Vakantiebrieven

Lieve lezers,

De zomer van 2020, een warme en natte zomer, vol corona en vakantie in eigen land. Vandaag is het 11 augustus en vloeien de warme dagen in elkaar over als een brei van hitte. Ik zit onder de grond in mijn souterrain te schrijven aan de lezers van onze website Schrijven naar de Toekomst (SndT). Het is hier koel, koeler dan boven, ik denk dat ik hier maar blijf.

Na eerst een vakantie op een Nederlandse camping met mijn zoon, reed ik zondag terug uit Frankrijk, waar ik een lang weekend met vrienden was. Ik sliep in een Frans zolderkamertje. Er stond een bureau dat uitnodigde tot brieven schrijven, maar de hitte daar (38+ graden) weerhield me ervan mijn computer of papier te pakken. Het enige dat ik op de verhitte zolderkamer kon doen was op een bed liggen. Scheef welteverstaan, want ik ben veel te lang voor zo’n oud Frans bed. Ik besloot daarom thuis maar weer te schrijven. Thuis in Amsterdam, in mijn souterrain, waar het altijd koel is. 

Ik heb ook een briefpartner. Nee, niet waar, eigenlijk heb ik er drie. Ik schrijf met Carin, mijn SndT partner; we vonden het leuk en belangrijk om samen te schrijven, maar schrijven elkaar niet heel vaak. Misschien komt dat wel omdat we zoveel contact hebben over dit project? Daarnaast heb ik een hele interessante briefpartner die wel wil schrijven, maar er nog niet aan toe is gekomen. Ik wacht nog steeds op haar antwoord op mijn brief. En ik heb een nieuwe, en met hem gaat het hard. We begonnen per mail over een aantal zaken te schrijven met vragen over het project en ineens bedachten we: laten wij gewoon brieven gaan schrijven, genoeg stof. Grappig is dat het dus veel uitmaakt met wie je schrijft en of je je op een zelfde manier blootgeeft in een brief. De derde briefpartner en ik doen dat dus, ons blootgeven. Alles wordt op tafel gegooid en dat maakt het spannend en interessant. We leren elkaar echt kennen. Of we alles publiceren? We zullen het zien.

Wat me opvalt is dat je in een brief altijd een kijkje krijgt in wie die ander is op een manier die je in een gesprek eigenlijk niet ziet. Een geschreven brief laat een handschrift zien en verraad iets van een persoonlijkheid. En dan de woorden die gekozen worden, de mate van openheid en het kiezen van de onderwerpen is zo persoonlijk. Als ik schrijf volg ik mijn pen gewoon. Of vingers op het toetsenbord. Ik schrijf digitaal en op papier. Digitaal heeft als voordeel dat ik toch meer kan schrijven en sneller, dat ik nog kan wijzigen en meer kan specificeren wat ik wil zeggen. Met de hand schrijven laat meer zien van wie ik ben, denk ik, is misschien wel persoonlijker, maar soms minder uitgediept. Ik schreef Carin een brief met de hand. Ik begon te schrijven en begon ergens en volgde maar wat ik wilde schrijven, zonder het te veel te willen sturen.

Wij zijn heel benieuwd ook hoe onze schrijvers dat ervaren. Hoe schrijven jullie? Denken jullie er lang over na? Volg je gewoon wat er komt, of laat je het liggen en kom je er dan weer op terug?

Dat niet alle partners even frequent schrijven of zich op eenzelfde manier laten zien is ook iets wat we terughoren van onze schrijvers. Soms klikt het enorm met iemand en soms wat minder. Gelukkig is er altijd de optie om weer te stoppen of met iemand anders te gaan schrijven. Een paar van onze schrijvers willen na de drie brieven met de ene partner door naar een andere schrijver. En dat is natuurlijk goed. En misschien juist wel heel interessant. Hoe ervaren jullie het om te schrijven met je partner? En hoe vaak schrijven jullie?

Ik stop voor nu. We zullen jullie om de beurt schrijven in deze blog. De ene keer Carin, de andere keer schrijf ik. Dit was mijn eerste brief aan de lezers van SndT. Later deze week zullen we wat brieffragmenten plaatsen van de schrijvers.

Voor nu een warme groet vanuit het koele souterrain.

liefs,
Marilien

Geef een reactie

Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.