Vertragen, vertragen en dan stilstaan

Lieve Annette,

Terwijl jij me schreef, lang geleden al, was ik aan het vertragen. Vertragen, vertragen en dan stilstaan. Steeds meer. Want wat anders te doen?

Oppervlakkig gekeken is de corona-uitbraak voor vrouwen als ik niet een stille periode. Ik leef als alleenstaande moeder met drie kinderen, en mijn onderwijs - ik geef les aan jonge kunstenaars - ging voltijd door op mijn laptopscherm. Bizar, grappig, nieuw, leuk, vermoeiend, vervelend, prima, genoeg geweest - alles is al langs gekomen. Meteen de eerste week zei ik: “Nu gaan alleenstaande ouders overspannen raken.”

Rond mijn kinderen viel het beroemde ‘dorp’ weg, dat nodig is om ze groot te brengen. Geen oppas, geen grootouders, geen school, geen kinderopvang, geen speelafspraakje bij de buren. Voor mijn zoon viel de speciale zorg van speciaal onderwijs weg - een team professionals om hem te helpen door de wereld te navigeren, die wat ingewikkelder voor hem is dan voor mijn dochters. Dus voilà, daar zat ik. Alles tegelijk. College over de middeleeuwen geven aan tachtig studenten, terwijl mijn jongste om de twee minuten door het beeld loopt en iets vraagt.

Meteen de eerste week zei ik: "Nu gaan alleenstaande ouders overspannen raken"

Mijn dochter is een handige, een lieve, een slimme, een zachte. Een die met achttien maanden al zo goed kon manipuleren dat ik wist dat ik kansloos zou zijn. Een snel, zelflerend systeempje is ze, haar moeder altijd een paar stappen voor. Dus na een paar dagen online lesgeven stond ze dan, stilzwijgend en netjes precies buiten beeld van mijn webcam, met heel grote puppyogen om aandacht en liefde te smeken. Terwijl op mijn scherm een vergadering doorliep die ik voorzat, drie studenten die een probleem in hun onderzoek voorlegden, een klas die in paniek is over een naderend tentamen. 

Drie maanden waren we dapper, fris, en ook wel vrolijk. Een soort van: oké, Als Etty Hillesum in staat was tijdens de Duitse bezetting nog Russisch te vertalen, kan ik mijn boodschappen ook best een tijd door de AH laten bezorgen. Niet zeuren en lesgeven. Je moet jezelf niet altijd met mensen als Etty Hillesum vergelijken, want dat is niet alleen maar inspirerend, maar ook nogal hard.

In de eerste tien dagen hebben we opvoeden en samenleven opnieuw moeten uitvinden. We stonden het te doen en ik keek tussen de bedrijven door om me heen en dacht: wat we nu meemaken, daar gaan we nog tien jaar van oogsten. Mijn kinderen en ik. Samenleven op een postzegel, altijd bij elkaar, mama gaat in noodgevallen helemaal alleen even naar de winkel en verder zijn we even echt op deze vier mensen aangewezen. Tricky maar prachtig.

Samenleven op een postzegel, altijd bij elkaar

Inmiddels ben ik natuurlijk overbelast en heb ik me ziek moeten melden. Precies zoals ik voorspelde, maar ik bedoelde andere ouders. Ik heb de neiging om te denken dat ik superkrachten heb. Dat is dan vervolgens vaak niet zo. 

Annette, er is zoveel in deze periode dat ik graag wil uitwisselen. Zoveel is voedzaam geweest. Leerzaam. En zoveel is onzeker en heeft echt zorgvuldig en liefdevol denkwerk nodig voor de jaren die komen. Voor de wereld. Denken met het hart. Ik ben hoopvol en ook bang dat we niet de visionaire leiders hebben die ons daarin zullen steunen. Ik denk steeds: het moet nu van de grond naar boven komen, dat we dus zeker weten dat we minder kunnen vliegen, dat we hebben ontdekt dat je niet altijd door hoeft te razen, dat we niet in het perverse tempo willen doorrennen en produceren dat ons in deze shit heeft gekregen, in the first place. Dat is maar een handvol gedachten.

Maar ik denk ook: hebben we het genoeg met elkaar over corona-ongelijkheid, over hoe in veilige lockdown gaan ook een privilege is dat ik wel had en mijn vrienden in Brazilië soms niet? Vrienden in stomweg andere beroepen niet?  Ik was bezorgd over vrienden. De eerste dagen was ik mensen aan het bellen om te checken: waar ben je, ben je ok, heb je iets nodig? Er kwamen prachtige nieuwe woorden zoals ‘quarantini’ (iedereen thuis haar eigen martini, en dan samen borrelen over Zoom). En mijn lievelings: 'quarintimi'. Die paar intieme vrienden, voor mij een paar lokale mensen, die elke dag even bij elkaar checken om te weten: gaat het goed bij jou binnen?

En zoveel is onzeker en heeft echt zorgvuldig en liefdevol denkwerk nodig voor de jaren die komen

Alles is meer lokaal geworden en dat bevalt me wel. Ik dacht dat ik eenzaam zou zijn. Maar ik merkte dat het me goed doet om een kleine handvol mensen écht te zien. Op mijn werk geef ik op een gemiddelde dag door een gigantisch gebouw twintig, dertig mensen even mijn volle oogcontact, aandacht, ik stem even helemaal af op die ander: waar zit die, wat wil die, hoe wil die mij hebben? Dat niet meer doen was een verlichting. Ik ging her-evalueren wat mijn actieradius is, en wat die zou moeten zijn. Op welke schaal ik wil opereren? Waarom we steeds gepusht worden om op een grotere schaal te opereren dan eigenlijk echt reëel is.

Lieve Annette, zoals je merkt is deze brief één stroom. Alle gedachten na elkaar. Is dat oké? Ben jij oké? Was je lockdown heel anders dan de mijne? Ik ben heel benieuwd naar je gedachten. Het spijt me dat je lang moest wachten tot ik schreef. Ik was dus ernstig aan het verstillen. Nu ben ik echt gestopt, vlak voor de basisscholen aanstaande maandag echt weer open gaan. En ik blijf even stil. Thuis.

Alles waar je met meer tijd en aandacht naar kijkt wordt mooier

Een laatste gedachte. Alles waar je met meer tijd en aandacht naar kijkt wordt mooier. Deze maanden zijn mijn kinderen veel mooier geworden. Mijn simpele bestaan thuis is mooier geworden. Hoe ik ben is mooier voor me geworden, wat ik waard ben, niet in mijn werk-rol, maar gewoon omdat ik een levend iets ben en omdat mijn hart klopt. Mijn bestek is mooier geworden, mijn boekenplankjes, mijn simpele witte T-shirt is mooier geworden. De bescheiden aanwezigheid van alle spullen en de kleine, eenvoudige architectuur om me heen, hoe die mijn lichaam en dat van mijn kinderen draagt en faciliteert om precies te doen wat we nodig hebben: slapen, koken, eten, voorlezen, stoeien op de mat.

Ik heb veel tijd doorgebracht met mooie dingen vinden en delen. Mag ik mijn lievelings van deze weken met je delen? Hier is een gedicht van David White over de dingen om ons heen.

https://www.facebook.com/PoetDavidWhyte/videos/355462062025568/

Liefs,

Isis

Ik heb het gevoel dat ik uitgegumd ben

Bevrijdingsdag!

Hai Nies,

Heb ik je geduld erg op de proef gesteld? Ik wist dat het even zou duren, dus ik hoop dat het wachten je niet ontmoedigd heeft en je er nog een beetje zin in hebt.

Wat een uitgebreide brief heb je me geschreven, althans een mail. Nou mail…het is eerder een document, een glossy een prospectus! Heel veel dank daarvoor. Een brief is anders, ik weet niet hoe het bij jou is maar met pen en papier schrijf ik andere dingen, alsof mijn geest op papier dichterbij komt dan op een scherm. Uit mijn pen komen meer 'eerste gedachten' en dan heb ik ook niet zo de neiging om te verbeteren. Met een scherm voor mijn neus kan ik het niet laten veel terug te lezen, en te herschrijven. Dat proces speelt me parten in mijn huidige schrijfproces aan een b..k. :- Ook heb ik een vreemde afwijking met typen ontwikkeld. Links typ ik blind maar rechts ben ik op een moment – geen idee wanneer of wat de aanleiding was – voornamelijk met mijn wijs- en middelvinger gaan typen. RSI ligt op de loer en komt af en toe kloppend binnen. Ik heb weleens geprobeerd via een online cursus opnieuw te leren typen. Dat is een training in discipline en geduld van dertien weken, kansloos. Uit zelfbehoud zet ik mijn timer op 40 minuten daarna neem ik een korte pauze en doe wat arm-, rek- en strekoefeningen.

Dus we zitten samen in een correspondentieschuitje! Erg leuk om een wildvreemde in de schoot geworpen te krijgen om mee te schrijven, een geest te leren kennen en stukjes van mijn geest bloot te leggen. Dat is toch waar voor mij schrijven over gaat, je geest zichtbaar maken.

Als eerste wil ik je wat inkijkjes geven, heel gewoon in wie ik ben en wat me bezighoudt. Alhoewel dat laatste een boek is dat zich dagelijks verdikt. Het is voor mij de kunst om maat te houden, op mijn eigen grond blijven, in 'mijn midden' blijven. En, suprise, suprise, waar ik wekelijks een robbertje mee vecht. Vanmorgen deed ik een flitsonlineschrijfinspiratiehalfuurtje met Geertje Couwenbergh, ken je haar? Ze geeft heerlijke schrijfworkshops die mij het schrijfvuur aan mijn schenen leggen. Zo fijn! Ze is boeddhist en deed de uitspraak: vechten tegen iets waar je van af wil heeft sowieso geen zin.

... maakbaarheid is schijn, als er iets is wat deze coronacrisis laat zien, is dat het.

Daar kan ik mij helemaal in vinden. Daarom heb ik moeite met uitdrukkingen als mensen in een ziekbed 'vechten voor hun leven' of hebben de strijd verloren'. Wij mensen willen tot in onze haarvaten alles kunnen controleren. Maar maakbaarheid is schijn, als er iets is wat deze coronacrisis laat zien, is dat het.

Goed, ik ben geboren in de strengste winter aller tijden, toen men kon lopen op de bevroren Noordzee en de straten van Nederland onzichtbaar waren door bergen sneeuw. Op 10 januari 1963. Een paar uur vóór mijn geboorte is mijn vader op het schip 'De Poseidon' gestapt om op de grote vaart te werken. Geboren in het Wilhelmina Gasthuis in Amsterdam was ik een couveusekindje. Mijn moeder heeft mij 'op eigen risico' na tien dagen mee naar huis genomen. Mijn eerste jaar woonde ik op de Hoogte Kadijk in Amsterdam en daarna verhuisden we naar Amsterdam Noord. Mijn vader heeft daar tot zijn dood gewoond, na de scheiding  vertrok mijn moeder met mij, mijn zusje en broer naar Uithoorn waar haar ouders, mijn opa en oma, woonden.

Opgegroeid met witte familie terwijl ik zelf bruin ben, heeft mijn leven gekleurd, meer dan dat ik in de gaten had.

Daar ben ik opgegroeid. Een pittoresk dorp vanwege de ligging aan de Amstel en, zoals vele dorpen in-en inwit. Opgroeien met witte familie terwijl ik zelf bruin ben, heeft mijn leven gekleurd, meer dan dat ik in de gaten had. Toen ik mijn boek 'Dubbelbloed' schreef kwam ik er steeds meer achter in welke spagaat ik geleefd had: de ene keer als struisvogel de andere keer als wakker dier, het was een zoeken naar mijn identiteit. Afijn, misschien heb je het gelezen?

In Uithoorn heb ik de vader van mijn kind leren kennen. Een heerlijke tijd waarin de kroeg een verlenging was van mijn huiskamer en iedereen je kende. Mijn relatie met hem was turbulent, een en al strijd. Na negen jaar trouwden we toch, kregen een prachtzoon en tweeënhalf jaar later was de scheiding een feit. Mijn zoon is nog steeds even prachtig, eigenlijk wordt hij er steeds mooier op. Afijn, de trots van een moeder, je kent het. (Benieuwd naar je dochters!)

Schrijven heb ik altijd gedaan, maar waar ik opgroeide werd kunstenaarschap niet als broodwinning gezien, alhoewel mijn moeder bevriend was met tal van musici en kunstschilders en ze zichzelf ontpopte als kunstenaar tijdens haar losmaakproces van mijn vader. Ze maakte prachtige etsen, kleedde zich als een hippie net als haar andere kunstenaarsvrienden waar ze minstens drie dagen per week mee in de kroeg zat. Ook in datzelfde Uithoorn overigens. Haar les aan haar kinderen was vooral: zorg dat je je eigen broek op kunt houden, zelfstandigheid als hoogste goed, niet zozeer (persoonlijke) ontwikkeling.  

Zoals bij alles in het leven, komt na elke heftige periode een rustig, kalm vaarwater.

Deze maand is het tweeëntwintig jaar geleden dat ik mijn geliefde leerde kennen, we zijn ongeveer de grootste tegenpolen die je kunt verzinnen maar de liefde is groot. De woelige baren hebben we steeds weer weten te overleven. Zoals bij alles in het leven, komt na elke heftige periode een rustig, kalm vaarwater.

Ok, that’s me, een beetje.

Wát een tijd waarin we leven, hè? Voor elk mens weer anders. Hoewel in dezelfde storm varen we allemaal in een ander schuitje en dat varieert van fijn voor de ene (ik vind Corona een kadóótje, hoorde ik iemand in een talkshow zeggen) tot een acute noodsituatie, omdat er geen brood op de plank komt, voor de ander.

Pas ontmoette ik een vrouw in het Oosterpark, onze honden speelden samen en we raakten in gesprek. Ze bleek een buurtgenoot van twee straten verderop en woonde nog niet zo lang in de van Swindenstraat op drie hoog achter. Alleen, na een huwelijk van tientallen jaren.

‘Heb je een balkon?’ vroeg ik haar. ‘Nee, geen balkon maar wel een lichte kamer, de zon staat erop en ik ben gaan doen wat ik helemaal niet kan.’ Ik bleef haar vragend aankijken. Nieuwsgierig naar wat ze bedoelde. ‘Ik schilder, ik kan er niets van maar ik doe het gewoon en mijn hoofd raakt leeg als ik met de penselen over het doek ga.’

En Nies, dat wil ze graag een leeg hoofd. Want daarvoor vertelde ze dat haar enige zoon twee jaar geleden op drieëndertig jarige leeftijd dood was neer gevallen. Het was met oud en nieuw, zijn vrienden dachten dat hij een geintje maakten en hebben hem laten liggen. Toen ze doorkregen dat er echt iets aan de hand was, was het te laat.  ‘Zijn vriendin heeft twee miskramen gehad en ze waren het weer aan het proberen. Maar oma zal ik niet meer worden.’

Waarom vertel ik je dit?

Deze vrouw zit behalve met angst voor corona, geïsoleerd in haar bovenwoning zonder balkon en wil nooit meer opstaan. Toch doet ze het, en haar hondje verleidt haar elke dag. 'Voor hem doe ik het, hij is m’n lichtje in mijn leven.' We stonden inmiddels de anderhalve meter van elkaar en ik wierp haar woordeloos mijn steun en liefde toe.

Onzichtbaar leed achter de voordeuren én het zichtbare dat we dagelijks krijgen voorgeschoteld doen me twijfelen of de misstand die míj dagelijks in het gezicht treft wel de moeite is.

Onzichtbaar leed achter de voordeuren én het zichtbare dat we dagelijks krijgen voorgeschoteld doen me twijfelen of de misstand die míj dagelijks in het gezicht treft wel de moeite is. Wat ik bedoel is of ik recht van spreken heb, er zijn wel belangrijkere zaken die aan de kaak gesteld moeten worden. In mij leven stemmen die in vele varianten tegen mij zeggen: Hé Chic, moet dat nou? Op dit moment? Is dit echt nodig?

Hier is mijn punt.

Op 11 maart kwam ik terug van twee maanden Suriname en Curaçao. Ik had een reisbeurs ontvangen van het Letterenfonds om onderzoek te doen voor mijn tweede boek. De overgang uit Suriname naar Nederland is altijd al lastig  voor me. De flamboyante Surinaamse way of living, ook al moet je hard werken en ben je (kans)arm, er wordt gelachen, gegeten en ‘tori’ gepraat. Ik hou vooral van het kleurrijke van alle verschillende bevolkingsgroepen, de talloze kleuren bruin. Kleur zit ook op de muren, met de hand in geschilderde reclames die boter, hygiënische kip, een schoonmaakmiddel of zonnebloemolie aanprijzen.

Terug in Nederland is dát het grootste gemis, kleur.

Op 13 maart ging we intelligent met zijn allen op slot en in de dagen erna werd ik elke keer bevestigd in wat ik niet wilde zien. In elke talkshow op radio en tv, op het journaal, aanvullend nieuwsprogramma of welk ander actualiteitenprogramma dan ook, het ging over corona en werd belicht door tal van professoren, specialisten, medici, hulpverleners, virologen, wetenschappers, psychologen, therapeuten, you name it. De mensen aan de tafels van de talkshows en de hosts zelf natuurlijk, waren wit.

In de geschreven media is het al niet veel anders. Sinds mijn jeugd lees ik de Volkskrant, en ik wéét wel dat je VK onder de witte kranten kan scharen, maar ik vond dat er steeds meer aandacht werd besteed aan diversiteit, achtergrondverhalen over de verschillende culturen die Nederland rijk is. Maar het lijkt verleden tijd. In de Volkskrant zie ik 'mezelf' nauwelijks terug, noch in enige andere krant. Niet als juffrouw van de basisschool, verpleegkundige in het ziekenhuis, advocaat, huisarts maar ook niet als patiënt of als ondernemer die slachtoffer is geworden van alle voorzorgsmaatregelen. Een paar weken terug vond ik in VK magazine één specialist met een migratieachtergrond. Een Hindoestaanse man met een roti restaurant.

We zijn zes weken verder en gelukkig hebben een paar mensen wel de moed gehad om er iets over te zeggen in de trant van: 'Ik heb veel familie in de zorg werken, laten we de zorgkanjers met kleur ook een plek geven op onze walls. Post foto’s!' Tja, social media.

Diversiteit? Representativiteit? Nu even niet zeg.

Ik heb het gevoel dat ik uitgegumd ben. Gewoon weg, foetsie. Diversiteit? Representativiteit? Nu even niet zeg.

Een paar dagen per week werk ik mee met mijn man op de markt in Amsterdam Zuidoost. Hij staat al meer dan vijfendertig jaar met groenten en fruit op de markt. Onze klanten in Zuidoost zijn voornamelijk van Ghanese, Nigeriaanse, Surinaamse en Antilliaanse afkomst. Tientallen andere nationaliteiten komen ook aan onze kraam. Het is opvallend hoeveel moeite we moeten doen om de mensen de anderhalvemeter regel bij te brengen. Het brengt veel stress met zich mee. Maar vanaf het begin af aan had ik de gedachte; maar als je niet meedoet in het nieuws, als je niet wordt aangesproken vanuit jouw beleving, waarom zou je je dan laten leiden door al die regels? Wellicht naïef en ik kan het niet staven met onderzoek, het is vanuit mijn eigen groeiende weerstand bedacht, omdat ik nauwelijks in de samenleving schijn voor te komen die wel van alles van mij wil. De witte parade die mij dagelijks in de media wordt voorgeschoteld staat een gevoel van verbondenheid in de weg, op zijn minst wordt dat bemoeilijkt. Moeten we juist nu niet elke kans aangrijpen om te verbinden? Bovendien is het gevoel van uitsluiting in tijden van crisis niet extra risicovol? Sluit dat aan bij jouw punt dat je migratie-ervaringen moet gebruiken? Welk beeld heb jij van 'migratie-ervaringen'?

Over naïef gesproken, Ik zou je veel kunnen toedichten naar aanleiding van je prachtige uitgebreide brief – ik heb hem net weer gelezen en zal dat vermoedelijk nog wel een paar keer doen – maar geen naïviteit. Ik denk dat jij je tijd ver vooruit was. Gebruik maken van ervaringen uit andere culturen is immers nog steeds een bijzonderheid. Open staan voor anderen is daarbij een vereiste maar ook toestaan dat de ander in zijn goede bedoelingen mag stuntelen. En aan beide kanten valt veel te winnen. Ik vind dat niet makkelijk, openstellen én verdraagzaam zijn. De moed hebben om zelf te veranderen én de moed hebben om dit ook van een ander te vragen. In mijn nieuwe bewustzijnstoestand van de laatste jaren, over wat kleur met zich meebrengt in onze maatschappij, ben ik mensen kwijtgeraakt. Ik ervaar afstand omdat ik opeens aan mensen die als mijn familie waren, moet uitleggen waarom het woord ‘neger’ voor mij zo pijnlijk is. En het zijn deze ervaringen die mij ervan weerhouden om mijn 'beklag' te doen over de witte media. Het is me vaak voorgehouden: je mag kritisch zijn maar doe het positief! Zoals je in je boek doet. Kom niet met het wijzende vingertje.

Wat mensen bedoelen is, wijzende vingers prikken en doen pijn en dat willen we liever niet.

Dus worstel ik voort.

Zo fijn dat je fan bent van Maya Angelou! Ik heb haar pas laat in mijn leven ontdekt dankzij mijn Marokkaanse nichtje. Net als Toni Morrison maar daar vertel ik je andere keer over.

Wat mij troost en kracht geeft is dit filmpje…

Als ik je goed lees ben jij wel duizend keer regenboog in het leven van je geliefde geweest.

Heel veel sterkte met het losmaken, doe het op jouw manier en in liefde voor jezelf.

Tot slot.

Sinds ik het roer heb omgegooid en mijn hectische leven als ondernemer heb losgelaten om een sabbatical te nemen en me daarna aan het schrijven te wijden, ben ik vaak alleen. Schrijvend achter mijn bureau of nu achter mijn tafel in een klein kamertje in Egmond. Voor mij is er dus ook niet veel anders in het dagelijkse leven behalve het terrasjes pikken aan het einde van de dag en veel te dure koffie drinken. Mijn vleugels heb ik ingezet bij de VoorleesExpress. Ik ben gekoppeld aan een Marokkaans gezin met drie meiden van drie, zeven en elf jaar. Twee keer per week doe ik een online voorleessessie. Echt leuk en tof om iets met kinderen te doen. Nies, ik kan nog uren doorgaan maar of dat nou zo aantrekkelijk is, haha.

Ik hoop weer van je te horen en wens je veel wijsheid en sterkte in deze roerige tijden.

Brasa van Etchica

Still I Rise

Beste Etchica,

Het kan al wel 25 jaar geleden zijn dat ik op een bijeenkomst voor naïef werd uitgemaakt, omdat ik daar migratie als iets positiefs benoemde. Een extra ervaring in een mensenleven.

In een stad met zoveel mensen die diverse identiteiten hebben, en ook zoveel etnische variaties, zou het jammer zijn als we die ervaring niet beter benutten. Noem me naast naïef ook hardleers, want een tijd geleden startte ik met een programma over veerkracht (Still I Rise) waarbij migratie als een pré wordt gezien, een ervaring die je kan helpen om veerkracht te ontwikkelen. https://youtu.be/JqOqo50LSZ0 Hier draagt Maya Angelou het gedicht Still I Rise zelf voor. Ik vind hierin de verbinding prachtig die ze legt tussen het dagelijkse rise: opstaan en het grotere rise: in opstand komen, je situatie/ de maatschappij willen veranderen.

Veerkracht ontwikkel je door tegenslag........

Amsterdamse jongeren maakten voor Still I Rise al video-interviews waarin mensen vertellen hoe ze veerkracht ontwikkelen. Istahil Abdulahi bijvoorbeeld https://youtu.be/y5TZlf-USlg Veerkracht ontwikkel je door tegenslag, zegt zij. ‘Kracht zit eigenlijk in je, maar er moeten dingen gebeuren met je om die kracht eruit te halen.’ Zij was basketbalster toen ze door de oorlog niet terug kon naar Somalië en heeft een nieuw leven opgebouwd in Nederland. Die jongeren zijn Amsterdammers zonder papieren. Samen met Nadine Kuipers heb ik ze een tijdje getraind in video’s maken. We organiseerden een event in de Week van de Empathie. Jerry Afriyie sprak er ook. https://youtu.be/jkiYSJpQv7U

Door dit programma Still I Rise ben ik veerkracht gaan zien als een soort spier, die je kunt trainen. Migranten (hun kinderen en kleinkinderen) hebben meer ervaring met omgaan met weerstand en onzekerheden. Als stad (of land, of wereld) zouden we beter gebruik kunnen maken van die ervaring. Maar goed, nu dender ik je kamer in, zonder me voor te stellen.

Nies heet ik, om volledig te zijn: Bernice Elisabeth. Bernice is een Griekse naam en betekent de zegenbrengende, in het Grieks is het Berenike, de godin van de overwinning (Nike). Je herkent haar vast wel, het beeld staat in het Louvre. Geen kleine opdracht om mee te krijgen van je moeder 😉.

Ik ben veertien maanden en tien dagen na jou geboren, zag ik toen ik op je site keek. Ik ben benieuwd naar waar jouw naam vandaan komt. Wie heeft die voor je bedacht? Ben je naar iemand genoemd? Dankzij mijn dochters weet ik dat het een voorrecht is om te weten wanneer je bent geboren. Volgens de papieren die we bij hun adoptie kregen, hebben ze wel een geboortedatum, maar het is niet zeker of die klopt. Wat ik wel weet is dat mijn kinderen een enorme overlevingsdrift hebben, anders hadden ze vermoedelijk niet eens meer geleefd.

Ik ben aan het scheiden van de man met wie ik al sinds mijn 18e samen was.

Deze tijd is voor mij persoonlijk heel anders dan ik had kunnen bedenken. Ik ben aan het scheiden van de man met wie ik al sinds mijn 18e samen was. Ik was jarenlang voor hem aan het zorgen. Hij werd zo ziek dat we niet meer samen verder konden. Ik ben me daartoe aan het leren verhouden in een huis dat een lege etage erbij heeft: met een hangmat in de voorkamer en een hometrainer in de achterkamer. Onze dochters leren razendsnel omgaan met de nieuwe omstandigheden.

De vertraging die ik noodgedwongen in mijn persoonlijk leven al had gebracht, zie ik nu in de buitenwereld. Ook zie ik hectiek: mensen die nu snelle acties opzetten om de Amsterdammers die te kort hebben aan eten, gezondheid, onderdak of netwerk zo goed mogelijk bij te staan. Ik ben mijn netwerk aan het inzetten om een paar verbindingen tot stand te brengen. Daarbij probeer ik steeds te bedenken hoe ik mijn vleugels het best kan gebruiken, een waardige Berenike (zegenbrengende) te zijn. Ik geloof niet zo in de zegen die bij een oorlogsoverwinning hoort, en waarbij er altijd verliezers zijn. Mijn vleugels, mijn vermogen, mijn witte privilege en de talen die ik kan verstaan, wil ik liever inzetten als verbindingsofficier. Tja, dat is weer een term uit het leger. Boodschapper is misschien een beter woord. Een boodschapper, reporter, journalist, maar dan één, die niet denkt beter te weten dan de mensen die zij spreekt. Dat is een zoektocht, die voorlopig niet stopt. Zo, pfoe, een lang verhaal met weinig vragen aan jou. Ik ben benieuwd waar je je deze tijd bevindt, hoe je je verhoudt tot deze omstandigheden. Wat vind je van mijn idee dat we migratie-ervaring beter kunnen benutten? Is het inderdaad naïef?

Hartelijke groet! Nies  

Wat een GEZEIK met dat gesnotter

Hey Josje,

Nou, het is zomaar ineens alweer vier weken geleden dat we contact hebben gehad. De weken vliegen voorbij en dat is met name gekomen door de eerste verjaardag van onze dochter die we in fases hebben gevierd en het feit dat ik in mijn meivakantie ook nog flink ziek ben geweest: pffff. Wat een gezeik! Haha.

Hoe dan ook: ik vind zoveel herkenning in je stuk over het samengestelde gezin en ‘hoe daarmee te dealen’. Ik vind stiefmoeder en/of bonusmoeder ook geen passende woorden en ik voel me ook geen ‘moeder’ van de zoon van mijn vriend. Hij is nu ruim vier en zijn vader en ik zijn nu ook bijna vier jaar bij elkaar. Het is een ingewikkeld en minder mooi verhaal hoe wij bij elkaar zijn gekomen: dat leg ik je op een ander moment nog wel eens uit :). Ik wist dus ook dat mijn vriend al een kind had en een (ingewikkelde) relatie met zijn ex. Maar goed: iets WETEN en iets BELEVEN, dat zijn echt twee verschillende dingen. Ik kon ook boos worden als vrienden zeiden: ‘Maar je wist toch waar je aan begon?’ Ja, wist ik dat? Wist ik hoe ingrijpend mijn leven zou veranderen? Hoeveel energie het me kon kosten als er weer gedoe was over het brengen en halen? Wist ik hoe onmogelijk soms mijn positie is in het geheel? Want het heeft invloed op ALLES, maar mijn eigen invloed is beperkt. En dat kan me soms boos en verdrietig maken, vooral nu wij ook ons 'eigen’ gezin hebben. De zoon van mijn vriend komt om de week het weekend bij ons: er is geen sprake (geweest) van co-ouderschap. Zijn ex heeft ook alweer een paar jaar een nieuwe partner, nieuw huis en een tweede kind met haar partner. Je zou denken dat zaken dan makkelijker zouden worden, maar het tegendeel is soms waar. Ach, ik vertel je later nog wel eens wat meer ;-).

‘Maar je wist toch waar je aan begon?’ Ja, wist ik dat? Wist ik hoe ingrijpend mijn leven zou veranderen?

Wat leuk dat Berlijn jullie zo trekt! En wat een stoer voornemen om een maand woningruil te doen: is er al meer bekend en concreet? Weten jullie al wanneer jullie gaan? Ik snap je tegenstrijdige gevoel heel goed hoor: ik ga ook lekker op die rust, maar mis (voor nu met mooiere weer) ook zo hard die terrasmomenten met vrienden. En met name de vrijheid om keuzes te maken in wat je WIL doen. Geen rekening houden met wat KAN of MAG: rot op zeg. Ik word daar heel opstandig van! Haha. Toen ik zo ziek was twee weken terug, was ik er ook INEENS helemaal klaar mee. Wat een GEZEIK met dat gesnotter. Ook al ben je negatief getest, je kan en mag NIKS. Je bent een paria van de samenleving lijkt het. De muren van mijn huis kwamen op mij af en ik was het, ja zo was het ook, ook even goed zat om met mijn dochter en mijn vriend in één huis te zitten. Geef me in godsnaam even de RUIMTE. Twee keer getest en twee keer negatief op corona, maar dus wel allemaal ZIEK!
Testen op corona vind ik vreselijk. Ben jij al eens getest? Ik heb denk ik twee keer een stagiair gehad die ‘er niet goed in kwam’ en dus voor mijn gevoel ook twee keer een kwartier aan het peuren was. De testlocatie is in de IJsselhallen in Zwolle. Toen ik in de rij stond voor mijn testhokje, keek ik omhoog en dacht ik aan het laatste 90’s feestje dat ik er had gevierd met vriendinnen. JAAAAAAREN geleden. ZO voelt het en zo is het vast ook. Aan het plafond hingen de jaren van de negentiger jaren, dus je stond bijvoorbeeld onder 93. Dat stuurde je elkaar dan als je elkaar kwijt was: WIJ STAAAN ONDER 93!! En nu stond ik er voor een wattenstaaf in mijn neus, in plaats van de Spice Girls playbackend met een biertje in mijn hand.

Ik merk dat ik ontzettend de behoefte heb aan ‘buiten’ zijn en naar buiten gaan: de bestemming interesseert me dan niet zo veel, zolang het maar groen en vrij is.

Ik heb zelf twee keer dus in Oman gewoond en gewerkt voor een klein half jaar. Ik heb een fantastische tijd toen gehad: prachtig land, rijke cultuur en heel vriendelijke bevolking. Ik zou er zo weer naar toe gaan. Ja, het is een dictatuur en islamitisch, maar het is een heel liberaal land. Vrouwen mogen/kunnen gewoon autorijden, studeren en buitenshuis koffie drinken met vriendinnen. En ik als ‘Europese’ vrouw kon ook gewoon ongesluierd over straat. Dat was dan wel in de hoofdstad Muscat. In de bergdorpjes waar de tijd had stil gestaan, was het leven veel authentieker nog. Maar als je me nu zou vragen: waar zou je nu naar toe op reis willen? Dan zou ik heel graag met mijn vriend en onze dochter bijvoorbeeld door Schotland willen trekken. Of naar een lekkere bestemming in Frankrijk aan het water. Ik merk dat ik ontzettend de behoefte heb aan ‘buiten’ zijn en naar buiten gaan: de bestemming interesseert me dan niet zo veel, zolang het maar groen en vrij is. Ik merk dat ik die behoefte nu erg sterk heb. Uiteindelijk is Nieuw-Zeeland ook echt een land dat ik nog wil bezoeken. Ik hou niet van de ‘grote’ steden per se als enige reisbestemming. Ik ben een aantal keer in Dubai geweest bijvoorbeeld (ik werkte er toch in de buurt) en vond het leuk om het te bezoeken, maar de desert-drives met de 4x4 en overnachten in de tent in de woestijn waren meer mijn ding :-). Singapore daarentegen vond ik dan wel weer een uitzondering: heel bijzonder! Staat er nog een specifiek land of bestemming op jouw/jullie wensenlijstje? Iets wat jullie misschien nog zouden willen doen nu Sepp zo klein is? Het voornemen om te reizen lijkt nu groter en verder weg dan ooit he…? We worden begrensd binnen onze eigen grenzen.

Mijn moeder heeft altijd gezegd dat wij onze vader konden en mochten contacten hoor, maar wij hadden die wens zelf nooit omdat wij al een vader hadden.

Je vroeg ook nog naar mijn achtergrond en uit wat voor gezin ik dus kom. Ik ben opgegroeid met een jonger zusje, moeder en een stiefvader die ik als mijn echte vader beschouw en dus ook pappa noem. Hij had al twee dochters uit een vorig huwelijk, dus ik heb ook twee stiefzussen. Mijn ouders zijn gescheiden toen ik nog geen twee was en door allerlei ingewikkeldheden in het leven heeft mijn biologische vader ervoor ‘gekozen’ ons (mij en mijn zusje) niet meer te willen/kunnen zien. Mijn stiefvader (mijn vader dus) kwam al redelijk vroeg in ons leven daarna en vandaar dat ik met hem ben opgegroeid als pappa. Ik weet dus als kind dat een biologische ouder niet per se ook een ‘logische’ ouder is ;-). Ik denk dat ik rond mijn achttiende meer vragen begon te stellen: met name op zoek naar mijn identiteit. Dat heeft me wat struggles opgeleverd, met hulp van een psychotherapeut ben ik daar goed doorheen gekomen toen ik een jaar of drieëntwintig was. Mijn moeder heeft altijd gezegd dat wij onze vader konden en mochten contacten hoor, maar wij hadden die wens zelf nooit omdat wij al een vader hadden. En onze bio-vader heeft nooit enige moeite gedaan. Op mijn vijfentwintigste heb ik hem uiteindelijk, op mijn initiatief, voor het eerst ‘echt’ ontmoet. Tja, dat was ingrijpend. Maar ook daar doorheen gewerkt en de jaren erop was het weer stil. Totdat ik zwanger werd: toen heb ik weer contact met hem opgenomen. Raar he, hoe zoiets dan werkt? Iets met je roots en basis: ik snap de mensen van ‘Spoorloos’ (of hoe heten die programma’s ) heel goed wat dat betreft. Ik heb nu sporadisch contact met mijn bio-vader en dat is prima. Mijn bio-vader heeft ook twee kinderen gekregen met de vrouw waarmee hij ervandoor was gegaan, dus ik heb ook nog een halfbroer en een halfzus die ik overigens niet ken. Dit is mijn gezinsverhaal en verloop in een notendop! Hahaha. ;-). Wat is jouw achtergrond? EN hoe ben jij opgegroeid?

Jullie zoon is nu ook alweer bijna jarig dan! Manman… wat vliegt de tijd toch ook, vind je ook niet? Ondanks dat we vooral binnenzitten dan… Haha! Hebben jullie al ideeën hoe jullie het willen en kunnen vormgeven binnen de coronamaatregelen?

Wij hebben mijn dochters verjaardag echt in fases gevierd, uitgesmeerd over twee weken. De familie van mijn vriend komt uit Brabant, dus dat was echt nog wel even managen en afstemmen. Ergens was het ook wel fijn om iedereen ‘los’ te zien, omdat je wel iedereen echt even spreekt. Aan de andere kant: je bent ook drie keer vaker bezig met eten regelen, taart snijden, zooi ruimen en weet ik het! De kleine jarige heeft in totaal drie keer een ‘kaarsje-blaas-moment’ gehad! Haha. Niet te geloven. We hebben haar een zandbak cadeau gegeven, een mooi prentenboek, badspeelgoed en houten muziek-maak-toestanden.

Het is een wonder hoe ik onze dochter ter wereld heb gebracht: wat kan een vrouwenlijf toch prachtig krachtig zijn onder bizarre omstandigheden.

Door de eerste verjaardag van ons kleintje kwam voor mij ook het verhaal van mijn zwangerschapsvergiftiging weer naar boven. Mijn zusje heeft ook zwangerschapsvergiftiging (HELP) gehad dus ik wist dat ik een verhoogd risico zou hebben. Maar ik ben eigenlijk 38 weken fluitend (ongeveer…) de zwangerschap doorgekomen, totdat ik wakker werd met oogklachten: ik zag flitsen en vertekend beeld. Ik weet nog dat ik ’s ochtends zei dat ik eerst nog meer moest slapen voordat ik de verloskundige ging bellen. Toen we bij haar waren, liep mijn bloeddruk richting de 160, terwijl ik normaal rond de 110/120 zat. Eiwit in de urine en hup, daar gingen we richting het ziekenhuis ineens. Ik had niet door hoe ziek ik toen eigenlijk al was en hoe snel het slechter ging. Op zaterdag werd ik opgenomen en op zondagavond is ons dochtertje geboren. Ik was doodziek. Het is een wonder hoe ik haar ter wereld heb gebracht: wat kan een vrouwenlijf toch prachtig krachtig zijn onder bizarre omstandigheden. Ik lag ook aan allerlei infusen met medicatie. Na de bevalling moest ons kleintje aan het zuurstof, want door al mijn medicatie was ze versuft. Haar eerste Apgar-score was drie. Het was doodeng. Ik mocht en kon haar niet bij me houden toen. Mijn vriend stond bij haar aan de behandeltafel en was alleen maar aan het huilen. Gelukkig trok ze best snel bij en mocht ze bij me komen. Maar mijn placenta liet niet los en dus moest ik naar de OK om dat ding te laten verwijderen. Want tja, de placenta maakt je zo ziek. Na volledige narcose en pas uren later kwam ik terug bij mijn vriend en dochter. Het was vreselijk traumatisch. Dit is ook even de korte versie hoor :-). We hebben een week in het ziekenhuis gelegen en ik heb nog een MRI van mijn hersenen gehad omdat ze bang waren voor schade door de druk (was gelukkig niet zo) en een bloedtransfusie, omdat ik anderhalve liter bloed was verloren bij de operatie. Maar ons meisje deed het goed! En doet het goed. Ik heb lang moeten herstellen fysiek. En nu mentaal ook nog: ik heb nu EMDR om mijn angsten rondom de bevalling te verwerken. Ook dat gaat goed komen, maar het kost wat energie. Jouw verhaal is ook geen kattenpis trouwens. Hoe ben jij eruit gekomen? En hoe heeft jouw vriend het beleefd? Ik kan me voorstellen dat de miskramen ook hebben bijgedragen aan een mate van onzekerheid. Althans, zo ervaar ik het ook: voor onze dochter hebben wij ook twee miskramen gehad namelijk.

Soms vraag ik me af hoe dingen lopen zoals ze lopen: wat maakt dat ik hier mee te maken krijg? Ik heb een collega die twee keer fluitend zwanger wordt en lachend is bevallen. Ik ben echt verwonderd bijna dat dat kan! Haha.

Trouwens: ik zit nog in een follow-up programma in Rotterdam. FUPEC heet dat afgekort. Misschien kun je het eens opzoeken: zij monitoren vrouwen na een (ernstige) zwangerschapsvergiftiging. Ook in de toekomst en geven daarbij passende (leefstijl)adviezen.

Hebben jullie trouwens nog vakantieplannen komende zomer? En zo ja: wat gaan jullie doen? Wij hebben onze dagen inmiddels ‘vastgezet’ maar zijn wel nog aan het twijfelen wat we gaan doen. Want tja… We willen bijvoorbeeld wel naar Frankrijk, maar manman, wat een ‘gedoe’ komt er dan ook bij kijken met testen en quarantaine eventueel en weet ik het. Ik merk wel dat dat het voor mij minder uitnodigend maakt om toch naar het buitenland te gaan. Maar goed: wie weet wat er over een paar weken is?! Ik vind het zo ‘grappig’ dat we vorig jaar met z’n allen dachten: Oooooh, nou volgend jaar gaan en kunnen we gewoon op vakantie hoor! Dit is dan al wel achter de rug toch? Jaaa joh, jaaa dat moet dan wel. En ‘ineens’ zijn we anderhalf jaar verder en…same shit, different day? Zo vreemd hoe perspectieven veranderen en er daarmee dus eigenlijk niet zijn geweest?

Goed, ik brei er weer een eind aan Josje! Is dit nu onze ‘laatste’ officiële brief trouwens, omdat we er drie moesten sturen? Volgens mij wel hè? We kunnen daarna natuurlijk eventueel zelf nog contact onderhouden als je dat zou willen. Hoe sta jij daarin? Ik ben benieuwd! Ik hoop dat je een fijn hemelvaart-weekend hebt en ik hoor weer graag van je.

Liefs, Anne

Zonder plan, gewoon mijn neus achterna

Dag Charlotte,

En weer zijn er drie weken voorbij voordat ik me ertoe zet om je te antwoorden. Daarmee raak ik gelijk aan jouw vraag over frequentie. Ik vind  één brief per twee weken per persoon een mooi streven. Dus ik schrijf jou nu, jij schrijft mij volgende week, ik jou de week daarna enzovoort. Ik gebruik nadrukkelijk het woord 'streven', omdat het wat mij betreft niet als 'moeten' moet voelen. Wat vind je daarvan?

Wat lekker dat jullie er een paar dagen tussenuit zijn geweest. Ik vind het ook heerlijk om even in een andere omgeving te zijn, al is het maar voor een dag. Even een dagje in een andere stad rondstruinen, in een parkje zitten, koffie drinken, winkeltjes bekijken, misschien een museum bezoeken en vooral lopen, lopen, lopen. Zonder plan, gewoon mijn  neus achterna.

De laatste keer dat ik dat deed was in september, in Deventer. Daar kwam ik doorheen op de terugweg van kraambezoek bij een Eritrees gezin, en ik besloot uit te stappen. Sindsdien is er niet veel meer aan om in welke stad dan ook rond te hobbelen. Winkels dicht of alleen op afspraak, café's dicht of alleen afhalen, musea dicht.

Er is alleen niet precies gedefinieerd wat 'lockdown' inhoudt, en dus wanneer de opvang weer gesloten wordt. Als de theaters weer open gaan? Als het hoger onderwijs vijf dagen per week geopend is?

Dat is één van de nadelige gevolgen van corona. Ik probeer te bedenken of er ook voordelen of positieve kanten zijn. Voor de Eritreeërs zonder papieren (en mensen die om andere redenen geen onderkomen hebben, maar ik houd me nu eenmaal vooral met Eritreeërs bezig) is er in Amsterdam opvang zolang de lockdown duurt. Dat is dus een voordeel voor hen. Er is alleen niet precies gedefinieerd wat 'lockdown' inhoudt, en dus wanneer de opvang weer gesloten wordt. Als de theaters weer open gaan? Als het hoger onderwijs vijf dagen per week geopend is?

Ander positief effectje: Ik wilde eens onderzoeken of het mogelijk is om zonder een mondkapje te dragen aan boodschappen te komen. Dat was best een leuke zoektocht. Ik heb voor het eerst van mijn leven online boodschappen besteld. Dat voelt best luxe, dat het zomaar tot aan de deur bezorgd wordt. Beetje onhandig is het wel dat je op dat tijdstip dus thuis moet zijn, en daardoor iets minder flexibel bent. En ik heb de markt herontdekt. Wat is daar veel te koop! Groente, fruit en vis natuurlijk, maar ook noten, brood, honing en soms mijn favoriete Braziliaanse heimweefrisdrank: Guaraná.

......'s avonds heb ik soms een hele treincoupé voor mezelf.

Laatste voordeeltje: 's avonds heb ik soms een hele treincoupé voor mezelf. Maar ik ga maar af en toe met de trein, vooral als ik naar mijn moeder ga. En zo lang ik een stoel heb, maakt het me niet zoveel uit hoeveel mensen er verder in die trein zitten.

Verder heb ik er vooral last van. Mijn baantje, waar ik net mee was begonnen, werd opgeheven. Ik had vier lessen Nederlands gegeven, toen de lessen online verder gingen, de groepen daarom werden samengevoegd en ik, als nieuweling niet degene was die de lessen ging geven. Met een ander baantje, dat in januari zou starten, ben ik nog steeds niet begonnen. Ik zou les geven aan Brazilianen, in een bibliotheek. Maar ja, die is dicht. Ook vind ik het erg onhandig dat ik niet, zoals ik gewend was, met iemand in een koffietentje kan afspreken, om samen zijn brieven door te nemen of te bellen naar een instantie. Nu moet ik steeds naar mensen thuis. Of ik moet proberen het online te doen. Dat lukt lang niet altijd met mensen die digitaal niet zo handig zijn.

Niet even de Hema in kunnen lopen voor fietslampjes of onderbroeken is ook niet handig.

Tot zover de voor- en nadelen wat mij betreft. Verder probeer ik maar zo gewoon mogelijk te leven en me niet al te druk te maken. Dat lukt redelijk; ik ben nogal stabiel (vinden mijn vrienden). Maar als ik voor de zoveelste keer lees dat we nog 'even' moeten volhouden, zinkt de moed me soms wel in de schoenen. Wat betekent 'even'? Hoe lang is dat? Hoe lang houden we het vol om niet naar restaurants, café's, sportscholen, theaters, feestjes, workshops, bioscopen, bibliotheken te gaan? Hoe lang houden die bedrijven het nog vol te bestaan?

Wat spannend dat je nu meer gaat werken dan je ooit gedaan hebt. Hopen dat het inderdaad zo goed aansluit als je denkt. Het is nogal cliché maar daarom niet minder waar dat een baan die heel goed bij je past niet aanvoelt als werken. Houd me maar op de hoogte hoe het bevalt. En bedenk dat je nergens aan vast zit. Niet echt. Ook al heb je een contract getekend, ook al heb je veel moeite gedaan om de baan te krijgen, ook al heb je het geld nodig, als het echt niet meer leuk is, moet je wegwezen.

Met vriendelijke groet,

Tanja te Beek

Ik blijf positief denken

Beste Joop,

Fijn om jouw brief weer te mogen lezen.

Ik heb het druk met de kids. Ik probeer zoveel mogelijk veel tijd met ze door te brengen en ze van alles te leren. Ik ben van mening dat wanneer je je kind alle liefde en tijd geeft dat hij of zij later mij ook beetje van zijn tijd kan geven. Ons geloof  leert ons om veel met de kinderen te ondernemen en hen van alles te leren. Ik merk wel dat de opvoeding van mijn kinderen anders is dan hoe ik opgevoed ben. Ik kom uit een groot gezin, maar elke kind kreeg aandacht. We hadden het niet zo breed als nu. Wij kregen niet elke keer nieuw speelgoed of een telefoon, maar we waren dankbaar. We speelden veel buiten. De kinderen van tegenwoordig krijgen alle luxe voorzieningen en zijn dan nog niet dankbaar.

Ik ben niet echt een politiek mens. Ik stem wel elke keer, maar geloof hun beloftes niet altijd. Elke politieke partij heeft positieve en negatieve punten. Ik zelf stem vaak op Denk of anders GroenLinks.

de buurt is multicultureel, maar.....

De buurt heeft echt een onderhoudsbeurt nodig. Ik geloof, dat er een potje is vanuit de gemeente zodat de bewoners iets kunnen organiseren om de buurt schoon te houden. Door de werkzaamheden merk ik dat het verkeer drukker wordt en chaotischer. Zoals ik al eerder zei, de buurt is multicultureel, maar je ziet wel groepsvorming qua cultuur of afkomst. Ik hou mij daar niet zo mee bezig en probeer van alles te genieten. Ik blijf positief denken.

Het was weer leuk om te schrijven.

Adnan

Leuk dat je wilt schrijven met een buur uit de Kolenkit!

Hallo Bob,

Aangenaam kennis te maken en leuk dat je wilt schrijven met een buur uit de Kolenkit. Ik begreep van Marilien dat je hier nog niet zo heel lang woont. Ik woon hier nu, samen met mijn man, bijna zes jaar – ook nog niet zo heel lang, maar lang genoeg om me hier thuis te voelen. Dat ging overigens vrij snel: toen we op zoek gingen naar een nieuwe woning sprong de Kolenkit qua buurt er echt uit. Divers, dynamisch en dorps en stads tegelijk. Na zes jaar later (waarvan vijfeneenhalf jaar met bouwoverlast) ben ik trouwens wel een beetje klaar met de dynamiek en ik hoop dat over een jaar ofzo de buurt ‘af’ is en we weer wat rust krijgen J

Even iets over mijzelf: mijn naam is Erica, ik ben 46 jaar en getrouwd. Wij wonen bij onze twee katten in die ons minzaam toestaan voor ze te zorgen, wat ik met veel liefde doe. Ik ben schrijver en mijn tweede boek is net uit (Op zoek naar rust). Daarnaast werk ik een paar dagen in de week als zelfstandig tekstschrijver, vooral voor gemeentes. Mijn man is docent en teamleider op een hogeschool. Ons huis is niet groot (58 m2) en hoewel we daar eerder nooit last van hadden, merkten we tijdens corona dat het toch wel lastig is als je met z’n tweeën thuis moet werken en ook niet even bij de Bagels & Beans kunt gaan zitten. Hoe heb jij dat ervaren het afgelopen jaar? Hebben jullie een vergelijkbaar huis of groter? En hoe vind je de Kolenkitbuurt? Ik ben benieuwd naar je verhalen!

....tot mijn moeder belde en vertelde dat zowel zij als mijn vader corona hadden.

Ik ben blij met de langzame versoepelingen en verheug me op een mooie lente met af en toe een terrasje. Het is bijna niet voor te stellen dat we al ruim een jaar met een wereldwijde pandemie zitten die ons in angst gekluisterd aan huis laat zitten. Het was ook heel lang erg onwerkelijk voor mij: ik zag cijfers over de besmettingen en ziekenhuisopnames en de politiek in paniek, maar tot twee maand terug waren het echt alleen maar cijfers – tot mijn moeder belde en vertelde dat zowel zij als mijn vader corona hadden. Bij haar was het na vier weken redelijk over, mijn vader is heel erg ziek geweest en heeft zelfs in het ziekenhuis gelegen. Hij is nog steeds niet hersteld. Op dat moment waren het niet alleen cijfers meer, maar zag ik wat corona écht doet met mensen. Het was flink schrikken. We konden ook niet naar ze toe. Nu hebben ze ook allebei hun vaccinatie en gaanmijn man en ik eind van de week naar Winterswijk voor een bliksembezoek. Heb jij mensen in je omgeving die corona hebben of hebben gehad? En wat deed dat met je?

Toch nog even over de buurt want ik hoor heel veel verschillende verhalen over wat mensen van de Kolenkitbuurt vinden. Ook mensen die hier wonen: sommigen vinden dat er sprake is van heftige gentrificatie (en dat dat iets slechts is) en sommigen vinden dat de buurt juist te eenzijdig is qua cultuur. Ik vind beide en ik denk dat het ook iets is dat bij een stad hoort. Ontwikkeling is een constante. Het lijkt alsof de winkels en horeca zich nog vooral richten op de kleiner wordende groep moslims in de buurt en dat de groeiende groep nieuwkomers nog niet heeft geleid tot wat hippere winkels en horeca waar ze alcohol schenken. Ik merk dat ik vooral ook naar het Bos en Lommerplein en richting de Baarsjes trek als ik uit eten wil. Dat gezegd hebbende vind ik het hoog tijd voor een fijne wijnhandel in onze buurt.

Als jij jezelf zou mogen omschrijven met één woord, welk woord zou dat dan zijn?

Als jij jezelf zou mogen omschrijven met één woord, welk woord zou dat dan zijn? Ik heb daar – uiteraard – zelf ook over nagedacht en ik denk dat ik op het woord ‘idealist’ uitkom. Niet eens een onverdeeld positief woord; het heeft een beetje een naïeve klank vind je niet? Toch past het wel bij mij. Ik doe echt mijn best om de wereld elke dag een beetje mooier te maken en ik leef zo duurzaam mogelijk. Wel met beperkingen, want ik ben ook nogal gemakzuchtig. Niet vliegen, alleen tweedehands kleding en vegetarisch eten is allemaal heel makkelijk voor mij, maar plasticvrij boodschappen doen vind ik te ingewikkeld. Ik maak wel mijn eigen cosmetica (deo, bodybutter en gezichtscrème) dus dat scheelt plastic, maar in de supermarkt is het aanbod ‘onverpakt’ te klein en ik heb geen zin om naar de markt te gaan.

Ons appartement hebben we begin 2018 van het gas afgehaald (als een van de eerste appartementen in Amsterdam: we waren nog bij Tros Radar om daarover te vertellen) en we zijn nu all electric - en met zonnepanelen (via een postcoderoos) en winddelen (via Greenchoice) zijn we bijna energieneutraal. Leuk he? Omdat onze hypotheek ook zo goed als afgelost is, hebben we maar weinig vaste lasten en daarom kan ik ook schrijver zijn: we hebben niet zo heel veel geld nodig.

Wat doe jij in je dagelijkse leven? En vind je het leuk? Ik ben erg nieuwsgierig naar je en zie uit naar jouw brief! Ken je nog meer mensen in de Kolenkit? Ik merk dat ik na zes jaar best veel mensen heb leren kennen. Amsterdam is eigenlijk gewoon een groot dorp.

Tot schrijfs dan maar!

Hartelijke groet,

Erica

De wereld kan er morgen wel heel anders uitzien

Beste Dorine,

Wat gaat de tijd snel hè? Alweer een aantal weekjes tussen onze brieven. Ik ben er echt even voor gaan zitten om een leuke brief op te stellen. Ik heb onze brieven eerst teruggelezen. Veel info zo over en weer. Ik lees terug en lees - misschien wel tussen de letters en zinnen door - dat je best veel alleen bent. Weliswaar met twee katten, maar toch. Dan is een project als dit wel heel erg mooi, denk ik.

Ikzelf ben dan wel single, maar niet alleen. Bij mij in het huis is er altijd reuring.

Je vroeg hoe ik het daten aangepakt heb. Ik heb mij ingeschreven bij een aantal (ja, je leest het goed) datingsites. Niet alle sites zijn hetzelfde. Ik merkte dat er bij verschillende sites enorm geswipet wordt, en niet verder gekeken of gelezen. Heel frustrerend en absoluut niet netjes. Voor de gein heb ik eens een keer alleen een foto van mijzelf geplaatst zonder tekst.

Voor de gein heb ik een keer alleen een foto van mezelf geplaatst

Wat er dan gebeurt is niet voor te stellen. Je wordt dan digitaal door heel veel mannen bezocht, die al dan niet een hartje of iets anders sturen. Dan heb ik mij wel eens afgevraagd wat hen bezielt. Ikzelf heb een foto nodig waar toch wel een soort van klik in zit, maar zeker ook een tekst over de man. En die kan uitgebreid, maar ook heel kort zijn. Ik ga voor de uitgebreidere beschrijving. Soms wordt echt de moeite genomen om aan de hand van je profiel in contact te komen, maar soms ook niet. Of er wordt helemaal niet gereageerd op een berichtje. Ook zoiets. Ikzelf ben op zoek naar een serieuze relatie, maar het is nog best zoeken hoor. De date uit mijn vorige brief loopt niet erg zoals ik het voor ogen heb. Maar goed we gaan het meemaken wat er verder uitkomt.

Je vertelde dat je erover denkt om je aan te melden bij een bepaalde club. Ik ken deze club niet, maar zoals je het omschrijft: ik zou lid worden als ik jou was. Je kan er ook een goede vriend of  vriendin aan overhouden toch? En je bent lekker bezig. Althans zo lees ik het, dat je zowel als man en als vrouw inschrijft voor een activiteit.

Ikzelf ben 49 jaar, en vind het niet altijd even eenvoudig om nieuwe contacten (lees mannen) te ontmoeten. In hoeverre dat anders is als je 63 bent? Ik weet het niet. Ik zou wel de momenten pakken. Het leven kan erg kort zijn, en die mooie jaren samen met een lieverd gun ik iedereen van harte, dus jou ook: Gewoon doen joh! Ik hoor graag terug van je wat je bevindingen zijn. Gewoon de stap wagen.

Het leven kan erg kort zijn, en die mooie jaren samen met een lieverd gun ik iedereen van harte

Je schreef over het feit dat wij beide dames zijn. Ik denk dat voor mij ook geldt dat mij dit met elkaar schrijven wellicht wat gemakkelijker afgaat dan wanneer ik met een man zou schrijven. Zoals je schreef, iets gemeenschappelijks? Ik moet in mijn werk ook heel veel praten, met zowel mannen als vrouwen. Ik kan niet echt zeggen dat ik of mannen of vrouwen makkelijk vind praten. Het ligt naar mijn idee echt aan de persoon zelf. Soms kunnen mannen ook enorme verhalen vertellen, en zijn er juist dames die erg gesloten zijn. Wat je wellicht in eerste instantie anders verwacht.

Qua leeftijd heb ik eigenlijk hetzelfde. Maakt naar mijn idee echt niet zoveel uit. Gelukkig zijn we niet allemaal hetzelfde denk ik dan maar weer.

Waar ik mij afgelopen week nog meer mee bezig gehouden heb? Gisteren was mijn zoon jarig. Hij is 21 jaar geworden. Dus een klein feestje. Mijn moeder kwam op visite en heeft een hapje meegegeten. In de middag hebben we samen nog een “ommetje” gemaakt. Ken je die app? Ik heb hem op mijn telefoon geïnstalleerd. Komt vanuit de Hersenstichting. De app motiveert je om elke dag minimaal twintig minuten te wandelen. Is best veel op tv geweest. Moet je net gezien hebben. Je kunt als team meedoen, maar ook alleen. En je kunt deelnemen in een rankinglijst met andere deelnemers in Nederland. Op zich geinig. Het stelt eigenlijk niet veel voor, maar het maakt je bewust van het feit dat het belangrijk is om elke dag in beweging te blijven. Op mijn werk loop ik gemiddeld 10.000 stappen per dag (ik heb een stappenteller = zeven à acht kilometer).Dus die dagen sla ik over met “ommetje”, maar ik probeer op niet-werkdagen twintig minuten via de app te halen. Iets voor jou?

Volgens de bedenker van de app, bestaat er naast de COVID-pandemie al veel langer een andere pandemie. Namelijk die van immobiliteit. Stil zitten, en op je kont zitten, is het nieuwe roken, zeggen ze.

...er bestaat naast COVID al veel langer een pandemie. Namelijk die van immobiliteit

Morgen ga ik na ongeveer een jaar mijn hele oude opa van bijna honderd opzoeken. Hij woont in een verzorgingshuis. Hij krijgt dagelijks bezoek van zijn kinderen (mijn moeder onder andere en mijn ooms en tantes). Hij had aangegeven zijn kleinkinderen ontzettend te missen. Die heeft hij dan ook al geen jaar meer gezien. Dus ik ga hem morgen opzoeken. Ik mag alleen bij hem op bezoek. Taartje en een leuk paasplantje mee. Hoppa. Wel triest allemaal om in deze tijd zo oud te worden. Ik hoop echt dat het jou en mij bespaard blijft. Dan mogen wij eigenlijk niet klagen he?

wel triest om in deze tijd zo oud te worden

Een beetje zoals je schreef in je brief over de bruiloft waar alleen familie en vrienden van het bruidspaar naartoe mochten. Natuurlijk bedenken we met zijn allen andere vormen om hier toch aandacht aan te geven. Maar ach, zo'n bruiloft, of zo'n oude opa... sneu. Even dacht ik nog: ik zie hem pas wanneer hij overleden in zijn kist ligt. Want dat is de realiteit als je bijna honderd bent en toch wat krakkemikkiger in elkaar gaat zitten. Dus ik heb de koe bij de hoorns gevat en mij opgegeven als bezoek voor morgen. Ik ben wel van het doorpakken als het om dit soort dingen gaat. Niet afwachten, de wereld kan er morgen wel heel anders uitzien.

Groetjes,

Geertje

Praatje pot

Hallo Bettie,

Wat fijn weer van je te lezen na een lange werkdag die eindigde met anderhalf uur luisteren naar collega’s in een Teams-vergadering. Kwaliteitsbevordering: heus zeer zinnig, maar in zo’n grote groep (meer dan twintig dames en één heer) word ik altijd een beetje slaperig. Ik bediscussieer het liever in een klein groepje, dat houdt me scherper. Na afloop was het heerlijk om even met Charlie naar buiten te kunnen. Helaas zag hij direct een kat toen we naar buiten kwamen. Hij vloog erop af! Uit ervaring weet ik dat hij me omver trekt als hij wegstuift, dus ik heb de riem maar losgelaten. Ik zit niet te wachten op een schouder uit de kom… Na afloop trof ik mijn buurvrouw buiten, met wie ik eventjes heb staan kletsen. Het is net alsof je elkaar door corona ook overdag minder ziet. Nou, niet net alsof, het is gewoon zo. Mensen gaan toch minder naar buiten. Het was gewoon gezellig, even een ‘praatje pot’. Dat is voor mij veranderd door corona: voorheen praatte ik niet zo graag over koetjes en kalfjes, ik had wel beters te doen. Nu heb ik zelfs uit eigen beweging belangstelling voor de veestapel!

Vorig jaar moest ik dankzij corona met de stapel boeken naar het huis van de verteller fietsen

De familiegeschiedenis die je schrijft, ga je die ook uitgeven? Heb je er een uitgever voor, of laat je het boek in eigen beheer in een beperkte oplage drukken? Ik laat boeken altijd drukken bij Mijn Bestseller, maar ik heb collega-vrijwilligers die andere internetdrukkers weer prettiger vinden, zoals EZ Book. Het is maar net wat je gewend bent; ik ken Mijn Bestseller het beste en weet hoe het werkt. De mensen wiens verhalen ik opteken, betalen de boeken zelf, dus ik let altijd op de prijs, aangezien het niet mijn geld is. De dame wiens boek ik nu aan het afronden ben (ik heb net een hele avond foto’s bewerkt in Picasa), neemt er waarschijnlijk tien af voor haar familie.

Er zijn mensen die er slechts twee of drie willen hebben. Voeg je ook foto’s en andere documenten toe aan je boek? Ik vind oude zwart-wit foto’s altijd zo prachtig! Je wilde meer weten over mijn hobby: levensverhalen schrijven. Dat doe ik sinds 2014 en ik schrijf gemiddeld twee boeken per jaar, soms drie. Ik ben als vrijwillig schrijver verbonden aan de Stichting Haagse Levensboeken. Vanuit de stichting ben ik ook de vaste schrijver in een verpleeghuis bij mij in de buurt. Normaal gesproken wissel ik af tussen verpleeghuisbewoners en zelfstandig wonende ouderen, maar door corona kom ik op dit moment niet in het verpleeghuis. Er heerst af en aan corona, dus soms zitten ze helemaal op slot, wat ik heel triest vind voor de bewoners. Het is een huis voor patiënten met NAH (Niet Aangeboren Hersenletsel), vaak nog vrij jonge mensen onder de 65.

Het vorige boek dat ik heb geschreven was voor een dame die op de dagbehandeling kwam in het verpleeghuis. Toen het boek af was, was Nederland net in lockdown gegaan. Normaal gesproken is het overhandigen van een boek aan een verteller een feestje in het verpleeghuis. Koffie met cake, een bloemetje, een toespraak, foto’s voor in het huiskrantje. Vooral voor de verteller is het een heel bijzonder moment om zijn of haar verhaal in handen te hebben en soms ook best emotioneel. Vorig jaar moest ik dankzij corona met de stapel boeken naar het huis van de verteller fietsen. Ik plaatste de tas met boeken bij haar voordeur, belde aan en ging op meer dan twee meter afstand staan. De dame opende de deur en pakte de tas met boeken. Ik maakte een selfie van ons beiden -op afstand- en we kletsten nog een beetje, en dat was het dan!

Ook het boek waar ik nu mee bezig ben zal niet in het bijzijn van alle kinderen en kleinkinderen kunnen worden overhandigd. Dat had de vertelster wel graag gewild, maar met een beetje geluk kan hoogstens haar dochter aanwezig zijn als ik haar de boeken kom brengen. Mensen die hun levensverhaal willen laten schrijven, melden zich (al dan niet via hun kinderen of een ouderenwerker of een casemanager) bij onze stichting. We hebben vier ‘ambassadeurs’ die ieder een clubje schrijvers ‘aansturen’ (is een beetje een groot woord hoor) en zij matchen vertellers met schrijvers. De ambassadeurs organiseren ook schrijverskringen zodat de schrijvers ervaringen kunnen uitwisselen en van elkaar kunnen leren. Ik ben zelf niet aangesloten bij een schrijverskring, omdat ik ook al bestuurslid ben van de stichting, en daarnaast een bijna fulltime baan heb. De meeste schrijvers zijn gepensioneerd, die hebben iets meer tijd 😊.

Wat ik zo leuk vind aan het schrijven van levensverhalen is de geschiedenis die ieder mens met zich meedraagt

Als schrijver heb ik altijd ‘werk’ gehad in de afgelopen jaren. Er staan nu alweer twee vertellers te wachten tot ik beschikbaar ben. Helaas voor hen heb ik geen tijd om twee verhalen tegelijkertijd te schrijven! Het schrijven vind ik een bijzonder proces. Ik kom gemiddeld vijftien keer twee uur bij een verteller. De eerste bijeenkomst bestaat uit kennismaken, en ik begin ook altijd met een stamboom, zodat ik een beetje weet wie wie is in het verhaal. Ik begin altijd bij het begin: wat weet iemand over zijn geboorte (van horen zeggen natuurlijk). Wie waren zijn ouders, welke herinneringen heeft iemand aan eventuele grootouders, de vroegste jeugd etcetera. Zo lopen we in een aantal ontmoetingen samen door zijn of haar leven van vroege jeugd tot heden. Tegen het einde verzamel ik foto’s en andere documenten, die ik hier thuis scan en bewerk. Pas als de hele tekst klaar is voeg ik de foto’s toe, en dan moet het boek vorm krijgen op de site van de internetdrukker.

Wat ik zo leuk vind aan het schrijven van levensverhalen is de geschiedenis die ieder mens met zich meedraagt. De verhalen over hoe het vroeger was, en hoe de verteller was als kind, als jongere. Ik probeer altijd te beschrijven hoe die persoon was toen hij of zij jong was, om daarmee bij kleinkinderen het besef te kweken dat hun opa of oma ook ooit zo jong is geweest als zijzelf nu zijn. En verder houd ik gewoon van schrijven. Ik probeer het verhaal op een boeiende manier te vertellen, en er toch de eigenheid van de verteller in te leggen. Ik heb een programmaatje waarmee ik Nederlandse zinnen kan omzetten in fonetisch Haags, dat is soms wel handig! Het moet natuurlijk ook een goed verhaal zijn met een bepaalde cadans van korte en lange zinnen, en geen ‘en toen, en toen’.

Ik ben blij dat ik een paar jaar geleden het levensverhaal van mijn vader heb geschreven. Hij is vorig jaar september vrij plotseling overleden, midden in coronatijd, hoewel dat gelukkig nog was vóórdat mondkapjes verplicht waren. Dat besef ik nu natuurlijk. Destijds mochten we in het ziekenhuis met niet meer dan één bezoeker tegelijk naar het bezoekuur komen, en doordeweeks was er slechts één bezoekuur per dag. Lange files voor de liften vanwege het feit dat je slechts met twee mensen tegelijk in een lift mocht staan, dus mijn moeder moest zorgen dat ze op tijd in het ziekenhuis was.

Mijn vader brak zijn enkel begin augustus. Hij raakte toenemend verward en werd drie dagen na de breuk opgenomen in het ziekenhuis. Ze hebben hem gedurende drie weken grondig onderzocht, maar de artsen hadden geen goede verklaring voor zijn achteruitgang. Gelukkig heeft zijn lijdensweg niet langer dan drie weken geduurd. Achteraf werd geconstateerd dat hij in een toch wel gevorderd stadium van Alzheimer had verkeerd, wat ons als familie verbaasde, en toch weer niet. Dementie vermoedde ik al een tijdje, maar niet het vergevorderde stadium.

Eigenlijk vonden we het ook wel weer mooi, zo’n rustig en ingetogen afscheid, het paste wel bij mijn vader

Ben ik toch precies hetzelfde als al die andere kinderen die vaak tegen mij zeggen: “Oh, maar mijn moeder hoort niet op een gesloten afdeling thuis hoor, ze is nog niet zo slecht als die mensen daar.” Een crematie in coronatijd was ook weer anders dan anders. Minder mensen die bij de uitvaart konden zijn bijvoorbeeld, en voorafgaand aan de dienst mochten slecht vijf naasten bij elkaar in de aparte kamer zitten. Eigenlijk vonden we het ook wel weer mooi, zo’n rustig en ingetogen afscheid. Het paste wel bij mijn vader, een bescheiden man die een hekel had aan blaaskaken.

In januari van dit jaar hebben we de as verstrooid, en na afloop mocht natuurlijk slechts één persoon met mijn moeder mee naar huis. Dat vond ik naar. We hebben een beetje gesmokkeld: onze zoon en ook onze hond zijn meegegaan naar mijn moeder. We hebben samen een gebakje gegeten (het was die dag mijn vaders verjaardag), later een patatje gehaald bij de snackbar en aan het begin van de avond reden we weer naar Den Haag. Tenslotte konden we het vanwege de avondklok niet al te laat maken. Allemaal dingen waar je in deze tijd rekening mee moet houden.

Kortom uitermate teleurstellend, zullen we maar zeggen… Grappig dat je je schaatsen aan de wilgen hebt gehangen! Hebben ze lang in de boom gehangen, of heeft iemand ze meegenomen? Goede manier van hergebruik (of re-use), als je zelf niet meer schaatst en een ander jouw schaatsen hergebruikt. Tja, soms is het gewoon tijd om ergens mee te stoppen, maar dat is niet altijd gemakkelijk; wel verstandig waarschijnlijk! Ik heb ook niet geschaatst, maar ik ben er niet goed in, dus dat was niet zo moeilijk. Ik denk dat mijn schaatsen ergens op de vliering liggen; ik zou het eigenlijk niet eens weten… Wat wel op de vliering ligt is een koffer vol met LP’s, maar we hebben geen platenspeler meer. Mijn man is binnenkort jarig en nu heb ik voor hem een nieuwe platenspeler besteld, zo’n koffermodel. Die had ik vroeger ook: de box zat in het deksel verwerkt. Ik was er zo gek mee als tiener! Ook daarmee worden de LP’s dan ‘ge-reused’, al is de platenspeler dan nieuw (minpuntje 😊).

Ik doe dit hele jaar mee aan ‘52 Weken Duurzaam’, een leuke actie. Iedere week krijg ik een mail met een thema voor de komende zeven dagen, een soort uitdaging. Deze week was dat: geen vlees eten, maar dat is voor mij niet moeilijk omdat ik toch al vegetarisch eet. Vorige week ging het erom je voetafdruk te verkleinen, en dat moest je doen door het gebruik van zoveel mogelijk spullen te verminderen. Een hele goede tip die ik nu naleef: gebruik minder shampoo, douchegel, tandpasta, wasmiddel. Ik heb het geprobeerd, en het is zeker mogelijk!

Ik vind het knap dat jouw man het plastic van het papier scheidt van een kaasverpakking, dat is echt veel werk. Ik doe dat wel van bijvoorbeeld een gebaksdoos: deel is karton en vaak is de bovenkant doorzichtig plastic. Zo’n doos haal ik dus ook uit elkaar… Ik hoop dat mijn kinderen dit later zelf ook zullen naleven. Ik heb het er wel vaak met ze over en we zijn ook alle vier bewust gestopt met het eten van vlees. Zelfs mijn zoon, die toch wel een vleesliefhebber is.

Ik hoop dat we over zeven jaar allemaal (alle 17 miljoen Nederlanders) onze voetafdruk op de aarde hebben verkleind door te consuminderen en minder vlees te eten…. Wat een leuk idee om elkaar met de fiets bij de grens te ontmoeten en ieder aan de eigen kant van de grens te blijven. Noodgedwongen, maar het is tenminste iets. We leven toch wel in een hele vreemde wereld op het ogenblik. Nou, ik eindig met een foto van onze hond Charlie. Onze dochter heeft de foto gemaakt, ik vond ‘m wel schattig.

Blijf gezond!

Groetjes, Annemieke

Wat is nou een echte moeder-moeder?

Lieve Roos,

Wat schrijf je leuk!! Vlot, grappig, met zelfinzicht en zelfspot, alsof je makkelijk vanuit je hoofd, naar je hart, naar de woorden op papier komt. 

Je schetst vanuit een ogenschijnlijk losse pols een beeld van jezelf, je moederschap, je gezin, je werk en langzaam ontvouwt zich er in mijn hoofd een beeld van jou. Ik voel herkenning en het maakt me nieuwsgierig. Ik heb je heel bewust nog niet gegoogled. Leuk om straks te kijken welk gezicht er bij dit leven hoort. Net zoals bij het lezen van een goed boek maak ik een beeld van jou en kan ik mijn fantasie de vrije loop laten. 

En ik ben natuurlijk rete-benieuwd naar je relatie met de kerk. Hahaha. Ik ervaar een zeker ongemak bij jou en daar ga ik altijd op aan. Dat is een ding van mij. Daar waar het spannend wordt of ongemakkelijk, dan wil ik weten hoe het zit, beetje blootleggen, beetje peuren. Ik wil dan weten waar dat vandaan komt? Niet eens perse het geloof, maar het ongemak daarbij. Wat is dat ongemak?

Ik als stedeling, een geboren en getogen Amsterdammer, weet zo ongelofelijk weinig over het geloof

Misschien door wat je schrijft over dat je zelf geneigd bent om die keuze te gaan uitleggen of verdedigen. Daar zou ik uit op kunnen maken dat de mensen om jou heen dat geen vanzelfsprekende keuze vinden. Eerlijkheidshalve moet ik meteen maar bekennen, dat ik dat ook niet zo vanzelfsprekend vind en er ook gelijk een beeld bij krijg. Suf is dat. Zoals we geprogrammeerd zijn meteen in hokjes te denken of dat je meteen een aantal aannames hebt.

In mijn vriendenkring heb ik geen mensen om mij heen die naar de kerk gaan. Ik als stedeling, een geboren en getogen Amsterdammer, weet zo ongelofelijk weinig over het geloof. Het is bijna schandalig, zo weinig ik weet. Mijn vader was geloof ik katholiek (en dat weet ik niet eens zeker) maar die heeft daarvan niets overgedragen.

Het enige waar ik het tegenkom is in mijn werk en bij mijn kinderen op de openbare basisschool in Amsterdam Oost, met veel kinderen met een Turkse en Marokkaanse achtergrond en bij hen speelt Allah als vanzelfsprekend een rol in hun leven en in die van hun ouders. Ik heb wel een lading vriendinnen die al mediterend, chantend en yoga’end door het leven gaan, dus het is er wel natuurlijk. Geloof kent vele vormen.

Ik ben benieuwd wat het je brengt? Of het überhaupt een keuze is geweest? Ik zelf geloof niet echt, al geloof ik ook niet niets. Ik ben natuurlijk net zoals ieder ander op zoek naar betekenis en zingeving. Ik weet alleen zo weinig van God. Ik ben denk ik ook een hele pragmatische 'ietsist' en geloof wel dat er iets is. Iets groters, iets ongrijpbaars, iets spiritueels, iets om je aan vast te houden als het leven je omver blaast. 

Mijn lijf en brein waren op hol geslagen en ik voelde me vreselijk schuldig, dat ik niet gewoon kon genieten, maar alleen maar zorgen had

Ik ben ooit begonnen met mindfulness en meditatie toen ik in psychisch zwaar weer verkeerde. Net na de geboorte van mijn eerste dochter. De spanning van het zo graag goed willen doen, die verrekte hormonen, een zekere aanleg voor zorg en spanning, een paar lekkere jeugdtrauma's natuurlijk, een flinke dosis onzekerheid en dat in combinatie met het prille moederschap en extreme slapeloosheid, maakte dat ik een constante gejaagdheid en paniek ervaarde. Mijn lijf en brein waren op hol geslagen en ik voelde me vreselijk schuldig, dat ik niet gewoon kon genieten, maar alleen maar zorgen had.

Het feit dat ik erop zat... Dat opvoeden mijn werk is, met genoeg kennis over hechting en responsief ouderschap. Dat maakte dat ik zo ongelofelijk bang was om het niet goed te doen. Ik was de eerste weken enorm naar de klote en dacht, wat als ik hem beschadig? Onherstelbaar beschadig? Kan ik hem wel geven wat hij nodig heeft om op te groeien tot een gezond, evenwichtig, veilig gehecht kind, dat met vertrouwen in het leven staat?

De drie minuten ademruimte, de mantra's, het stilzitten op een matje en de oefeningen in zorgzame aandacht voor mezelf maakte dat ik weer vertrouwen kreeg in mezelf. In mijn kern, in de toekomst, in het moederschap en in de imperfecties die bij het leven horen. Ook leerde ik toen voor het eerst echt dat ik veel meer kan dragen dan ik aanvankelijk dacht aan te kunnen. Dat ik dat zelf kon (met hulp van mijn omgeving uiteraard) maar vooral ook zelf. Door met aandacht bij mezelf en de ander te blijven, in het hier en nu. Door te leren geloven dat dingen die moeilijk zijn ook weer voorbij gaan. Door te hopen, te leren, te ademen, te vertrouwen dat het is zoals het zijn moet. Nu ik dit schrijf denk ik, tja dat is natuurlijk geloven. Dat het groter is, dat het een bedoeling heeft en dat je er doorheen komt.

Je schreef in je brief, ik ben niet zo’n moeder-moeder. Ook zo’n construct. Wat is nou een echte moeder-moeder? Een moeder is een moeder, op je eigen manier, vanuit wie jij bent, met of zonder knutselen en koken.

Dan ben je weer een curlingouder, dan weer te veel gericht op het resultaat. Het is nooit goed, nooit goed genoeg

De een is thuis met koekjes en thee, de ander werkt vijf dagen in de week. We leven in een wereld waarin we veel vinden. Vooral die moeders van ons, met hun diepgewortelde ideeën over hoe het hoort. We nemen elkaar lekker de maat, kijken met scheve ogen naar elkaar. Waar is de onderlinge solidariteit? Ik word ook zo vreselijk moe van al die opvoedartikelen. Dan ben je weer een curlingouder, dan weer te veel gericht op het resultaat. Het is nooit goed. Nooit goed genoeg.

Ik vond het vooral de eerste jaren erg, al die oordelen, maar toen was ik er denk ik ook nog heel gevoelig voor. Nu ze op school zitten en ik meer tijd heb, meer werk, meer vrije tijd, meer mijn eigen dromen najaag, meer plezier heb buiten het gezin, meer uitga, en meer sjans, voel ik mij een betere moeder, dan toen ik er met mijn snufferd bovenop zat.

Toen wilde ik uit alle macht pijn, tegenslag en hartzeer voorkomen, met een hyperfocus op het goed willen doen. Gelukkig was dat bij mijn tweede dochter niet meer haalbaar en moest ik leren loslaten en accepteren dat falen onderdeel van het leven is en dat een zesje goed genoeg is. Vaak ben ik lief, geduldig, warm en soms (en soms vaak) kortaf, geprikkeld en ongeduldig en pak ik ze als ze niet goed luisteren, net ietsje te hard vast (heel soms, niet vaak)…  Zoals aan het begin van de lockdown.

Ik moest ook enorm lachen om je rugzakjesverhaal. Dat was toch gewoon een poging om aan je kind te laten zien dat er ook veel leed is in de wereld en dat ze zich gelukkig mogen prijzen met hoe bevoorrecht zij als kinderen zijn?

Je schrijft dat je bereid bent om kritisch naar je leven te kijken? Heb je bepaalde voornemens om dingen anders aan te pakken of te bezien? Heb je plannen om het roer om te gooien?

Als ik kijk naar hoe het nu gaat met mij, ons gezin, mijn relatie met mijn man, de mensen om mij heen dan denk ik, het zit wel redelijk snor. Al zouden we wel meer met elkaar mogen praten. Vrees dat we elkaar wel een beetje voor lief nemen en weinig echt oog hebben voor elkaar.

Ik heb behoefte om uit te vliegen, het leven te absorberen, mezelf te ontplooien, te dansen op de vulkaan

Ik had in alle coronawaanzin, het 24-7 samenzijn, ook niet echt de behoefte om met hem in dat stuk te gaan zitten. Ik heb wel een bepaalde afstand nodig merk ik. Ik heb daar sowieso de afgelopen twee jaar behoefte aan gehad, om die andere kant van mezelf weer wat meer te ontdekken, niet alleen maar de focus op het nest.

En echt hoor, ik ben ook geen moeder-moeder, maar ik vind dat moederschap zo bepalend in wat je bent, vooral die eerste jaren van slaaptekort, driftbuien van peuters en strijd aan de eettafel. Ik heb behoefte om uit te vliegen, het leven te absorberen, mezelf te ontplooien, te dansen op de vulkaan en dat gaat soms ook een beetje te veel over het ik. Tikkeltje egocentrisch is het wel en dat vindt mijn man ook.

Hij is introverter dan ik, niet zo proactief en dat kan ik in deze tijd goed voelen. Dat we zo wezenlijk anders zijn. Hij conformeert zich makkelijk en ik heb altijd iets meer ruimte en tijd voor mezelf nodig. Ik wou dat hij dat zichzelf wat meer zou gunnen. Want ik weet dat het hem goed doet.

We zijn nu dertien jaar samen, we zouden dit 28 april vieren en uiteten gaan en dat ging natuurlijk niet door vanwege de maatregelen. Ergens had ik gehoopt… - dat ik het nog hoop en stiekem verwacht is mij ook een raadsel, want ik zou beter moeten weten hahaha - dat hij thuis zou zitten met bloemen, bubbels en hapjes. Hij had er weinig aandacht aan besteed, het huis was een puinhoop. Je had mijn gezicht moeten zien. Is goed gekomen hoor!

Dan denk ik, al die verwachtingen… al die oordelen die we van en over het leven hebben, van onszelf, de liefde, het gezin, het ouderschap, de kinderen, het werk, het geloof, de vriendschappen.

Het leven gaat om bijstellen, iemand zien voor wie hij of zij werkelijk is en daar aandacht voor hebben. Niet je idealen, wensen, verlangens bij een ander leggen, maar vooral kijken naar het stuk waar je zelf invloed op hebt.

Dat is iets waar ik wel wat meer naar zou willen kijken en ook wel samen met jou.

SJEZUS wat een relaas weer. Ik ben nogal lang van stof…

Heel veel liefs,

Sasha