echte moeder-moeder?

Lieve Roos,

Wat schrijf je leuk!! Vlot, grappig, met zelfinzicht en zelfspot, alsof je makkelijk vanuit je hoofd, naar je hart, naar de woorden op papier komt. 

Je schetst vanuit een ogenschijnlijk losse pols een beeld van jezelf, je moederschap, je gezin, je werk en langzaam ontvouwt zich er in mijn hoofd een beeld van jou. Ik voel herkenning en het maakt me nieuwsgierig. Ik heb je heel bewust nog niet gegoogled. Leuk om straks te kijken welk gezicht er bij dit leven hoort. Net zoals bij het lezen van een goed boek maak ik een beeld van jou en kan ik mijn fantasie de vrije loop laten. 

En ik ben natuurlijk rete-benieuwd naar je relatie met de kerk. Hahaha. Ik ervaar een zeker ongemak bij jou en daar ga ik altijd op aan. Dat is een ding van mij. Daar waar het spannend wordt of ongemakkelijk, dan wil ik weten hoe het zit, beetje blootleggen, beetje peuren. Ik wil dan weten waar dat vandaan komt? Niet eens perse het geloof, maar het ongemak daarbij. Wat is dat ongemak?

Ik als stedeling, een geboren en getogen Amsterdammer, weet zo ongelofelijk weinig over het geloof

Misschien door wat je schrijft over dat je zelf geneigd bent om die keuze te gaan uitleggen of verdedigen. Daar zou ik uit op kunnen maken dat de mensen om jou heen dat geen vanzelfsprekende keuze vinden. Eerlijkheidshalve moet ik meteen maar bekennen, dat ik dat ook niet zo vanzelfsprekend vind en er ook gelijk een beeld bij krijg. Suf is dat. Zoals we geprogrammeerd zijn meteen in hokjes te denken of dat je meteen een aantal aannames hebt.

In mijn vriendenkring heb ik geen mensen om mij heen die naar de kerk gaan. Ik als stedeling, een geboren en getogen Amsterdammer, weet zo ongelofelijk weinig over het geloof. Het is bijna schandalig, zo weinig ik weet. Mijn vader was geloof ik katholiek (en dat weet ik niet eens zeker) maar die heeft daarvan niets overgedragen.

Het enige waar ik het tegenkom is in mijn werk en bij mijn kinderen op de openbare basisschool in Amsterdam Oost, met veel kinderen met een Turkse en Marokkaanse achtergrond en bij hen speelt Allah als vanzelfsprekend een rol in hun leven en in die van hun ouders. Ik heb wel een lading vriendinnen die al mediterend, chantend en yoga’end door het leven gaan, dus het is er wel natuurlijk. Geloof kent vele vormen.

Ik ben benieuwd wat het je brengt? Of het überhaupt een keuze is geweest? Ik zelf geloof niet echt, al geloof ik ook niet niets. Ik ben natuurlijk net zoals ieder ander op zoek naar betekenis en zingeving. Ik weet alleen zo weinig van God. Ik ben denk ik ook een hele pragmatische 'ietsist' en geloof wel dat er iets is. Iets groters, iets ongrijpbaars, iets spiritueels, iets om je aan vast te houden als het leven je omver blaast. 

Mijn lijf en brein waren op hol geslagen en ik voelde me vreselijk schuldig, dat ik niet gewoon kon genieten, maar alleen maar zorgen had

Ik ben ooit begonnen met mindfulness en meditatie toen ik in psychisch zwaar weer verkeerde. Net na de geboorte van mijn eerste dochter. De spanning van het zo graag goed willen doen, die verrekte hormonen, een zekere aanleg voor zorg en spanning, een paar lekkere jeugdtrauma's natuurlijk, een flinke dosis onzekerheid en dat in combinatie met het prille moederschap en extreme slapeloosheid, maakte dat ik een constante gejaagdheid en paniek ervaarde. Mijn lijf en brein waren op hol geslagen en ik voelde me vreselijk schuldig, dat ik niet gewoon kon genieten, maar alleen maar zorgen had.

Het feit dat ik erop zat... Dat opvoeden mijn werk is, met genoeg kennis over hechting en responsief ouderschap. Dat maakte dat ik zo ongelofelijk bang was om het niet goed te doen. Ik was de eerste weken enorm naar de klote en dacht, wat als ik hem beschadig? Onherstelbaar beschadig? Kan ik hem wel geven wat hij nodig heeft om op te groeien tot een gezond, evenwichtig, veilig gehecht kind, dat met vertrouwen in het leven staat?

De drie minuten ademruimte, de mantra's, het stilzitten op een matje en de oefeningen in zorgzame aandacht voor mezelf maakte dat ik weer vertrouwen kreeg in mezelf. In mijn kern, in de toekomst, in het moederschap en in de imperfecties die bij het leven horen. Ook leerde ik toen voor het eerst echt dat ik veel meer kan dragen dan ik aanvankelijk dacht aan te kunnen. Dat ik dat zelf kon (met hulp van mijn omgeving uiteraard) maar vooral ook zelf. Door met aandacht bij mezelf en de ander te blijven, in het hier en nu. Door te leren geloven dat dingen die moeilijk zijn ook weer voorbij gaan. Door te hopen, te leren, te ademen, te vertrouwen dat het is zoals het zijn moet. Nu ik dit schrijf denk ik, tja dat is natuurlijk geloven. Dat het groter is, dat het een bedoeling heeft en dat je er doorheen komt.

Je schreef in je brief, ik ben niet zo’n moeder-moeder. Ook zo’n construct. Wat is nou een echte moeder-moeder? Een moeder is een moeder, op je eigen manier, vanuit wie jij bent, met of zonder knutselen en koken.

Dan ben je weer een curlingouder, dan weer te veel gericht op het resultaat. Het is nooit goed, nooit goed genoeg

De een is thuis met koekjes en thee, de ander werkt vijf dagen in de week. We leven in een wereld waarin we veel vinden. Vooral die moeders van ons, met hun diepgewortelde ideeën over hoe het hoort. We nemen elkaar lekker de maat, kijken met scheve ogen naar elkaar. Waar is de onderlinge solidariteit? Ik word ook zo vreselijk moe van al die opvoedartikelen. Dan ben je weer een curlingouder, dan weer te veel gericht op het resultaat. Het is nooit goed. Nooit goed genoeg.

Ik vond het vooral de eerste jaren erg, al die oordelen, maar toen was ik er denk ik ook nog heel gevoelig voor. Nu ze op school zitten en ik meer tijd heb, meer werk, meer vrije tijd, meer mijn eigen dromen najaag, meer plezier heb buiten het gezin, meer uitga, en meer sjans, voel ik mij een betere moeder, dan toen ik er met mijn snufferd bovenop zat.

Toen wilde ik uit alle macht pijn, tegenslag en hartzeer voorkomen, met een hyperfocus op het goed willen doen. Gelukkig was dat bij mijn tweede dochter niet meer haalbaar en moest ik leren loslaten en accepteren dat falen onderdeel van het leven is en dat een zesje goed genoeg is. Vaak ben ik lief, geduldig, warm en soms (en soms vaak) kortaf, geprikkeld en ongeduldig en pak ik ze als ze niet goed luisteren, net ietsje te hard vast (heel soms, niet vaak)…  Zoals aan het begin van de lockdown.

Ik moest ook enorm lachen om je rugzakjesverhaal. Dat was toch gewoon een poging om aan je kind te laten zien dat er ook veel leed is in de wereld en dat ze zich gelukkig mogen prijzen met hoe bevoorrecht zij als kinderen zijn?

Je schrijft dat je bereid bent om kritisch naar je leven te kijken? Heb je bepaalde voornemens om dingen anders aan te pakken of te bezien? Heb je plannen om het roer om te gooien?

Als ik kijk naar hoe het nu gaat met mij, ons gezin, mijn relatie met mijn man, de mensen om mij heen dan denk ik, het zit wel redelijk snor. Al zouden we wel meer met elkaar mogen praten. Vrees dat we elkaar wel een beetje voor lief nemen en weinig echt oog hebben voor elkaar.

Ik heb behoefte om uit te vliegen, het leven te absorberen, mezelf te ontplooien, te dansen op de vulkaan

Ik had in alle coronawaanzin, het 24-7 samenzijn, ook niet echt de behoefte om met hem in dat stuk te gaan zitten. Ik heb wel een bepaalde afstand nodig merk ik. Ik heb daar sowieso de afgelopen twee jaar behoefte aan gehad, om die andere kant van mezelf weer wat meer te ontdekken, niet alleen maar de focus op het nest.

En echt hoor, ik ben ook geen moeder-moeder, maar ik vind dat moederschap zo bepalend in wat je bent, vooral die eerste jaren van slaaptekort, driftbuien van peuters en strijd aan de eettafel. Ik heb behoefte om uit te vliegen, het leven te absorberen, mezelf te ontplooien, te dansen op de vulkaan en dat gaat soms ook een beetje te veel over het ik. Tikkeltje egocentrisch is het wel en dat vindt mijn man ook.

Hij is introverter dan ik, niet zo proactief en dat kan ik in deze tijd goed voelen. Dat we zo wezenlijk anders zijn. Hij conformeert zich makkelijk en ik heb altijd iets meer ruimte en tijd voor mezelf nodig. Ik wou dat hij dat zichzelf wat meer zou gunnen. Want ik weet dat het hem goed doet.

We zijn nu dertien jaar samen, we zouden dit 28 april vieren en uiteten gaan en dat ging natuurlijk niet door vanwege de maatregelen. Ergens had ik gehoopt… - dat ik het nog hoop en stiekem verwacht is mij ook een raadsel, want ik zou beter moeten weten hahaha - dat hij thuis zou zitten met bloemen, bubbels en hapjes. Hij had er weinig aandacht aan besteed, het huis was een puinhoop. Je had mijn gezicht moeten zien. Is goed gekomen hoor!

Dan denk ik, al die verwachtingen… al die oordelen die we van en over het leven hebben, van onszelf, de liefde, het gezin, het ouderschap, de kinderen, het werk, het geloof, de vriendschappen.

Het leven gaat om bijstellen, iemand zien voor wie hij of zij werkelijk is en daar aandacht voor hebben. Niet je idealen, wensen, verlangens bij een ander leggen, maar vooral kijken naar het stuk waar je zelf invloed op hebt.

Dat is iets waar ik wel wat meer naar zou willen kijken en ook wel samen met jou.

SJEZUS wat een relaas weer. Ik ben nogal lang van stof…

Heel veel liefs,

Sasha